Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

De Onze-Lieve-Vrouwetoren van Antwerpen

De Onze-Lieve-Vrouwetoren als symbool van …

De stad Antwerpen: politiek, economisch, sociaal, cultureel-artistiek

De toren ter herkenning

De toren kan veel betekenen. Maar bovenal ontwaart men in de massa afbeeldingen – … – een terugkomend motief: ze dient te pas en te onpas als symbool voor de gehele stad. Soms is de toren tussen enkele huizen en kerken getekend, en indien de toren er niet zou staan, zou de tekening als stad onherkenbaar worden. Het is maar omdat de toren er staat, dat Antwerpen herkenbaar wordt. Terecht ook, want als stad bezit Antwerpen geen enkel ander monument of kenmerk dat onmiddellijk, zelfs in de meest vereenvoudigde vorm, als synoniem voor de stad kan gelden. Een bocht in een stroom kan op vele plekken in de wereld, de kubusarchitectuur van het MAS is elders ook te vinden, de Oudaan heeft meer tegen- dan voorstanders, het profiel van het Stadhuis is nu ook weer niet zo boeiend, zodat inderdaad de kathedraaltoren als onbetwiste winnaar uit de bus komt: met haar rank, majestueus silhouet staat zij meteen voor heel de stad, torent ze daar bovenuit en zegt van ver: dit is Antwerpen!

 
 

Edmond de Bruyn, Lof van Antwerpen, 1914:
(titelblad: deel van de toren; twee allegorische figuren)

Zelfs een deel van de toren volstaat om al meteen herkend te worden. De Schelde ontwaren we in het klein, in de linkerbenedenhoek, maar het is de machtige toren die alle aandacht opeist: symbool van fierheid.

 
 

Brilliant Foodies, 2018, kleurenprent in Gazet van Antwerpen 04/7/2018
(stadszicht op achtergrond in grijze tinten, voorgrond kleurig samenspel van figuren)

Een recente afbeelding die opvalt door helder en vrolijk kleurgebruik, in contrast met de skyline van Antwerpen, in donkere tinten grijs. Opvallend is hier de poging om een picturale samenstelling te maken van Antwerpen. Merk op dat positie en relatieve grootte van de verschillende monumenten niet echt nauwkeurig zijn – enkel de kathedraal gemeten in verhouding met de Boerentoren benadert de werkelijkheid! En uiteraard staat de toren pal in het midden, als hoogste punt. Doe in deze tekening de test, en denk de kathedraal daaruit weg: hoe velen zouden dan nog Antwerpen herkennen? De doorwinterde stadskenners misschien nog wel, maar voor velen zou het toch even puzzelen zijn.

De toren in de Antwerpse partijpolitiek

Opvallend is het gebruik van de kathedraaltoren in de politieke communicatie van alle partijen. Ze symboliseert dan niet enkel de stad als samenleving, maar ook het bestuur en de toekomst van Antwerpen: ze reikt dan verder dan louter stadssymbool, maar is bijna zoals een vlag voor een land is: een verbinding tussen verleden, heden, en toekomst, een gezamenlijk project van een samenleving.

Uiteraard poseren alle politici maar al te graag voor onze toren, niet alleen voor het mooi uitzicht, maar het laat ook uitschijnen dat men ‘het meent’ met de boodschap – het geeft een air van sérieux en gewichtigheid aan het beeld. Soms is dat vanaf Linkeroever – denk bijvoorbeeld aan de verkiezingsaankondiging van Kris Peeters in 2017 in de Gazet van Antwerpen (weliswaar niet zo geslaagd want als een dreigende kolos grijpt hij met beide handen naar de Onze-Lieve-Vrouwetoren) – of, tegenwoordig een populaire invalshoek: vanop het dak van het Zuiderterras.

Vaak ook verschijnt de rede van Antwerpen met de toren enkel in een gestileerd silhouet, getekend in een dikke zwarte lijn, maar voor iedereen nog steeds even herkenbaar. Wat wel opvalt, is dat de stad zelf in haar communicatie met de burgers dit niet toepast: er wordt gebruik gemaakt van de goedgekeurde symbolen – de ‘A’ voor events en marketing, het wapenschild geflankeerd door de wilde man en vrouw, sinds het bestuur van Bart de Wever als zegel van de gemeente – maar de toren zie je nooit systematisch opduiken: uiteraard wel als foto in een reportage in het stadsblad, maar voor de rest wordt daar toch spaarzaam gebruik van gemaakt. Misschien omdat het bestuur uit terughoudendheid zich de toren niet teveel wil toe-eigenen?

In deze categorie springen twee iconische beelden eruit, beide kort na elkaar:

Vaarwel Politiek, in Gazet van Antwerpen, 17/02/2014
(Foto van Patrick Janssens met toren en blauwe hemel op achtergrond)

Op de cover van de krant verschijnt een portret van voormalig burgemeester Patrick Janssens, die zijn vertrek uit de politiek aankondigt. Het is een foto genomen op het dak van het Zuiderterras. We ontwaren nog net de toren, die de centrale lijn opvult van de foto, van beneden rechts naar links boven. De toren die afgebeeld wordt in vage contour – een zeldzaamheid – onderstreept het vertrek en het verleden, geeft aan het beeld een dynamiek en ook melancholie.

Gezocht: 20 miljoen euro voor renovatie stadhuis, in Gazet van Antwerpen, 11/04/2014
(Foto van Burgemeester Bart de Wever op het dak van het stadhuis, de Onze-Lieve-Vrouwetoren op de achtergrond)

Het contrast met de vorige afbeelding kan niet groter zijn: dit is een beeld dat overwinning uitdrukt. De adelaar van het stadhuis vliegt hier bijna op naar de toren, alsof hij op de top ervan thuishoort. De toren vanuit deze hoek zien is ook vrij zeldzaam, niet in het minst omdat het niet iedereen gegeven is op het dak van het stadhuis te staan. Ook de burgemeester spreidt trots zijn armen. Voor een keer doemt de toren niet op uit de achtergrond, maar lijkt ze bijna op hetzelfde niveau te staan als het stadhuis. Deze foto is zo gemaakt dat het duidelijk is waar het gezag rust: in het stadhuis. De vleugels van de arend lijken daarbij als het ware de toren te willen bedwingen.

De toren in de sociaal-politieke geschiedenis

De bevrijding van Antwerpen in 1918, allegorische prent, van Gustave Donnet (1892 – 1973), uitgegeven in Feesten van Antwerpen 1920 (jaar van de Olympische Spelen te Antwerpen)
(kleurenprent met kathedraal op achtergrond, vrouw op paard met vaandel in de voorgrond)

Opvallend aan deze prent is de stralenkrans die uitgaat van de zon pal achter de toren, en dat het silhouet van de toren volstaat om Antwerpen af te beelden. Een bijzonder krachtige tekening vol beweging en emotie. Hier lijkt de toren bijna symbool te staan voor overwinning en een nieuwe dageraad.

Christen Fabriekswerkersverbond van Antwerpen, 1925, C.C.E.S.L., vlag (afgebeeld in: Luc Schokkaert, Geschiedenis van de Nationale Arbeidersbeweging in Antwerpen 1857-1988, Leuven, 1989)
(Vader en zoon met wapenschil; kathedraal en fabriek op achtergrond; opkomende zon)

Relatief eenvoudig, maar toch ontroerend: de vader, met een moe gewerkt gezicht, kijkt weg van de zon, naar de avond, dat hier voor het verleden staat. De zoon kijkt in de tegenovergestelde richting, aangewezen door zijn vader: de ochtend, de opkomende zon, en de werkplaatsen. Het straalt geloof en hoop uit, waarbij de toren en kathedraal niet alleen staan voor symbool van de stad, maar samen met het kruis boven de zon de christelijke dimensie extra uitdrukken. Hier dus vooral: geloof en hoop (Zie ook het wapenschild gesteund door de zoon: ‘Godsdienst – eigendom – huisgezin’). Deze vlag diende om rondgedragen te worden in de stad tijdens processies en stoeten.

De toren in handel en scheepvaart

Uiteraard kan het symbool van de stad niet wegblijven wanneer het om de haven gaat. Als het ware wordt daar de toren als anker gebruikt: meestal te zien vanop het water, als de stad die dichterbij komt, de kaai en vaste grond onder de voet.

Vooral de illustraties van de befaamde Red Star Line verdienen vermelding. Het vaarboek dat de stomer ‘Lapland’ aankondigt – toen met 189 meter lengte de grootste uit de vloot – heeft als omslag de vlag van Red Star Line op een achtergrond van kleuren van de Belgische vlag, en op de achterzijde de twee voorste torens van de kathedraal, zonder bijkomende boodschap. Antwerpen als thuishaven lijkt hiermee evident te zijn.

Een andere afbeelding, die uit de eindperiode van de Red Star Line dateert, is bijzonder geslaagd: ze toont de imposante stoomboot ‘Belgenland’ in de valavond, waarbij het licht van de kajuiten weerspiegelt op de Schelde. In de vaag azuurblauwe lucht schitteren de sterren al, terwijl we inderdaad in de verte ‘de lichtjes van de Schelde’ ontwaren, en het rijzige silhouet van de toren, die de stad als het ware lijkt te beschermen en de passagiers een laatste keer groet.

Ongedateerd, maar waarschijnlijk rond de vorige eeuwwisseling (?) is een prentkaart met aan de linkerzijde de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal waar achter de top van de toren de vlag van Red Star Line waait, en ernaast, op juist dezelfde hoogte, de skyline van New York, waarbij het hoogste en rankste gebouw zo is weergegeven alsof het een moderne verschijning van de toren zelf is (deze wijk, Battery Park, was voor de Europese migranten een trekpleister om er te wonen).

Rond diezelfde periode verschijnt ook een reclameposter van de Antwerpse verzekeringsmaatschappij ‘Antverpia’. Weliswaar bevindt hun hoofdzetel zich in Mariaburg, de voormalige wijk van Ekeren, nu te Brasschaat, maar op de poster wordt maar al te graag uitgepakt met de rede van Antwerpen en met de kathedraaltoren die in het midden prijkt. Zou hier de toren hier niet alleen als symbool staan voor de naam en de Antwerpse wortels, maar ook voor de betrouwbaarheid van de verzekeraar?

Een andere publiciteit die in het oog springt is Elixir d’Anvers van F.X. De Beukelaer. Pal in het midden, op een weg in het park, staat een reuzegrote fles Elixir afgebeeld, waar mannen en vrouwen in verbazing rondtroepen. Het enige wat de stad doet herkennen er de verbinding mee maakt, is de toren die boven de bomen uit prijkt, en het spiegelbeeld vormt van de ranke flessenhals. Uiteraard is daarbij de toren net ietsje hoger dan de fles zelf. De afbeelding wordt vandaag nog altijd gebruikt.

De toren in het toerisme

Doorheen alle eeuwen stroomden bezoekers naar onze stad, bekend en minder bekend. Sommigen, zoals Albrecht Dürer in de 16de eeuw of Vincent Van Gogh in de 19de eeuw, zochten hier naam en faam, anderen waren handelaars die niet anders konden dan de schoonheid opmerken tussen hun drukke bezigheden in, weer anderen waren wat we nu ‘toeristen’ noemen: zij met de middelen en de tijd om er voor lange tijd tussenuit te trekken. Met de komst van de moderne transportmiddelen kwam de ontdekking van onbekende plekken voor een veel groter publiek in het bereik, en dat gaat hand in hand met een groeiende productie gericht op deze nieuwe ontdekkingsreiziger: denk maar aan gidsboeken, stratenplannen, ansichtkaarten, koekjesdozen, en nog zoveel meer. En uiteraard kon op al deze de afbeelding van één monument niet ontbreken: de kathedraal en haar toren. Symbolisch zal ze vaak dezelfde functie vervullen: als synoniem voor de stad in haar geheel.

Maar in vele afbeeldingen wordt op originele wijze een combinatie bereikt van gelaagde betekenissen, zoals avontuur, bestemming, en zelfs vooruitgang. Zelfs kan men stellen dat, alhoewel gedurende vijf eeuwen het uitzicht van de kathedraaltoren niet wijzigde, deze toren in afbeeldingen al vele gedaantewisselingen onderging.

Op menige toeristische uitgave, en niet alleen van de eigen stedelijke Dienst voor Toerisme, maar evenzeer van uitgeverijen voor reisgidsen, prijkt de Onze-Lieve-Vrouwetoren als eerste gids en herkenningspunt van de Scheldestad. Maar nog meer staat hij er als boegbeeld van de hoogstaande kunst en de rijke geschiedenis van de Antwerpse metropool. Hetzelfde gaat op voor menig imposant fotoboek over ‘het stad’.

Anvers (Eglise Notre-Dame), Rouen, datum onbekend (interbellum?)
(Ansichtkaart, rede van Antwerpen in aquarelkleur, Zeppelin op voorgrond)

De functie van deze kaart, iets kleiner dan een gewone postkaart, is niet geheel duidelijk. Ze is uitgegeven door een zekere Maurice Léger ‘Maison de Nouveautés – Tissus en tous Genres’ te Rouen, Frankrijk. De gekleurde voorzijde toont de rede van Antwerpen in heldere tinten blauw, wit, en rood. Een unicum hier is de afbeelding van een Zeppelin, die boven de Schelde zweeft, en het oog via zijn voorste punt naar de kathedraal leidt (merk trouwens op dat hier daardoor visueel ook een zeldzaamheid wordt bereikt: gewoonlijk zal het oog van de toeschouwer eindigen op de kathedraaltoren, die de blik naar boven zal leiden; hier daarentegen wordt de blik via het topje van de toren naar beneden gebracht, een ietwat vervreemdend effect). Waar de Zeppelin vandaan komt, weten we niet, vermoedelijk uit Frankrijk gezien de woonplaats van de bezoeker. Aan de kaaien zien we een passagiersstoomboot – vermoedelijk van de Red Star Line, te zien aan zijn grootte – en aan de kaai zelf ontwaren we nog net de eertijds lange wandelboulevard aan de kaai zelf, omlijnd door bomen. Onze bezoeker schrijft over de kathedraal: “(elle) rivalise en grandeur et en hardiesse avec les églises les plus célèbres de la chrétienté.” Wat is nu symbolisch de betekenis van de toren in deze afbeelding, waar ook de Zeppelin prominent de aandacht opeist? We kunnen er niet omheen dat de auteur van de kaart niet alleen de toeschouwer deelgenoot wil maken van een belevenis, maar ietwat ook wil pochen met het mooie avontuur: stad en toren staan er bijna als een verafgelegen droomplek, gezien vanop het water, met zowat het zelfde dramatisch effect als wanneer men in Venetië het San Marco plein nadert via het water. Het straalt avontuur en verlangen uit, waarbij de afstand nog eens extra in de verf wordt gezet door transportmiddelen af te beelden die je niet elke dag nam: stoomboten, zeilschepen, en de Zeppelin. Je zou voor minder gaan dromen over een bezoek aan Antwerpen. De toren lijkt als het ware te zeggen: hier is het, probeer tot hier te geraken, en je zal rijkelijk beloond worden voor je inspanning.

Cruisevaarders veroveren Antwerpen, Het Nieuwsblad, 1998-1999?
(Zwart-wit foto, cruiseschip voor de rede, toren uiterst rechts)

Het Van Dyck-jaar in 1999 was natuurlijk een topjaar voor Antwerpen. Een opvallende foto verscheen toen in Het Nieuwsblad, waarbij werd aangekondigd dat er voor dat jaar maar liefst 24 cruiseschepen zouden aanmeren. Op de foto zien we de Pacific Princess die majestueus de volledige kade voor het Zuiderterras inneemt. We zien hoe alle gebouwen errond, zelfs de KBC-toren, als het ware verkleinen naast zoveel macht en sierlijkheid. Maar wie blijft er toch met kop en schouder boven uitsteken? Jawel, de kathedraaltoren, die uiterst rechts erin slaagt om erbovenuit te tronen, en letterlijk op de boot wat neerkijkt, men zou in een lyrische bui kunnen stellen: met een blik van nieuwsgierigheid en bestudeerde achteloosheid. De fotograaf weet hier knap een symboliek vast te leggen van de stad als avontuurlijke, te ontdekken bestemming, door de combinatie van deze hypermoderne boot en de blijvende, heersende toren. En zo wordt terug een link gelegd met de eerste afbeelding, die van Marcel Léger te Rouen, die ook dezelfde truc toepaste: de combinatie van transport en de toren, als symbool van bestemming en eindpunt.

De drie zustersteden, gids K.L. Ledeganck, begin jaren 1970?
(Drie torens op een achtergrond van lichtgeel, titel aan rechterzijde, zwart – wit – geel)

Op het einde van de jaren ’60 en ’70 wordt het allemaal wat grauwer, doordat ook de samenleving toen in een economische crisis tuimelde met een weerslag tot ver in de jaren 1980. Die grauwe, kille wijze – men zou bijna durven zeggen: ongedurfd, zonder veel inspiratie – zien we terug in deze omslag van een gids voor ‘De drie zustersteden‘ (volgens de auteur: Gent, Brugge, Antwerpen). Drie torens, telkens bijna voor de helft opgedeeld in zwart, dat het geheel toch een zwaar, monotoon karakter bezorgt. En helemaal bevreemdend is de kleine gestalte van de toren, die van alle drie toch wel niet de hoogste is! Enige troost kunnen we vinden in het perspectief: van alle torens is zij het verste afgebeeld, en de kijker zal dat misschien ook beseffen. Als er al enig symbolisme bedoeld was, gaat dit voor een zeldzame keer verloren in de starre, levenloze afbeelding. We kunnen niet anders besluiten dat in deze afbeelding – misschien onbeholpen – de kathedraaltoren oneer wordt aangedaan, en haar symbolische waarde tot het minimum wordt herleid.

La Patrie Belge, X, 1930
(gekleurde omslag, monumenten op een bergachtergrond, toren rechts)

Uiteraard werd tijdens het interbellum toch ook nog vastgehouden aan de traditionele afbeeldingsvormen – misschien wel bedoeld om het lezerspubliek van deze gids niet al te zeer af te schrikken. We zien er onder de verzameltitel ‘La Patrie Belge’ een verzameling van monumenten, op een achtergrond van een berg (Dinant?) en een voorgrond van pittoreske huisjes (Brugge?) naast een stoomboot (Red Star Line?). De monumenten hier zijn van links naar rechts: het stadhuis van Brussel, het Belfort van (Ieper/Brugge?), Gent?, onbekend, en uiteindelijk de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal die mee met het stadhuis van Brussel voor de opwaartse stuwing zorgt van de kijkersblik. Een mooi detail is de toren die als het ware opdoemt uit de stoomwolken van het schip beneden, als het ware een mooie symbolisering van de onlosmakelijke band van de stad met haar haven en de rest van de wereld. Van alle afbeeldingen op deze omslag wordt enkel bij Antwerpen dit effect bereikt, door de (ongewilde?) toevoeging van dit detail. Merk op dat de inkleuring en de techniek van de volledige afbeelding toch wel heel sterk aan het impressionisme doet denken: dezelfde kleuren, dezelfde transparantie, de zelfde vlekkerige wijze van de penseeltoets, vooral op het water. Met spijt moeten we vaststellen dat de voorstelling van de torenverdiepen niet zo heel accuraat is. Maar al bij al slaagt deze afbeelding erin een dynamisme te symboliseren van een trotse, wervelende stad.

Antwerpen en omliggend toerisme, gids, Antwerpen (interbellum?)
(Silhouet van de toren, water, boot, blauw en zwart)

Alhoewel natuurlijk het uitzicht van de toren doorheen 500 jaar niet wijzigt, is het toch opmerkelijk hoe de afbeelding ervan deels beïnvloedt wordt door de kunstperiode. Tot ongeveer het einde van de 19de eeuw ondergaat de afbeelding van de toren geen noemenswaardige wijzigingen: ze wordt steeds getrouw en gestileerd weergegeven, of het nu een schilderij op grote dimensies betreft, een postkaart, of een handelsposter. Dit leunt uiteraard nauw aan bij de heersende kunstopvatting: een andere wijze van afbeelden was gewoon niet gekend. Dit verandert allemaal bij de vorige eeuwwisseling, wanneer kunststromen opkomen zoals de romantiek, impressionisme, surrealisme en zelfs nihilisme. Het heeft ook allemaal zijn invloed op de kathedraaltoren. Een bijzonder goed voorbeeld daarvan is de omslag van deze gids: we herkennen nog de toren, die de aandacht opeist, maar zowel van stoomboot, Schelde en bouwwerk is abstractie gemaakt in rechte, dikke lijnen die dan nog eens tot een minimum beperkt zijn. Weg met de romantiek van de gotiek, in deze afbeelding wordt resoluut aansluiting gezocht bij de moderne tijden zonder het oude overboord te gooien. In de lijnen herkennen we de vloeiende, soms strenge architectuur van de jaren ’30 (denk Bauhaus en le Corbusier), en de abstractie van afbeelding waarmee toen Picasso en Léger in Parijs experimenteerden. Bijzonder ook is hoe een sterk effect wordt bereikt met een minimum aan kleur. De roaring twenties, en je voelt inderdaad het optimisme en de drang naar vooruitgang in deze afbeelding. De toren staat er niet symbool te wezen voor een verleden, of voor een geloofsgemeenschap. Hier lijkt ze de trots en inventiviteit te symboliseren van haar bouwers, alsof de toren zegt: zie wat er mogelijk is – met inspanning en durf kan je soms iets neerzetten dat over de generaties heengaat.

OLV-torens vanuit het Oosten

Maak hieronder uw keuze voor een deelaspect.

  1. Klik de cirkel van uw keuze aan.
  2. De (logisch gezien) eerstvolgende staat bovenaan en kan u meteen centraal aanklikken.
  3. Klik daarna op de link die in het midden verschijnt.