Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Op reis in eigen stad

Een dagje ITALIA in Antwerpen

Franklin Rooseveltplaats & Kipdorpbrug

In aansluiting op de leien, die de namen van de Geallieerden van WO I eren, kreeg de toenmalige ‘Gemeenteplaats’ (opnieuw) de oorspronkelijke naam ‘Victorieplaats’, maar dan als aandenken aan de Geallieerden hun overwinning. Vanuit een soortgelijke overweging werd de naam in 1945 nogmaals omgevormd om de Verenigde Staten van Amerika en hun pas overleden president te huldigen voor hun doorslaggevende aandeel in de overwinning van WO II.

Over en tussen de beide tunnels voor het autoverkeer op de leien staan restanten van de Kipdorppoort (1550). Die vormde de oostelijke doorgang door de zgn. ‘Spaanse wallen’ (1542-’53), maar veel ‘Spaans’ was daar niet aan, tenzij de tijd waarin ze werden aangelegd, het zgn. Spaans Bewind.

Wanneer de welvarende metropool Antwerpen midden 16de eeuw haar middeleeuwse stadsmuren wil vervangen door een nieuwe betrouwbare omwalling roept men daarvoor Italiaanse vestingbouwers te hulp. De 6 km. lange wallen van de gebastonneerde vesting, door brede grachten omgeven, waren tot stand gekomen onder leiding van de Italiaanse krijgsbouwkundige Donato Buoni di Pelluzuoli en waren ook ontworpen naar Italiaans model. Het ontwerp wordt in 1540 aan de keizer voorgelegd en door hem geaccepteerd. Dergelijke fortificaties bestaan al in Italië; ze zijn voor het eerst toegepast in Verona door de beroemde vestingbouwer Michele Sanmicheli. Maar helaas blijken de kosten een onoverkomelijke hinderpaal. Na veel financiële inspanningen, waaronder een flinke verhoging van de accijnzen, kan het werk in de winter van 1553 voltooid worden. In vijf jaar tijd zijn de Italiaanse vestingbouwers erin geslaagd dit grote werk te voltooien.

Italiaans waren ook de decoratieve gevels van de vijf poortgebouwen in Venetiaanse renaissancestijl, structuren die voor het eerst gepubliceerd werden door Sebastiano Serlio in 1537. Ze vertonen een classicerende structuur met onderaan hoge gesegmenteerde pilasters, maar op de lagere bovenverdieping geblokte pilasters en een weelderige, schilderachtige decoratie in volreliëf. Dit laatste kondigt reeds de barok aan. Naast deze Kipdorppoort was er de Rode poort (1550) aan de Paardenmarkt, de Slijkpoort (1565) ten noorden van het huidige MAS, en naar het Zuidoosten de grotere Sint-Jorispoort oftewel ‘Keizerspoort’ (1543-‘45) en later de Begijnenpoort (1576).

Samen met de wallen hebben deze stadspoorten drie eeuwen het uitzicht van Antwerpen bepaald. Of hoe lang de stad zich niet schuil heeft gehouden achter een Italiaanse façade of – beter gezegd– hoe Antwerpen zich driehonderd jaar lang aan de buitenwereld heeft getoond met een Venetiaans masker.

Wanneer na de vrijkoping van de Scheldetol in 1863 de haven en de stad een geweldige bloei kennen, voelen de stadswallen des te meer aan als een beknellend keurslijf en gaat men in 1866 over tot de totale sloop, een noodlot dat ook alle vijf de eens zo modieuze poorten treft. De weg ligt dan vrij voor de aanleg van efficiënter doorgaand verkeer binnen een veel ruimere verdedigingswal. De straten die in de plaats komen van de oude waterring krijgen de naam ‘leien’ maar in het Franstalige België van weleer en nog steeds in de spreektaal van de oudere bevolking ‘boulevards’ genoemd: een herinnering aan de verdwenen bolwerken van Italiaanse design.