Mijter
Het ceremonieel hoofddeksel van bisschoppen en abten. De voor- en achterzijde zijn qua vorm identieke vijfhoeken die met de punt naar boven wijzen.
Kazuifel
Mouwloos gewaad dat de priester boven de albe en de stool draagt tijdens de mis.
Kap
Opstaand hoofddeksel gedragen door vrouwelijke religieuzen. Tot het Tweede Vaticaans Concilie bedekte de kap het volledige haar en de hals. Tegenwoordig staat de kap meestal op het haar.
Habijt
Algemene benaming voor de typische kleding van een bepaalde religieuze orde.
Dalmatiek
Een gewaad dat op een kazuifel gelijkt, maar ervan verschilt doordat hij mouwen heeft. Een dalmatiek is een typisch kledingstuk dat diakens dragen tijdens liturgische plechtigheden.
Clergyman
Door een Priester gedragen zwart pak, met onder de jas een (meestal zwart) hemd met een opstaande witte boord.
Cingel
Meestal wit koord dat een persoon die een albe draagt om het middel bindt. Een cingel is ook de brede band die priesters soms rond hun middel over een soutane dragen.
Camauro
Een rode fluwelen muts afgezoomd met witte bont, dat door pausen wordt gedragen.
Bonnet
Vierkant hoedje dat traditioneel door priesters wordt/werd gedragen samen met de soutane. Ze is meestal zwart en heeft 3 opstaande kammen die in het midden samenkomen onder een pompon. Een jezuïetenbonnet heeft 4 opstaande kammen.
Albe
Een lang wit gewaad met lange mouwen, gedragen tijdens religieuze plechtigheden door priesters, diakens, pastorale werkers, misdienaars en acolieten.