Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Kerkelijke terminologie

BEKNOPT OVERZICHT VAN
TERMINOLOGIE
IN DE
ROOMS-KATHOLIEKE KERK

INLEIDING

In de gemeentelijke jongensschool in de Antwerpse rand begon mijn lesdag steevast met een halfuurtje catechismus. Later kwam daar nog mijn lievelingsvak bij: Gewijde Geschiedenis. En in het zesde studiejaar hadden we zelfs een lesboekje over liturgie. In het eerste studiejaar bereidde onze meester ons voor op onze eerste communie, inclusief een bezoek aan de sacristie, waar de pater die ons dit sacrament zou toedienen ons inwijdde in de verschillende kerkelijke gewaden. Sindsdien gingen we ook elke maand met de hele klas al onze zonden biechten en werden we gestimuleerd om elke dag naar de mis te gaan. Dat we dit elke zondag deden, was evident en om ons actief te laten meedoen aan de eredienst kwam een pater ons ’s zaterdags een lied aanleren dat de dag erop in de mis zou worden gezongen. Zoals ik al schreef, was dit een gemeentelijke school. Ik vermoed dat dit maar een aftreksel was van hoe het er in een èchte katholieke school aan toeging.

Misschien denkt u dat ik een middeleeuwer ben, maar dat is niet zo – hooguit een man die net de middelbare leeftijd voorbij is. Bij mijn eerste communie stond de priester nog het grootste deel van de viering met zijn rug naar de gelovigen en bad hij in het Latijn, maar zes jaar later was het altaar naar voren gebracht, keek de pastoor ons aan en sprak hij Nederlands.

Net als veel van mijn generatiegenoten heb ik dus een degelijke katholieke vorming gekregen. Maar het stof van de tijd daalt neer op zoveel kennis. Het gevolg is dat sommigen zich bij het lezen van de bovenstaande tekst misschien hebben afgevraagd wat ik nu precies bedoelde met “pater”, “priester” en “pastoor”. Want een pater is wel een priester, maar niet elke priester is een pater en zeker geen pastoor. En wat is ook alweer een “sacristie”? En mocht iemand vragen om eens uit te leggen wat een “sacrament” is, of een “altaar”, zou dit dan lukken?

Zoals elk ander domein in onze samenleving heeft ook de Kerk haar specifieke woordenschat. Voor mensen die hun vroegere kennis wat willen afstoffen of opfrissen, zijn deze webpagina’s bedoeld, maar ook voor eender wie die om welke reden dan ook de juiste terminologie wil kennen.

Omdat woorden maar betekenis krijgen in een context heb ik getracht om in een eerste deel zoveel mogelijk woorden in een tekst te plaatsen over één specifiek aspect van het kerkgebouw en haar bedienaars. Daarnaast kan u ook terecht in een woordenlijst met definities, omschrijvingen en/of toelichtingen.

Tekst en woordenlijst kan u via de knoppen hieronder ophalen.

Hierbij heb ik me beperkt. Misschien is er wel een of ander curiosum ingeslopen, maar die heb ik toch zoveel mogelijk proberen te vermijden. Over sommige begrippen uit de woordenlijst zijn bibliotheken vol geschreven, zodat ik soms sterk heb moeten vereenvoudigen op gevaar af niet 100% correct te zijn. Mijn excuses hiervoor.

Ik wens u alvast veel lees- en opfrisgenot.

Fred Vanderpoorten
Oud-Turnhout 2020

Veel dank aan Kristin De Raeymaecker, Louise Stroobants, Dirk Vermeiren en E.H. Rudi Mannaerts voor hun kritische blik en advies.