Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.
De ordestichter Sint-Dominicus
en de Dominicanenorde
Dominicus’ identiteistkaart
geboren: | tussen 1171 en 1173 te Calaruega, in het bisdom Osma (Castilië, Spanje). |
ouders: | Felix de Guzmán en Juana de Aza. |
naam: | de Guzmán, als koorheer ook ‘de Osma’, naar zijn ambtelijke woonplaats. |
voornaam: | Domenico (‘van de Heer’; Latijn: ‘Dominicus’). |
opleiding: | vanaf zijn 14 jaar hoger onderwijs voor letteren, disputeren, theologie en Bijbelwetenschap te Palencia. |
levensstaat: | edelman van geboorte, sinds 1196 kanunnikIemand die samen met andere kanunniken verbonden is aan een kathedraal of collegiale kerk en als voornaamste taak heeft, in te staan voor het koorgebed. te Osma, priesterIn de Rooms-Katholieke Kerk is de priester een ongehuwde man die door de bisschop tot priester is gewijd, waardoor hij het recht heeft om de zes andere sacramenten toe te dienen: het doopsel, het vormsel, de biecht, de eucharistie, het huwelijk en de ziekenzalving. gewijd |
reizen: | Wanneer hij van Rome terugkeert met zijn bisschopPriester die de leiding heeft van een bisdom. Zie ook aartsbisschop., helpt hij deze in Zuid-Frankrijk bij de bekering van de albigenzen. Na de dood van de bisschop in 1207 blijft dit zijn belangrijkste missie. |
ordestichter: | sticht in 1215 de orde van de predikbroeders of predikers (predicatores), vanuit het inzicht dat ketterse bewegingen gedijen door gebrek aan volksonderricht en aan zielzorgers. |
geschriften: | merkwaardig genoeg niet bewaard, met uitzondering van enkele brieven. |
dood: | 6 augustus 1221 te Bologna, waar zijn reliekenEen overblijfsel van het lichaam van een heilige of een (deel van) een voorwerp dat met een heilige, Jezus of Maria in contact is geweest. De allereerste heiligdommen werden gebouwd op graven van heiligen. Om deze heilige aanwezig te brengen in andere kerken en kapellen werden overblijfselen van deze heiligen verspreid. De eerste altaren waren meestal de sarcofagen van de heiligen. Vandaar ook het gebruik om relieken onder de altaarsteen te plaatsen. Relieken worden ook bewaard in reliekschrijnen en eventueel tentoongesteld in reliekhouders. rusten. |
canonisatie: | 1234 |
feestdag: | Omdat Dominicus’ sterfdag valt op de feestdag van Jezus’ verheerlijking op Tabor, werd hij vóór Vaticanum II gevierd op 4, nu op 8 augustus. Het epistelIn de mis de Bijbellezing(en) die voorafgaan aan de evangelielezing. Volgens het lectionarium zijn er telkens drie lezingen: één uit het Oude Testament, één uit de niet-evangelieteksten van het Nieuwe Testament en één uit een evangelie. De eerste twee vormen het epistel. is dan een extract uit Paulus’ Tweede Brief aan Timotheus (4:1-8) over het ware evangelieEén van de 4 Bijbelboeken waarin het optreden van Jezus, zijn dood en opstanding centraal staan. De 4 evangelisten zijn Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Letterlijk betekent evangelie ‘Goed Nieuws’/‘Blijde Boodschap’. Met deze term wordt de kernboodschap van deze boeken aangeduid.. |
apostolische missie: | De legende wil dat Paulus in een visioen aan Dominicus verschijnt met de opdracht: “Predik het woord van God, Dominicus, voor deze taak verkoos ik u”. Op zijn reizen had Dominicus het evangelie volgens Matteüs bij zich en de brieven van Paulus. |
- Sint-Pauluskerk
- Geschiedenis & Beschrijving
- Inleiding
- Geschiedkundige context
- De bouwgeschiedenis
- Sint-Dominicus
- Sint-Paulus
- De toren
- De architectuur
- Grondplan en legende
- Het hoogkoor
- De Sacramentskapel
- De Mariakapel
- De Rozenkransmysteries
- Predicatie, biecht, muziek
- De wandschilderijen
- De schatkamer
- De calvarietuin
- De “Veemarkt”-poort
- Dominicanenpastoraal
- Dominicanenklooster
- De schilderijen in de pandgang
- De Heilig Kruiskapel
- De weekkapel
- Bibliografie
ALS | AAN |
geestelijke: | de tonsuur van de klerikale status. |
dominicaan: | het witte habijtAlgemene benaming voor de typische kleding van een bepaalde religieuze orde. en de zwarte kapmantel van de dominicanenorde. |
leraar: | een boek dat wijst op zijn theologische vorming en onderricht; vandaar niet specifiek de Bijbel. |
geloofsverkondiger: | de (legendarische) fakkelhond en de wereldglobe. Kort vóór de geboorte van haar zoon droomt Dominicus’ moeder Aza dat zij het leven zal schenken aan een kleine hond die een fakkel in de bek draagt waarmee hij heel de wereld in vuur en vlam zet. Door deze populaire legende wordt de (later wit en zwart gevlekte wind)hond een van de belangrijkste attributen van Dominicus.
Hoe populair Dominicus’ attribuut van de fakkelhond wel is, moge blijken uit het feit dat in het publiek toegankelijke gedeelte van de Antwerpse dominicanenkerk liefst 16 maal de hond de ordestichter vergezelt. Zelfs op de toren stonden eertijds hondjes te…. |
ordestichter: | het constitutieboek van de orde. |
ster op voorhoofd: | Bij het optillen van de kleine Dominicus uit de doopvontDe stenen of metalen kuip met wijwater, gebruikt voor het toedienen van het doopsel. Vaak staat/stond de doopvont in een speciaal hiervoor ontworpen doopkapel, meestal dicht bij de ingang van de kerk. ziet de meter op zijn voorhoofd een schitterende ster die geheel de wereld een lichtglans verleent, aldus de legende. |
kuis: | een lelietak. In het allelujavers van zijn feestdag wordt de aanwijzing van de Messias (Hosea 14) ook toegepast op Dominicus: “De Gerechtige zal uitschieten als de lelie en hij zal bloeien in eeuwigheid voor de Heer”. |
Boetedoening: | een gesel, soms een ketting en een steen. |
Mariavereerder: | Dominicus krijgt uit de handen van O.-L.-Vrouw het gebedssnoer van de Rozenkrans: een hineininterpretierung van de dominicanen, die de rozenkransdevotie propageren. |
De Dominicanenorde
naam: | de Orde van de Predikers, in de bul van paus Honorius III, die in 1216 de orde goedkeurt: Ordo Predicatorum, afgekort tot ‘o.p.’. Aanvankelijk gemeenzaam ‘predikbroeders’. Omdat de meest bekenden van hen priester gewijd zijn, worden ze later in de Nederlanden algemeen ‘predikheren’ genoemd. |
bijnaam: | Pas na de dood van Dominicus worden de predikbroeders, naar hun stichter, ook ‘dominicanen’ genoemd.
De bijnaam ‘jakobijnen’ – ‘Jacobins’ – verwijst naar het dominicanenklooster te Parijs, genoemd naar de patroonheilige van de reeds bestaande kapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan. |
spreuk: | ‘Veritas’ (waarheid). |
leuze: | ‘Laudare, benedicere, praedicare’ (loven, zegenen, verkondigen) typeert de orde, die zich toelegt op gebed, sacramentele bediening en verkondiging. |
blazoen: | De achtpuntige ster is zwart-wit wegens de kleuren van het habijt, met in het midden een hond met brandende fakkel in de bek. |
habijt: | In het kloosterGebouwencomplex waarin leden van een religieuze orde samenleven. Zij volgen daarbij de regel van hun stichter. De oudste kloosterordes zijn de kartuizers, dominicanen, franciscanen, augustijnen en hun vrouwelijke tegenhanger. Let wel: benedictijnen, norbertijnen, cisterciënzers, trappisten en hun vrouwelijke tegenhangers wonen in een abdij; jezuïeten in een huis. draagt de dominicaan het witte habijt, voor het buitengaan een zwarte kapmantel. |
reputatie: | Gezien de missie van Dominicus om het katholieke geloof te verdedigen tegen de ketterijen, zijn de dominicanen de leiders van de Inquisitie (‘Onderzoek’). |
3 orden: | eerste orde: broedersEen kloosterling die geen priester is., te onderscheiden in priesters (‘paters’) en lekenbroeders
tweede orde: zusters monialen (contemplatieve slotzustersEen vrouwelijk lid van een kloosterorde die zich in de beslotenheid van een klooster of abdij concentreert op een leven van evenwicht tussen gebed en arbeid.). derde orde: de lekenorde, groepen van zowel mannen als vrouwen, die afhankelijk zijn van een klooster van de eerste orde. Beroemde leden zijn Catharina van Siëna en Rosa van Lima; zij droegen in die tijd wél het habijt van de zusters. |