De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen, een openbaring.
De parochiekerk
De uiterste zuidbeuk is van meet af aan bedoeld als parochiekerk, vandaar dat ze zo breed als de middenbeukDe ruimte tussen de twee middelste reeksen pijlers van het schip. is. Daar staan het eigen parochiealtaar, de preekstoelEen kerkmeubel, dat nu meestal in onbruik is geraakt en dat bestaat uit een verhoog vanwaar de predikant de kerkgangers toesprak. Meestal staat een preekstoel in het midden aan de zuidzijde van de kerk. en de doopvontDe stenen of metalen kuip met wijwater, gebruikt voor het toedienen van het doopsel. Vaak staat/stond de doopvont in een speciaal hiervoor ontworpen doopkapel, meestal dicht bij de ingang van de kerk.. Daar hoort ook een eigen sacristieDe kamer waar de priester(s), de gebedsvoorganger(s) en de misdienaar(s) en/of acoliet(en) zich voorbereiden en omkleden voor de mis. bij en de ‘Tafel van de HeiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. Geest’. Tot 1640 hebben de kerkmeestersEen leek die lid is van het kerkbestuur. In die functie is hij/zij medeverantwoordelijk voor het materieel en financieel beheer van het gebouw en alle bezittingen van de kerk. hun vergaderlokaal (hun ‘kamer’) vlak bij de kapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
, nu sacristie van de Venerabelkapel. Misschien dat in de 16de eeuw de eerste biechtstoelenEen meubel dat speciaal werd ontworpen om het sacrament van de biecht te vergemakkelijken, m.n. door te vermijden dat biechtvader en biechteling oog in oog met elkaar zouden staan. Links en rechts zijn knielbanken voor biechtelingen; in het midden is een hokje waarin de biechtvader zit. Beiden zijn van elkaar gescheiden door een wand waarin een rasterwerk is aangebracht zodat de biechtvader de biechteling wel kan horen, maar niet zien. hier stonden, maar daarna komen de meeste in de kooromgangWandelgang rond het hoogkoor, waarop eventueel koorkapellen en kranskapellen uitgeven. te staan. In de 17de eeuw richt men in een van de annexen een ‘trouwkoor’ in: een aparte kapel in de vorm van een burgerkamer die intiemer is voor het doorgaans beperkte gezelschap dat toen de huwelijkssluiting volgde. Bovendien zorgden de lambriseringen voor iets meer warmte dan in de grote kerkruimten.
Het parochiealtaar
Voor haar diensten beschikt de parochie over een eigen parochiealtaar (gewijd in 1469). Vlak daarbij stond het gestoelte van de kerkmeesters. Enkele jaren na de splitsing van de parochie in Onze-Lieve-Vrouw-Noord en -Zuid in 1614 wordt dit altaar in 1621 opgeheven, en wordt deze ruimte opgenomen in de Heilig Sacramentskapel. De diensten gaan waarschijnlijk daar verder door.
Het vieringaltaar
Door de opheffing van het kapittelAlle kanunniken die verbonden zijn aan een kathedraal of een andere belangrijke kerk, die men dan kapittelkerk of collegiale kerk noemt. In een klooster of abdij is dit ook de vergadering van de religieuzen, in een kapittelzaal, ‘met stem in het kapittel’. in 1801 en door de afbraak van het koordoksaal lag de weg vrij om het te herbouwen hoofdaltaar aan de parochiegemeenschap toe te wijzen. Waar voorheen tientallen missen werden gecelebreerd op even zo vele altarenHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn., moest het nieuwe hoofdaltaar van Jan Blom (1824) beantwoorden aan enkele massaal bijgewoonde misvieringen op zon- en feestdagen, die de hele middenbeuk vulden.
Bij de voltooiing van de restauratie van het koorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar. in 1993 kan men de gemeenschapsgedachte – een belangrijk accent van het Tweede Vaticaans ConcilieEen grote vergadering van kerkelijke ambtsdragers, voornamelijk bisschoppen, onder leiding van de paus, om beslissingen te nemen betreffende het geloof, de kerkelijke gebruiken, enz. Een concilie wordt meestal vernoemd naar de plaats waar het werd gehouden. Voorbeelden: het Concilie van Trente [1635-1653] en het Tweede Vaticaans Concilie [1962-1965], wat voorlopig ook het laatste concilie is. – meer definitief vorm geven in een marmeren tafelaltaar. Hiervoor heeft men het kostbare zilveren antependiumLetterlijk: ‘voorhangsel’. Een versiering die men aan de voorkant van het altaar plaatst en deze doorgaans volledig afdekt. Een antependium kan van verschillende materialen zijn gemaakt: zilver (zoals in de Antwerpse kathedraal), hout maar ook textiel. In dit laatste geval wordt het soms aangepast aan de liturgische kleuren. met De geboorte van Onze-Lieve-Vrouw, door Jan Verschuylen (1865) geleend van het zogenaamd Schoenmakerskapelletje, op de Schoenmarkt, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Toevlucht. Badend in het licht van de ondergaande zon die doorheen het gebrandschilderde maaswerk in de westgevel binnenvalt, lijkt het antependium wel in goud te veranderen …
De doopkapel
Op het westelijk uiteinde van de uiterste zuidbeuk bevond zich de doopkapel. De gewoonte om zo snel als mogelijk na de geboorte te dopen, ook ’s nachts, zorgde ervoor dat de doopkapel gemakkelijk toegankelijk was bij de ingang van de kerk, hier de zijingang onder de zuidertoren. Hieraan ligt de toenmalige katholieke theologie ten gronde dat men eerst gedoopt moet zijn vooraleer men de kerkgemeenschap vervoegt en het kerkgebouw betreedt. In de ruimte van de bookshop herinneren de reliëfs van de twee sluitstenen (tussen 1430 en 1469) aan die oorspronkelijke functie: Het doopselDoor dit sacrament wordt een mens lid van de kerkelijke geloofsgemeenschap. De kern van het gebeuren is een rituele wassing, die zich meestal beperkt tot besprenkeling van het hoofd met water. Het doopsel wordt in principe toegediend door een priester, maar nu dikwijls ook door een diaken. van Christus en Engel die Jezus’ kleed vasthoudt.
Omdat de aalmoezeniers graag hun kapel hebben bij hun andere lokalen aan de zuidbeuk, wordt de doopkapel overgebracht naar het uiteinde van de tegenoverliggende uiterste noordbeuk, bij de zijingang onder de noordertoren. Een van de gedoopten aldaar, anno 1599, is Antoon van Dyck. Wanneer de parochie in 1614 wordt opgesplitst in Onze-Lieve-Vrouw-Noord en -Zuid, wordt de bestaande doopkapel eenvoudigweg in tweeën verdeeld, met twee afzonderlijke deuren, doch met behoud van de ene doopvont die aan de eigen kant bediend werd.
Nu staat de doopvont midden in de kerk, tegenover de preekstoel. Volgens de theologie van het Tweede Vaticaans Concilie, die meer de Kerk als gemeenschap belicht, word je door het doopsel in de kerkgemeenschap opgenomen – als antwoord op het woord van Jezus dat je aangesproken heeft.
Voor raadpleging van de doopregisters gaande tot aan het Frans Bewind, moet je naar het Stadsarchief, de volgende registers rusten in het parochiearchief.
- Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
- Geschiedenis & Beschrijving
- Voorwoord
- Inleiding
- De historische context
- Een bouwgeschiedenis van eeuwen
- Een kathedraal staat nooit alleen
- De Onze-Lieve-Vrouwetoren
- Het hoofdportaal
- De ruimtewerking
- De Tenhemelopneming (C.Schut)
- De Kruisoprichting (PP.Rubens)
- De Kruisafneming (PP.Rubens)
- De Verrijzenis (PP.Rubens)
- De Tenhemelopneming (PP.Rubens)
- Het hoofdaltaar
- Kapittelkerk
- Bisschopskerk
- Parochiekerk
- De preekstoel
- De biechtstoelen
- De armenzorg
- De Venerabelkapel
- De Mariakapel
- Ambachten en gilden
- De kooromgang
- De grafmonumenten
- Looft de Heer !
- Alle registers open: de orgels
- De Kruisdrager (J.Fabre)
- Bibliografie