Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Derde NACHT van de KERKEN

Zaterdag 09 augustus 2014

1814 - 1914 - 2014

1814

na de Franse overheersing verschijnen de typische Antwerpse Madonna- en andere religieuze beelden opnieuw in het straatbeeld.

Ontdek ze met de wandelgids  1814 – 2014, verdwenen – verschenen.

1914

de ‘Groote Oorlog’.
De Antwerpse kerken gaan op zoek naar het leven in de parochie in oorlogstijd, naar de parochianen die sneuvelden en de pastoors in het verzet.
Ga mee op tocht naar dit levend verleden.

12 Antwerpse kerken gingen mee op tocht

1514 – 1814 – 1914 – 2014

De kapel, oorspronkelijk van het droogscheerdersambacht, is waarschijnlijk voltooid in 1514.

Na het concordaat van 1801 wordt ze bijkerk van de St.-Carolus- en de St.-Antoniusparochie. Onmiddellijk in 1814 wordt een beeld van de zittende Maria met Kind in de portaalnis geplaatst: een witgeschilderd werk in terracotta van Joannes Eyckmans (gesigneerd en gedateerd). Het beeld is net gerestaureerd in 2014.

Begin 20ste eeuw wordt het naburige pand en vervolgens ook de kapel eigendom van de Missionarissen van Afrika, omwille van hun exclusief witte toog beter bekend als ‘de Witte Paters’. Die willen in de havenstad maar al te graag een missieprocuur vestigen, meer bepaald tussen het Centraal station en de Scheldekaaien waar o.m. de Congoboten aanleggen. Bij het uitbreken van de oorlog vluchten de novicen uit Capenberg te Boechout naar het studiehuis in Boxtel, om er “vrije Hollandse lucht” te kunnen inademen.

Op Kerstdag 1915 ontvangen in totaal 35 novicen en jonge missionarissen het bericht van hun mobilisatie als brancardier. Acht van hen sneuvelen op het slagveld. Frater Lode de Boninge, geboren te Antwerpen uit een Franstalige notarisfamilie met als voornaam ‘Louis’, komt aan het front van de Ijzer in opstand bij het zien van de nodeloze ellende van de Vlaamse soldaten en geeft voor zijn soldaten, op zijn kosten, het blaadje De Leiekerels uit, maar het wordt aldra, net als alle andere Vlaamse verenigingen, door de overheid verboden. De clandestiniteit die daarop volgt zorgt voor een nog groter succes van de (Vlaamse) Frontbeweging, waarbij hij later aansluit. Hij sneuvelt echter bij zijn dienstwerk als brancardier. In 1934 wordt zijn beeld ingehuldigd op een van de hoeken van de Ijzertoren te Diksmuide, maar zijn vader heeft steeds geweigerd om zijn stoffelijk overschot daar in de crypte te laten bijzetten.

Ongeveer 20 Witte Paters in Congo worden ingezet als legeraalmoezenier in de campagne tegen Duits Oost-Afrika, zijnde Ruanda-Urundi, de ene helft bij de Belgische strijdkrachten, de andere als ‘chaplains’ bij de Britse krijgsmacht. Ook vervullen ze o.m. maatschappelijk werk door te bemiddelen tussen de Congolese soldaten en hun Belgische officieren.

De missieprocuur te Antwerpen, noch de kapel, lopen noemenswaardige schade op. Hun vormingshuis te Boechout, aan de rand van de Antwerpse verdedigingsgordel, vangt eerst honderden Belgische soldaten op de aftocht op, vervolgens massa’s burgers, in paniek op de vlucht bij het bericht van ongehoorde Duitse wreedheden, en eveneens op weg naar Antwerpen. Nadien legeren er Duitse soldaten. Tijdens de oorlogsjaren ontpoppen de paters in opleiding zich als volslagen graansmokkelaars – dankzij hun toog: ”twee zakken graan in de broek, twee zakken in de toog en twee zakken in de overjas”. Het religieuze habijt had in die tijd, een onaantastbare waarde, voor vriend én vijand… 

“Zij hebben de vijanden van hun land wederstaan”, zo luidt de Bijbelse tekst uit het Boek der Makkabeeën (1 Makk. 14:29) die hulde brengt aan de gesneuvelden. De bekroning van het herdenkingsmonument toont de Belgische wapenuitrusting, De lijst van de soldaten die hun leven gaven voor hun volk vormt de aanzet voor een tentoonstelling over de gesneuvelde parochianen met foto’s, brieven en dagboeken.

En vergeet de prachtige Mariabeelden in de buurt niet, vaak genoemd naar het devotiebeeld in de parochiekerk: O.-L.-Vrouw van Bijstand en Victorie: Pompstraat (1793) en Steenhouwersvest (1814).

De Sint-Anna3-kerk is te jong om veel over de WO I te kunnen verhalen. Alles wat met vroegere tijden verbonden is ligt nu ondergespoten. De 19de-eeuwse kerk ‘Sint-Anna in de put’ is afgebroken en ‘op hoger niveau’ vervangen door de huidige modern opgevatte kerk uit 1970.

Maar voor de ‘Nacht van de kerken’ opent Sint-Anna-ten-Drieën wel de deuren. Ze verwelkomt u op haar dubbeltentoonstelling MA, wat staat voor ‘openheid, ruimte waarin mensen elkaar en het mysterie ontmoeten’.

De Japanse kunstenaar Sei Arimori laat het licht praten en speelt met weerkaatsingen van het goud, symbool van leven en spiritualiteit.

In het werk van de Belgische beeldhouwster Annie Brasseur regeren spanning en soepelheid in de hout- en pure geometrie in de metaalsculpturen.

Dit alles harmonieert perfect met het heerlijke licht en kleurenpalet van de kerkbrede glasramen.

Twee gedachtenismonumenten vormen elkaars pendant achteraan in de kerk. Beide witstenen beelden op marmeren sokkels zijn het werk van beeldhouwer E. Deckers. De beeldengroep ‘Anna, Joachim en Maria’ maakt hij in 1913 in opdracht van anonieme schenkers. Het ‘Monument der gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog’ (1923), is een kopie van een deel van het voetstuk van zijn magistrale ruiterstandbeeld van Koning Albert I dat nu in het Antwerpse stadspark staat. De immer actuele tekst op het voetstuk ‘Bidt voor hen die door hun sterven niet enkel den jongelingen maar gansch den volke eene les van wilskracht en sterkte hebben nagelaten’ is gebaseerd op het Bijbelboek bij uitstek dat handelt over opstand tegen de bezetter (2 Makk. 6:31).

Toch geeft het monument zijn geheimen nog niet prijs. De vraag blijft of het enkel is opgericht ter nagedachtenis van de ‘Groote Oorlog’.

Ga zeker ook op ontdekkingstocht naar de talrijke religieuze beelden in de omliggende straten. De Paardenmarkt herbergt o.m. een grootse Calvariegroep in de tuin en een mariabeeld aan de gevel van de pastorie en t.h.v. nr. 89 het beeld ‘O.-L.-Vrouw met Kind’. En breng een bezoekje aan de Kapel van O.- L.-Vrouw van Goed Succes (links van de ingang).

‘De pastoor zwijgt niet!’ vertelt het verhaal van pastoor Bernaerts die tijdens de oorlog tot tweemaal toe gevangen wordt gezet door de Duitsers. Zijn moedig verzet tegen de bezetter wordt geïllustreerd met krantenmateriaal uit Groningen. Ook kunt u zijn geschilderd portret en de ciborie en pateen bewonderen die hij uit erkentelijkheid ten geschenke kreeg van de parochianen. 

Een grote lijst toont alle namen van parochianen die sneuvelden of die betrokken waren bij de oorlog. Van een aantal onder hen kennen we het verhaal. Welk geheim het oorlogsmonument inhoudt kunnen we enkel ter plaatse onthullen.

De gevelbeelden hebben hun eigen verhaal: de herdenking in 1914 van hun terugplaatsing 100 jaar voordien, in 1814 na de Franse overheersing, werd gevierd met … een boeteprocessie …. omwille van de oorlog.

Hoewel de begijnhofkerk geen directe link heeft met de ‘Groote Oorlog’ kan je in de kerk en het begijnhof genieten van de avondsfeer en heerlijk wegmijmeren bij mooie orgelmuziek.

Ontdek zeker de eeuwenoude beelden in het begijnhof, het beeld van de H. Begga op de inkompoort en vlakbij de prachtige Madonnabeelden van de Ossenmarkt en van de Pieter van Hobokenstraat 26 (18de eeuw).  

Kom in de Sint-Fredeganduskerk genieten van een evocatie van geestelijke oorlogsliederen op muziek van bekende liederen, die in onze kerk gezongen werden tijdens de ‘Groote Oorlog’. Zij werden destijds speciaal in boekvorm uitgegeven. Een ware ontdekking.

We laten u kennis maken met de oorlogsgebeurtenissen in Deurne, onder meer over de Zeppelins. Dan zullen we een aantal oorlogsliederen zingen met begeleiding van het orgel en … meezingen mag.

Daarna bieden we de bezoekers niet alleen een hapje aan, een recept uit een Duits oorlogsboek uit de ‘Groote Oorlog’, maar ook een meerkleurige brochure met dit en andere ‘oorlogsrecepten’.

De gedenkplaat opgericht voor de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog vermeldt ‘in koper gedreven’ de namen van 25 parochianen die het leven lieten in de ‘Groote Oorlog’. Reeds een half jaar na de wapenstilstand neemt men het initiatief om hen hiermee te laten voortleven in de herinnering.  Maar is dit gelukt? Wat weten we bijna 100 jaar later nog  over hen?

Het 17de-eeuwse beeld van O. -L.-Vrouw van 7 weeën van De broederschap der geloovige zielen spreekt al honderden jaren moeders aan die voor hun zonen-soldaten komen bidden.  Een opvallend zwaard doorboort Maria’s hart zoals voorspeld door Simeon bij de opdracht van de 40 dagen jonge Jezus in de tempel  (Lc. 2:35), een voorzegging van Jezus’ lijden en kruisdood. Tot in de 17de eeuw bleef dit een actuele zinsnede, omdat een zwaard nog tot de standaardwapenuitrusting behoorde. Minder zichtbaar zijn de dolken die staan voor de 7 ‘weeën’ die het leven van Maria bepaalden.

Op het middenpaneel van de gedenkplaat is een grote engel op aarde neergedaald, Victoria, de Overwinning, om het einde van de oorlog aan te kondigen. Fier houdt ze tot driemaal toe een attribuut: een laurierkrans op het hoofd, een grote palmtak in de rechter- en nog een laurierkrans in de linkerhand, terwijl simpelweg een kanon met een kapot wiel alludeert op de oorlog die dood en vernieling heeft gezaaid. De oorlogsellende wordt op de achtergrond summier opgeroepen door enkele kruisen van oorlogsgraven. Boven het hoofd van de Victoria straalt een ster met daarboven het wapen van het overwinnende België met de klauwende leeuw en de spreuk Eendracht maakt macht. De panelen links en rechts vermelden de namen van de oorlogsslachtoffers, links bekroond met het wapen van Antwerpen en rechts met Sint-Joris die de draak overwint.

In oktober 1914 was de neoromaanse toren een uitgelezen uitkijkpunt om de oorlog in Antwerpen te volgen. Maar de parochie lijdt tijdens de oorlogsjaren. Hieraan herinnert het oorlogsmonument dat nu de basis vormt voor een zoektocht naar de gesneuvelde parochianen en hun familie. De ‘kapel der gesneuvelden’ of ‘Pietakapel’ wordt voor de gelegenheid nieuw aangekleed.

Op 23 oktober 1921 wijdt Kardinaal Mercier de Piëtakapel in en onthult de gedenksteen ter nagedachtenis van de 72 parochianen, gesneuveld tijdens WO I. Hun namen zijn op een marmeren drieluik aangebracht. Hoewel de kerkfabriek uitdrukkelijk vroeg om het wapen van België toe te voegen, blijft architect Van Dijk zich hiertegen verzetten. In 1924 plaatst men 2 wapenschildjes in geëmailleerd koper, met het wapen van de Stad Antwerpen en van het hertogdom Brabant.

De gouden mozaïekkoepel is bezaaid met vlammende sterren. In het centrale motief duidt het opschrift “DEXTERA DOMINI” op de (rechter-)hand van God, die het (vergulde) kruis van Jezus houdt, op te vatten als Gods zegenende goedkeuring en bijstand bij het kruisoffer van Zijn Zoon Jezus, en tegelijkertijd bij hen die in navolging van Christus zich hebben laten slachtofferen om ‘de vrede Gods’. Aan de rand van de koepel alludeert de tekst duidelijk op wie bereid was Jezus’ kruis te dragen, d.i. Hem tot in Zijn bitter lijden en sterven te volgen: “NISI IN CRUCE / DOMINI NOSTRI / JESU CHRISTI / ABSIT GLORIARI” (uit de brief van Sint-Paulus aan de Galaten (Gal: 6:14): “(God) verhoede mij op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus”, (en de tekst vervolgt in vers 16: “over allen die naar dit beginsel leven kome vrede en barmhartigheid”).

Naast vele andere rouwende familieleden herkende menig treurende moeder zich nog vele jaren na WO I in Maria, ‘de ‘Moeder van Smarten’, die in deze Piëta haar overleden Kind beweent (gepolychromeerd beeld van Petrus De Roeck, 1921),.

De marmeren draagsteen van het monument verwijst ook naar de hoop in bange oorlogsdagen: “Bedroeft U niet gij christenen gelijk de overigen die geen hoop hebben” (Thess. 4:12). Op de gouden band rondom de kapel spoort de (bloed)rode tekst uit de Klaagliederen van Jeremias niet enkel aan tot geestelijke vertroosting bij Maria, maar ook tot medeleven met de rouwende families:

 “O.TREURENDEN.DIE.LANGS.DEZEN.WEG.VOORBIJGAAT.
NEEMT.ACHT.EN.ZIET.OF.ER.EEN.SMART.IS.GELIJK.MIJN.SMART – Tren”. (een tekst uit de Klaagliederen, 1:12)

De Sint-Pauluskerk evoceert ‘de groote oorlog in de Sint-Paulusparochie’ op basis van het verhaal van vier parochianen-oorlogshelden: Pieter Hogerheyde, August Hofman, Adolf Van Hecke en Emiel Lava. In de Kruiswegkapel waar ook de gedenksteen voor de gesneuvelden staat wordt u vergast op een origineel filmdocument uit 1919 (5 min.) over hun begrafenis na de oorlog in de parochie.   
Met beeldmateriaal wordt ook de herinnering levendig gehouden aan oorlogspastoor Louis Van Bostraeten, die een tijd krijgsgevangen was in Duitsland.

Aansluitend op de viering van de Afrikaanse gemeenschap die start om 19u kan u in deze verrassend open en heldere kerk ook terecht voor de tentoonstelling ‘De Groote Oorlog versus De Kleine Mensch’.  U krijgt niet alleen een beeld van de oorlogssituatie in de stad en vooral in de omgeving van de Volkstraat, maar ook van de uittocht van de vluchtelingen uit een belegerd Antwerpen.

Vlak na de Eerste Wereldoorlog worden in 1920 de openingstoespraken van de Olympische Spelen te Antwerpen in de hoofdkerk gehouden. Daarbij zinspeelt de bisschop (van Mechelen), kardinaal Mercier, op de oorspronkelijke Olympische gedachte van een wedstrijd als ersatz voor oorlogsstrijd. Iets later wordt één van de koorkapellen omgebouwd tot ‘O.- L.-Vrouw van de Vredekapel’ (1921-‘24) als aandenken aan de gesneuvelden. De nieuwe kapel is ook op artistiek vlak zeer  belangrijk: ze vormt het sluitstuk van de 19de– en begin 20ste-eeuwse herinrichting van de kerk in de neogotische stijl en valt samen met het uitsterven van de neogotiek als kunststroming in onze streken.

Het altaarschilderij van Jozef Janssens (1924) verheerlijkt Maria in de kathedraal als vredeskoningin verenigd met o.m. het koningspaar Albert I en Elisabeth, kardinaal Mercier, de pastoor en hun patroonheiligen. De opvallende predellaschilderijen herinneren aan Antwerpen te midden van zwaar geteisterde steden, van oost naar west: Dinant, Leuven, Ieper en Nieuwpoort. Onderaan staan de namen van 45 gesneuvelde parochianen. 

In de Onze-Lieve-Vrouwekapel worden de processies belicht en de feesten van 1864 en 1889 die de terugplaatsing van Mariabeelden in 1814 herdachten. Eén van de twee vaandels die in 1864 ter herinnering hieraan geschonken werden is pas gereinigd en staat nu opgesteld samen met een aantal attributen waarmee de beelden bij feestelijke gelegenheden werden versierd.

Het beeld van Maria ‘ten hemel opgenomen’ aan Groenplaats 28-29 (naast St.-Pieterstraat), werd in 1920 hernieuwd nadat het vorige barokke exemplaar in terracotta ten val was gekomen: een ouderdomsverschijnsel, maar het is niet onmogelijk dat het bombardement op de nabije Beddenstraat anno 1914 hierbij een handje heeft toegestoken.