Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.
Inleiding
Wie via de Schelde Antwerpen nadert, mag dan nog zozeer gefascineerd zijn door de ranke gotische O.-L.-Vrouwetoren, hij kan niet naast het imposante silhouet van de barokke Sint-Paulustoren. Ondanks de stedenbouwkundige chaos van de jongste tientallen jaren, met misplaatste hoogbouw, blijft zelfs nu, in de 21ste eeuw, de toren een baken in het Antwerpse redezicht. De kerk dankt haar charme aan een intrinsieke spanning met de omgeving. Ze vormde immers steeds de achtergrond voor drukke havenactiviteiten aan de Scheldekaden en is nog steeds ingebed in het aloude, uitdagende Schipperskwartier. Maar anderzijds is ze tegen de opgejaagde wereld beschermd door de pittoreske en grandioze calvarieberg, de ingetogen kloostergangen en de kloosterruïnes en –tuin, die haar omringen en van dit kerkcomplex een tijdloze oase van rust maken.
De kerk is grenzeloos beroemd voor haar rijkdom zonder weerga aan barokke kunst. Het barokmeubilair harmonieert er wonderlijk met de gotische architectuur. De schilderkunst is rijkelijk vertegenwoordigd, niet alleen door de Antwerpse grote drie – Rubens, Jordaens en Van Dijck – maar ook door andere collega’s. Nog overvloediger is de beeldhouwkunst. Het verbluffende vakmanschap van Artus I Quellin, Peter I en II Verbruggen, Willem I en II Kerricx straalt in eik en marmer in de altarenHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn. en communiebankenEen lage afsluiting van het koor of een kapel, in de vorm van een lange knielbank. Vóór het Tweede Vaticaans Concilie gold het gebruik dat men de communie geknield op deze bank ontving., het koorgestoelteGeheel van koorbanken. en het orgel, de epitafen en de poorten. De biechtstoelenEen meubel dat speciaal werd ontworpen om het sacrament van de biecht te vergemakkelijken, m.n. door te vermijden dat biechtvader en biechteling oog in oog met elkaar zouden staan. Links en rechts zijn knielbanken voor biechtelingen; in het midden is een hokje waarin de biechtvader zit. Beiden zijn van elkaar gescheiden door een wand waarin een rasterwerk is aangebracht zodat de biechtvader de biechteling wel kan horen, maar niet zien., met hun tientallen levensgrote figuren en fantasierijke, uiterst gedetailleerde lambriseringen, zijn van buitengewone kwaliteit. De enorme beeldentuin rond de calvarieberg, is een echt ‘buitenbeentje’. In een ‘live’-openluchttheater wordt een groots Bijbelverhaal geëvoceerd.
Minder bekend is dat deze kerk haar bestaan te danken heeft aan de dominicanenorde, wier kloosterGebouwencomplex waarin leden van een religieuze orde samenleven. Zij volgen daarbij de regel van hun stichter. De oudste kloosterordes zijn de kartuizers, dominicanen, franciscanen, augustijnen en hun vrouwelijke tegenhanger. Let wel: benedictijnen, norbertijnen, cisterciënzers, trappisten en hun vrouwelijke tegenhangers wonen in een abdij; jezuïeten in een huis. een intellectueel studiecentrum was. Hun devies op het hoofdaltaar en hun patroonheilige Paulus indachtig, gingen de predikbroeders in de stad en in de omstreken verkondigen ‘in geloof en in waarheid’.
Doordat de Sint-Pauluskerk in de 19de eeuw parochiekerk wordt, ter vervanging van de bouwvallige Sint-Walburgiskerk, wordt een deel van het koormeubilair dat verbonden was met de kloosterkerk, met name het doksaalEen (meestal versierde) wand die het koor of hoogkoor afscheidt van het dwarsschip en het schip. Hierdoor wordt het hoogkoor a.h.w. een afgesloten kapel binnen de kerk. Op het doksaal bevindt zich meestal het triomfkruis en soms ook een orgel. In Antwerpen heeft de Sint-Jacobskerk nog een dergelijk doksaal en wat verderaf, in Lier, de Sint-Gummaruskerk. Ook het brede balkon boven de ingang van een kerk, waarop meestal het orgel staat, noemen we doksaal of oksaal., afgebroken om een geweldig dieptezicht te creëren op het hoogkoorIn een groot koor met verschillende onderdelen, is het hoogkoor dat deel van het koor waar zich het hoofdaltaar bevindt., met het monumentale hoofdaltaar. In 1968 teistert een brandramp het hele complex. Maar moeilijkheden zorgen voor mogelijkheden: dankzij de grondige restauratie behoudt de Antwerpenaar het gevoel van fierheid over ‘zijn’ Sint-Pauluskerk.
De eerste uitvoerige beschrijving van de Sint-Pauluskerk is te danken aan Aloïs Janssens (1971), baanbrekend werk, waaraan Raymond Sirjacobs tijdens de restauratiewerken tal van nieuwe inzichten wist te koppelen in eigen publicaties en in het onvolprezen tijdschrift Sint-PaulusHij heette oorspronkelijk Saulus, hij was een jood met het Romeins staatsburgerschap en een christenvervolger in de periode kort na de dood van Jezus. Na zijn bekering werd hij de belangrijkste verspreider van het evangelie in wat nu Turkije en Griekenland is. Hij schreef brieven om contact te houden met de christelijke gemeenschappen die hij had gesticht en deze teksten zijn de oudste van het Nieuwe Testament. Alhoewel hij Jezus nooit heeft ontmoet, wordt hij wel “apostel” genoemd. Info. De dynamische groep ‘Sint-Paulus onthaal’, geruggesteund door Toerismepastoraal Antwerpen, ontsluit voor vele bezoekers de diepere betekenislagen van deze kerk, die meer is dan religieus erfgoed.
In zijn treffende beeldtaal verwoordt pastoorEen priester die verantwoordelijk is voor een parochie. Paul Scheelen de fascinatie van dit uitzonderlijke kerkpatrimonium zo: “Wie de Sint-Pauluskerk betreedt, wordt getroffen door een zeldzaam harmonisch samengaan van gotiek en barok. Als je openstaat voor de wijding, voelbaar in deze ruimte, oog hebt voor het wondere spel van licht en kleur, dat wisselt van uur tot uur, kom je dichter bij jezelf. Het banale alledaagse wordt opgetild tot een hogere dimensie. Een paar slakjes op een schilderij, twee vrouwen barstensvol verwachting, zovele symbolen die het mysterie van ons bestaan omhullen of onthullen. Zoveel uitdrukkingen van schoonheid die verwijzen naar die ultieme ervaring, die een mens stil maakt en doet zuchten: “God, wat mooi”. De grootste kunstenaars uit de 17de eeuw hebben in dit kerkgebouw uitdrukking gegeven aan de diepste levensbron, die Liefde heet en alles overschrijdt wat het échte leven doodmaakt. De hartenkreet van mensen en dus ook van God, doorzindert coloriet en beeldhouwwerk, eik of marmer. Uit de rijkdom van geestelijke grootheid en diepmenselijke emotie vloeit zoveel schoonheid voort … Een plek van gebed en inkeer of vreugdeschallende liturgie.”
Wie hier op kerkelijke feestdagen een grootse orkestmis meeviert, doorleeft de ware reden van de barokke pracht: hart en geest verheffen tot de Schepper van alle leven, zowel op goede als op kwade dagen. En wees niet benauwd als je oog in oog komt te staan met een van de vele fakkelhonden in deze kerk. Misschien weet de trouwe metgezel van Dominicus ook u, hedendaagse bezoeker, ‘in vuur en vlam te zetten’ voor Gods goedheid, waarheid en schoonheid!
de auteur
- Sint-Pauluskerk
- Geschiedenis & Beschrijving
- Inleiding
- Geschiedkundige context
- De bouwgeschiedenis
- Sint-Dominicus
- Sint-Paulus
- De toren
- De architectuur
- Grondplan en legende
- Het hoogkoor
- De Sacramentskapel
- De Mariakapel
- De Rozenkransmysteries
- Predicatie, biecht, muziek
- De wandschilderijen
- De schatkamer
- De calvarietuin
- De “Veemarkt”-poort
- Dominicanenpastoraal
- Dominicanenklooster
- De schilderijen in de pandgang
- De Heilig Kruiskapel
- De weekkapel
- Bibliografie