Sint-Andrieskerk, Antwerpen
De zijaltaren
In 1663, meteen na de bouw van de dwarsbeuken, richtten de broederschappen elk een zijaltaar aan weerszijden van de hoofdbeuk.
Heilig Kruisaltaar
marmeren, barok, portiekaltaar met kariatiden van Cornelis Van Mildert, 1665;
schilderij Calvarie, Frans II Francken, 1603;
marmeren altaartuin van Jan I en II Van den Cruyce, 1672.
Getrouw aan de gotische symboliek situeert de devotie omtrent Jezus’ liefdeoffer op ‘het Kruis’ zich aan de zuidzijde. Het vroegere houten altaarHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn. was sinds 1603 getooid met een geschilderde ‘Calvarie’ van Frans II Francken, trouwe parochiaan van Sint-Andries. Voor de gloedrode hemel waar het lichaam van de gestorven Christus tegen afsteekt, stond Vincent Van Gogh, in 1886 in bewondering. Het retabelGeschilderde en/of gebeeldhouwde achterwand van een altaar dat tegen een wand of pijler is geplaatst. Onder het retabel is er soms een predella. werd aangepast en waarschijnlijk van zijn luiken ontdaan toen Cornelis Van Mildert in 1665 een exuberant, marmeren portiekaltaar optrok. Zijn de twee binnenste zuilen zwaar en geschroefd, de twee buitenste zijn herschapen tot een hupse kariatide met als kapiteel de naturalistische rieten bloemenkorf op hun hoofd. Beide bloemenmeisjes voeren het hoogbarokke karakter van dit altaar ten top.
Heilig Kruis-monument:
“Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zijn kruis opnemen” (Mt. 16:24).
Altaar van St.-Anna
marmeren barok altaar van Jan Van der Cruyce, 1674;
schilderij Maagschap van St.-Anna, Maarten Pepijn (?);
marmeren altaartuinHouten of marmeren omheining rond een altaar die de ruimte die voorbehouden is voor de priester afbakent. In Antwerpen kan men nog altaartuinen zien in de Sint-Andrieskerk., Michiel I Van der Voort (?), 1720?.
Ter ere van St.-Anna werd in 1594 opnieuw een altaar gewijd, mogelijk toen al voorzien van het huidige schilderij, dat ook wel eens aan Maarten Pepijn wordt toegeschreven. Met de Maagschap van de H. Anna wordt bedoeld haar brede familieverwantschap; een populair thema in de middeleeuwen toen het individuele gezin niet zo centraal stond. Aldus de traditie, huwde Anna achtereenvolgens met Joachim, Cleofas, en Salomas en werd uit elk huwelijk telkens één dochter geboren: een Maria. Het spreekt vanzelf dat vooral de familieband tussen oma Anna, moeder Maria en het kind Jezus centraal stond.
In 1663-’74 wordt in opdracht van het gelijknamige broederschap een marmeren portiekaltaar opgetrokken door Jan Van der Cruyce. Waarschijnlijk werd qua formaat het oude altaarstuk aangepast.
Voor elk der beide pilaaraltaren staat nog – zeer uitzonderlijk – de altaartuin. Volgens de baroktrend is het constructieve raamwerk opgetrokken in zwart marmer en contrasteren daarmee de witte, deels opengewerkte reliëfpanelen.
Bij de bijzonder decoratieve H.-Kruis-afsluiting, werk van Jan I en II Van den Cruyce, 1671-‘72, wordt Jezus’ kruisoffer verder geïllustreerd door de lijdenswerktuigen.
De eenvoudigere tuin van het St.-Anna-altaar, die ofwel dateert van 1675 ofwel toe te schrijven is aan Michiel I Van der Voort, ca. 1720, bevat enkele heiligenmedaillons.