Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.

De calvarietuin: op bede-vaart ‘achter de hoek’

De overige figuren

Vereerders van het Heilig Land

Ten slotte zijn er enkele figuren die in het Heilig Land vertoefd hebben om er hun devotie voor Christus sterker te beleven.

In de tuin links zit keizerin Helena (V1), die geknield het teruggevonden Heilig Kruis vereert.

Verder, niet toevallig tegen het graf aan, zit in een spelonk de boetelinge Maria Egyptica (V2), die zich na een bedevaart naar het Heilig Graf bekeerde en zich als boetelinge terugtrok in de woestijn. Zij is herkenbaar aan haar extra lange haren.

Pelagia (V5) heeft enerzijds aan haar voeten een snaarinstrument, een muziekpartituur en een toneelmasker als vanitasmotieven, en draagt anderzijds in de rechterhand het doodshoofd als symbool van de vergankelijkheid.

De halfnaakte kerkvader Hiëronymus (V6), die in de woestenij van Bethlehem de Bijbelvertaling die we kennen als de Vulgaat schrijft, is in gezelschap van zijn attribuut de leeuw.

De devote pelgrim Eustochiume (V7) verblijft eveneens in de streek van Jezus’ geboorteplaats.

Oudtestamentische figuren

Op de oostelijke tuinmuur zitten twee voorname oudtestamentische figuren. Mozes (Mo), ditmaal met sandalen geschoeid, houdt de twee stenen tafelen met de Tien Geboden en wijst met de vinger de tekst aan: “EGO SUM DOMINUS DEUS TUUS” Ex. 20:2” (Ik ben de Heer, uw God). Koning David (Da), gekroond en met een ster op het hoofd, looft God met begeleiding van een harp.

In de gang van het vagevuur, aan weerszijden van het Heilig Graf, luidt het opschrift: “Het is een heilig en zalig gedacht voor de overledenen te bidden opdat zij van de zonden ontbonden worden” (2 Makk. 12:49).