Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.

De schilderijencyclus: De Mysteries van de Rozenkrans

15 schilderijen, tussen 1615 en 1620, panelen, gemiddeld ca. 220 cm h – ca. 164 cm b

Het rozenkransgebed biedt de ongeletterden van de 17de eeuw een houvast om de belangrijkste passages uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. Conform de honderdvijftig psalmen in het koorgebed van de kloosterlingen krijgen ze een richtsnoer om even veel Weesgegroeten te bidden, tien per mysterievol moment. De vijftien Mysteries van de Rozenkrans op een rij vormen als het ware Maria’s fotoalbum, maar dan één dat niet alleen de blijde en de glorierijke momenten, maar – eerlijkheidshalve – evenzeer de droevige ogenblikken toont. De vijftien Mysteries staan in vaste volgorde: eerst de vijf Blijde, vervolgens de vijf Droeve en ten slotte de vijf Glorierijke. Van de vierde reeks, Mysteries van het Licht, in 2002 toegevoegd door paus Johannes-Paulus Il, was er nog geen sprake. De Blijde Mysteries handelen over Maria als aanstaande en jonge moeder: de boodschap aan Maria, het bezoek van Maria aan Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de Tempel, het terugvinden van Jezus in Jeruzalem. Waar men in een gewoon fotoalbum niet graag wil herinnerd worden aan zijn verdriet zijn hier de Droeve Mysteries wél present, om eerlijk te laten zien hoe het leven is. Maria kon enkel bij Jezus’ kruisdraging en kruisdood aanwezig zijn, niet bij de eerste drie Mysteries. Is Maria eerst getuige van Jezus’ Glorierijke Mysteries zoals de Verrijzenis en de Hemelvaart, alsook bij de neerdaling van de Heilige Geest over de apostelen, dan speelt Maria de hoofdrol bij de laatste twee: haar tenhemelopneming én kroning in de hemel.

Vóór 1617 wordt de cyclus van vijftien schilderijen op paneel besteld voor de noordbeuk die in het verlengde van het toenmalige Maria-altaar, op het uiteinde van deze beuk, uitgroeit tot een grootse Mariakapel. De reeks laat zich – volgens de chronologische ordening van het verhaal – lezen van links naar rechts, hangt dus op van west naar oost, en eindigt bij het altaar.

Omdat aan niet minder dan elf verschillende schilders tegelijkertijd gevraagd wordt minstens één tafereel voor hun rekening te nemen, ontstaat een unieke suite die de Antwerpse Schilderschool  vertegenwoordigt met inbegrip van werk van de drie grootmeesters Rubens, Van Dyck en Jordaens, alsook van Cornelis De Vos en Teniers de Oude. Nu is de Sint-Pauluskerk de enige plaats waar men nog een Rubens, een Van Dyck én een Jordaens op hun oorspronkelijke locatie vindt. Hoewel de achttienjarige Van Dyck nog maar een beginneling was, krijgen zij voor hun werk alle drie een even grote som uitgekeerd. Ze werden duidelijk meer geapprecieerd door de opdrachtgevers dan de andere schilders, want de enige die nog hoger gequoteerd stond – zo blijkt uit de vergoeding – was Hendrik Van Balen. Stilistisch zijn de werken van Rubens, Van Dyck, Jordaens en David I Teniers te dateren ca. 1616-’17.

De meeste schilderijen staan op rekening van een met naam gekende weldoener; enkel het vijfde en het veertiende zijn bekostigd door algemene bijdragen. Naast een predikheer en eventueel een kunstschilder hebben ook de andere weldoeners een vaste voet in de dominicanenkerk, hetzij als (mogelijke) verwante van de predikheren, als toenmalige of toekomstige kapelmeester van de Rozenkransbroederschap, of liggen zij of eventueel hun familie er begraven.

Sint-Paulus - Noordbeuk (en barokke preekstoel), gravure, T. Allom, J.C. Varell (vóór 1874)

De wetenschappelijke verantwoording voor de gegevens in verband met de schilderijencyclus “De Mysteries van de Rozenkrans” in de Sint-Pauluskerk te Antwerpen staat HIER.