Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

De Antwerpse Sint-Andrieskerk, een openbaring.

De toren

In redezichten van Antwerpen is de Sint-Andriestoren een vast baken. Samen met de toren van de Sint-Pauluskerk flankeert hij symmetrisch de sierlijke Onze-Lieve-Vrouwetoren. Maar wie op stadsgezichten van voor 1763, onder andere van David Teniers, naar de toren zoekt, heeft moeite om hem te herkennen: je wordt als kijker misleid door de vormgeving van de huidige toren, die pas in dat jaar voltooid werd. En voor het midden van de 16de eeuw hoef je op een Antwerps redezicht nog niet naar de toren van de Sint-Andrieskerk te zoeken. Een enkele maal ontdek je voor 1529 wel de kleine, ranke torenspits van de kloosterkapel van de augustijnen.

De eerste parochiekerktoren, die werd voltooid in 1559, zag er heel anders uit dan de huidige: een eenvoudig bakstenen bouwsel in gotische stijl, bekroond met een voor die tijd typische peervormige spits. Merkwaardig is de positie van de toren ten opzichte van het kerkgebouw: niet vóór de middenbeuk, maar pal ernaast, vóór de zuidbeuk, aan de westzijde van het kerkgebouw. Mogen we hieruit afleiden dat er oorspronkelijk een tweelingtoren was gepland vóór de noordbeuk, zodat twee torens de middenbeuk zouden flankeren? Sommige afbeeldingen suggereren zelfs een noordertoren.

Reconstructies van na 1763 maken nogal eens de fout om de eerste toren af te beelden op de plaats van de huidige, dus vóór de middenbeuk. Veel minder begrijpelijk is dat diezelfde fout reeds gemaakt wordt op menige eigentijdse voorstelling, zoals het gerenommeerde stadsplan in vogelperspectief van Virgilius Bononiensis (1565) en van Joris Hoefnagel (1574), zelfs in de veel latere heruitgaven, alsof men met de toren van links naar rechts zeulde.

“Een kerk in de stad” = Sint-Andrieskerk – Matthijs Schoevaerdts ca. 1680

De meest gedetailleerde en getrouwe voorstelling hebben we te danken aan het schilderij van Matthijs Schoevaerdts (ca. 1680) dat in 1998 werd geveild in Londen onder de niet bijster originele titel Een kerk in een stad. De toren helt al een tijd vervaarlijk over als hij in 1755 tijdens funderingswerkzaamheden instort. Voor de Mechelaars is dit een buitenkans om revanche te nemen voor hun spotnaam ‘maneblussers’ en de Antwerpenaars te hekelen: Beter te blussen zonder brand, dan te schoren zonder verstand.

Architect Engelbert Baets trekt de nieuwe laatbarokke toren op binnen de westelijke travee van de middenbeuk, zodat de vierkante torenbasis extra geëncadreerd wordt door twee pijlers van de middenbeuk. Niemand vermoedt dat de harmonieuze hal met vier poorten tegelijk de gelijkvloerse verdieping van de 58 meter hoge toren vormt. De vierkante basis bestaat uit een bakstenen kern met een binnenzijde van 5,50 meter. Hij is aan de buitenzijde bekleed met witte natuursteen en wordt bekroond door een dubbele, open lantaarnkoepel met een koperen dak.

Diplomatisch als men is, mag elke eerstesteenlegger de steen met zijn naam inmetselen in een van de vier hoekpilaren van de torenhal. De datum – ‘prid: kal: 7bris 1756’, te lezen als pridie kalendas septembris 1756 – geeft 31 augustus aan. Als sluitstuk van het project wordt in 1763 het torenkruis gewijd en geplaatst. Dat gebeurt symbolisch op de dag van de Kruisverheffing (14 september). Daarop volgt ‘een groot feest tot ’s avonds laat’.

Het bescheiden sint-andrieskruis op de kruising van het ijzeren torenkruis verwijst naar de patroonheilige van de kerk. Een dergelijke allusie was tot aan de Beeldenstorm in 1566 veel duidelijker, omdat de vergulde windwijzer volgens een gangbare Antwerpse traditie een heuse Sint-Andreasfiguur met kruis was.

Wat de Onze-Lieve-Vrouwetoren van de kathedraal is voor alle Antwerpenaren, is de toren van de Sint-Andrieskerk voor het Sint-Andrieskwartier. Rond (en in) de kerk speelde zich eertijds het leven af van de ‘Parochie van Miserie’. Geen toneelstuk, roman of volksverhaal over het wel en wee van haar bewoners, of de toren van de Sint-Andrieskerk prijkt op de achtergrond van affiches, decors en omslagen. Hoeveel pittoreske straathoekjes, vaak met een Madonnabeeld, zijn niet vereeuwigd met het silhouet van de Sint-Andriestoren erbij! De toren, die al eeuwen het redezicht van Antwerpen mee bepaalt, ondersteunt zo het zelfbewustzijn van de bewoners van de volkse wijk binnen de Antwerpse gemeenschap. Zijn unieke profiel én symbolische functie voor de wijkbewoners wordt aangetast. Sinds 1998 ligt de kerk verscholen achter misplaatste hoogbouw in de Nationale straat en sinds 2001 door zelfvoldane hoogbouw aan de Scheldekaden.

De toren is een uitgelezen middel om feestvreugde op de begane grond meer luister te geven. Zo wordt hij bij de verwelkoming van Albrecht als landvoogd in 1596 en bij zijn blijde intrede als vorst in 1599 op alle mogelijke staanplaatsen en verankeringspunten verlicht met olielampjes. Op 6 juni, de dag van de kerk wijding, werd lange tijd jaarlijks een vaandel uitgestoken. Ter gelegenheid van het 400-jarig kerkjubileum in 1929 nam het symfonieorkest Peter Benoit plaats op het grote terras om vanaf deze torenhoge ‘kiosk’ een liveconcert aan te bieden aan de bijna 30.000 parochianen, tenminste als de wind meezat. In 1943 beveelt het naziregime de klokken af te voeren om er zijn oorlogsindustrie mee te voeden, maar aannemer Ackermans heeft ‘onder de oogen der Duitschers een onzer klokken kunnen verbergen’, namelijk ‘Andreas’ (Gregoor Du Mery, 1767). Sinds 1952 geven ook de klokken Ludovicus en Norbertus mee de toon aan in wel en wee.

Bij de strijd om de onafhankelijkheid van België krijgt het Sint-Andrieskwartier het op 27 oktober 1830 zwaar te verduren door het bombardement van de Nederlanders onder bevel van generaal Chassé. Ook de toren wordt geraakt, maar een brandende balk wordt snel geblust. De volgende twee jaren doet de toren achtmaal dienst als uitkijk post voor de pas aangestelde Belgische koning Leopold I om de Hollandse bezettingstroepen in het Zuidkasteel gade te slaan. In de huidige vredestijd kan je in de nieuwjaarsnacht op het torenterras genieten van een hallucinant schouwspel: het vuurwerk op de Schelde dat wordt weerkaatst in de appartementsgebouwen van de Linkeroever en begeleid door vuurwerk aan alle kanten rondom Antwerpen.

Om een gedeeltelijke herhaling van het scenario van 1755 te vermijden wordt in 1961 de bouwvallige houten torenlantaarn wijselijk afgebroken en in 1970–1975 opnieuw stevig opgetrokken, deels in beton.

Wie een afbeelding van de Antwerpse rede in de jaren 1961-1975 onder ogen krijgt, zoekt dan ook tevergeefs naar het vertrouwde silhouet van de Sint-Andriestoren. Wie heel goed speurt, ontwaart nog wel de stevige vierkanten torenbasis met de galmgaten van de luiklokken.

De Sint-Andriestoren vanaf de Lange Ridderstraat, schilderij op karton, ongesigneerd, Pol Morel (1896–1976), huisschilder en volksfiguur uit het Sint-Andrieskwartier - Sint-Andrieskerk
De Sint-Andriestoren langs de noordzijde, aquarel, Frans Geerts, 20ste eeuw, gesigneerd (op achtergevel huis Augustijnenstraat) Sint-Andrieskerk