Sint-Jacobskerk
Korte gids voor een bezoek
Dit bedehuis dankt zijn artistiek belang aan een ongeëvenaarde rijkdom aan renaissance- en barokkunstwerken, waaronder liefst 24 altarenHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn., meestal opgesmukt met een schilderij. Nog spectaculair is de flamboyante barokke beeldhouwkunst, hetzij in marmer zoals bij de voornaamste altaren, communiebanken en gedenktekens (‘epitafen’), hetzij in hout zoals bij het koorgestoelteGeheel van koorbanken. en orgelkasten, preek- en biechtstoelenEen meubel dat speciaal werd ontworpen om het sacrament van de biecht te vergemakkelijken, m.n. door te vermijden dat biechtvader en biechteling oog in oog met elkaar zouden staan. Links en rechts zijn knielbanken voor biechtelingen; in het midden is een hokje waarin de biechtvader zit. Beiden zijn van elkaar gescheiden door een wand waarin een rasterwerk is aangebracht zodat de biechtvader de biechteling wel kan horen, maar niet zien.. En de grafkapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
van P.P. Rubens is een múst voor wie de beroemdste Antwerpenaar van dichterbij wil leren kennen. De volledige restauratie is voorzien tegen 2027.
Zoals in zovele Europese steden begon ook de geschiedenis van de Antwerpse Sint-Jacobskerk hier in de 14de eeuw buiten de toenmalige stadswallen met een gastenhuis voor pelgrims (uit Noord-Europa) op weg naar het populaire graf van de apostelDit is de naam die men geeft aan de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus, die door Hem gezonden werden om het evangelie te verkondigen. Bij uitbreiding wordt de term ook gebruikt voor andere verkondigers, zoals Paulus en Pater Damiaan (“De apostel der melaatsen”). Jacobus in Santiago de Compostella. De gilde van Sint-Jacob bouwt er in 1415 een kapel bij. Nog steeds komen pelgrims hier de zegen vragen voor hun tocht naar Compostella. Ze krijgen een reisboekje mee waarin een stempel gedrukt wordt bij elk bezoek aan een Jacobsheiligdom. Eens in Compostella ontvangen ze een sint-jakobsschelp als insigne. Dergelijke schelpen vind je afgebeeld aan de torenbasis, doorheen de ganse kerk en zelfs op het hoekhuis van de Lange Nieuwstraat – Sint-Jacobsstraat.
LEGENDE
A KoorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar. en hoogkoorIn een groot koor met verschillende onderdelen, is het hoogkoor dat deel van het koor waar zich het hoofdaltaar bevindt. met het hoofdaltaar van Sint-Jacobus
B Mariakapel
C Sacraments- of Venerabelkapel
D Heilig Kruiskapel
E Sint-Christoffelkapel (Turfdragers)
F Sint-Dymfnakapel (familie Rockox)
G Sint-Jozef- en Driekoningenkapel (Houtzagers)
H Kapel van de Zoete Naam Jezus (graf van Lantschot)
I Sint-Gertrudiskapel (Gelovige Zielen)
J Uurwerkmuseum (sinds 1984) met aanpalende Damengang
K Doopkapel
K2 (voormalige) Sint-Joriskapel (tot 1581?),
(voormalige) Doopkapel (tot 1804)
Sint-Rochus panelen
L Kapel van O.-L.-V.-Presentatie (Zijde- en Halfzijdewerkers) (tot 1797)
Sint-Joriskapel (sinds 1867)
M Sint-Antoniuskapel
N Sint-Rochuskapel
O Sint-Jobkapel (Speellieden)
P Sint-Annakapel
Q Sint-Janskapel
R Kapel van de Heilige DrievuldigheidDe opvatting dat er één God is die zich in drievoud manifesteert: Vader, Zoon (Jezus van Nazareth) en de Heilige Geest. (Vrijkoop van Christene Slaven)
R2 Schatkamer
S Sint-Ivokapel (Rechtsgeleerden)
T Verrijzeniskapel (families Vincque en Le Candèle)
U O.-L.-V.-van-Smartenkapel (grafkapel familie Rubens)
V Sint-Carolus Borromeuskapel (familie Carenna)
W Sint-Pieter- en Pauwelkapel (familie Bollaert)
X Kapel van O.-L.-Vrouw-Visitatie (familie Lopez-Franco)
Y Vieringaltaar
Z Trouwkapel
♦ 15 jaar nadat in 1476 de kapel tot parochiekerk wordt verheven, begint men de huidige kerk te bouwen in Brabants-gotische stijl. Dankzij de rij kapellen naast elke zijbeukDe ruimte tussen een reeks pijlers van de middenbeuk en een reeks pijlers links of rechts ervan, of de ruimte tussen een reeks pijlers en de buitenmuur. krijg je hier een ruimtewerking die uniek is voor Antwerpen. Des te meer vallen de stoere zuilen op die de typische skeletbouw dragen. Omwille van stabiliteit en stijleenheid gaat men in de eerste helft van de 17de eeuw – in volle baroktijd – verder in gotische stijl met de uitbouw van het oostelijk gedeelte. Zelfs barokmeester P.P. Rubens kreeg een gloednieuwe grafkapel in gotische stijl (⇒ U).
♦ De universele geldingsdrang naar groter en hoger stimuleert de bouwers tot één toren die de beide van de O.‑L.‑Vrouwekerk (huidige kathedraalDe hoofdkerk van een bisdom, waar de zetel van de bisschop staat.) moest overschaduwen. Van die naar schatting 150 m hoge droom wordt amper een derde gerealiseerd. Ondanks deze frustratie heeft Sint-Jacob een robuuste toren die Antwerpen reeds bijna 500 jaar typeert en ook nu nog in het straatbeeld verrassend opduikt.
♦ Als parochiekerk bood Sint-Jacob onderdak aan de altaren van een aantal kleinere ambachten en gilden zoals de turfdragers (⇒ E) en de zijdebewerkers (triptiek ⇒ L). De stadsmuzikanten, geschaard rondom de beklagenswaardige Job, tonen graag hun inspirerende blaas- en strijk-instrumenten (⇒ O). Voor sommige beroepen kan hun patroonheiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. doorgaan als een professioneel model, zoals houtzager Sint-Jozef (⇒ G) en advocaat Sint-Ivo die ‘pro Deo’ voor de armen pleitte (⇒ S).
Ook tal van broederschappen beleven hun devotie in een eigen kapel. Die van de Heilige Drievuldigheid bv. ijverde voor de vrijkoop van christen slaven in Noord-Afrika (⇒ R). De voornaamste broederschappen, van het Heilig SacramentDe geconsacreerde hostie, waarin men de aanwezigheid van Jezus Christus erkent. Een synoniem is ‘het Venerabel’. In grotere kerken is hieraan een eigen kapel toegewijd, doorgaans aan de zuidzijde van de kerk. (⇒ C) en die van O.-L.-Vrouw (⇒ B), met de ruimste kapel, zijn na zo vele eeuwen nog steeds actief.
♦ (⇒ A) Het koor – Na voltooiing van het koor wordt er in 1656 een kapittelAlle kanunniken die verbonden zijn aan een kathedraal of een andere belangrijke kerk, die men dan kapittelkerk of collegiale kerk noemt. In een klooster of abdij is dit ook de vergadering van de religieuzen, in een kapittelzaal, ‘met stem in het kapittel’. opgericht. Aan deze groep van collega-kanunniken ontleent de kerk haar status van ‘collegiale’ kerk (tot in 1801). Dagelijks kwamen zij hier in vaste gebedstijden ter ere van God zingen in het koorgestoelte (oom en neef Artus I en Artus II Quellinus, 1658-’70). In deze lofzang delen de flora en fauna in het houtsnijwerk; hun fantasierijkdom grenst werkelijk aan het ongelofelijke. Alle aandacht gaat evenwel uit naar de verheerlijking van Jacobus op het zwierige en triomfantelijke hoofdaltaar (Artus II Quellinus, en Willem Kerrickx). God troont er onder een (houten!) baldakijn in de vorm van een enorme, opengewerkte sint-jakobsschelp. Het eigen karakter van de Sint‑Jacobskerk wordt mee bepaald door het 17de-eeuwse koordoksaal (Sebastiaan de Neve), bekroond door het koororgel van de befaamde Jan‑Baptist Forceville (1727) met een nog steeds functionerende mechanische tractuur, begeleid door musicerende engelen (Michiel I Van der Voort).
♦ Rijk kunstpatrimonium – Van de oorspronkelijke gotische en vroegrenaissance kunstwerken moet je niet veel sporen meer verwachten. Daarvoor heeft de Beeldenstorm in 1566 en de calvinistische kerkzuivering in 1581 te lelijk huis gehouden. Na de calvinistische bezetting wordt in 1585 de benedenkerk teruggegeven aan de katholieke eredienst. Een altaarstuk met Het leven van Sint-Rochus van 1517, overleefde deze vernietigingen (⇒ K2). De heropbloei van het katholieke geloof zorgt voor een ongemeen rijk barok kunstpatrimonium met een overvloed aan marmersoorten. Dat de Sint-Jacobskerk dit integraal heeft weten te behouden is uitzonderlijk. Dit heeft ze te danken aan een vorm van collaboratie: een beëdigd priesterIn de Rooms-Katholieke Kerk is de priester een ongehuwde man die door de bisschop tot priester is gewijd, waardoor hij het recht heeft om de zes andere sacramenten toe te dienen: het doopsel, het vormsel, de biecht, de eucharistie, het huwelijk en de ziekenzalving. die tijdens het Frans Revolutionair Bewind trouw zwoer aan de Republiek en bij wijze van beloning over een kerk naar keuze mocht beschikken. De schatkamer (⇒ R2) heeft dan ook heel wat fraais aan liturgisch gerei in petto, zowel edelsmeedwerk als textiel. Een ernstig verlies betreft evenwel de meeste gebrandschilderde glasramen die op het einde van de Tweede Wereldoorlog werden vernietigd door V-bommen die in de omgeving insloegen. De meeste ervan werden in de jaren 1960 naar ontwerp van Louis-Charles Crespin vernieuwd door Oscar Calders. Gelukkig overleefde het oudste raam (ca. 1535) in de Sint-Hubertuskapel (⇒ E) Het Laatste Avondmaal.
♦ (⇒ C) In de Sacramentskapel wordt de kwaliteit van de barokbeeldhouwkunst ten top gedreven. In een paneel links van het altaar (Lod. Willemssens en Petrus I Verbruggen, 1690) vraagt een misdienaarIemand – doorgaans een kind tussen 8 en 16 jaar – die de priester helpt tijdens de eucharistie of vergezelt bij het toedienen van de Laatste Sacramenten. met rinkelende carillon de aandacht voor de consecratieIn de Rooms-Katholieke Kerk het moment waarop tijdens de eucharistie door het uitspreken van de sacramentele woorden het brood en de wijn veranderen in het lichaam en het bloed van Jezus, de zgn. transsubstantiatie.. En dan is er nog de overheerlijke communiebankEen lage afsluiting van het koor of een kapel, in de vorm van een lange knielbank. Vóór het Tweede Vaticaans Concilie gold het gebruik dat men de communie geknield op deze bank ontving. (Willem I Kerrickx en Hendrik Frans Verbruggen, 1695). Het materiaal is er zo natuurgetrouw bewerkt dat je haast zou vergeten dat het gebeeldhouwd marmer betreft. Met gepaste gestes aanbidden schattige misdienaar‑engeltjes Jezus in de gedaante van brood en wijn en erkennen Hem als het ware Lam van God. Het naburige glasraam met zijn schitterend groen landschap, een meesterwerk van Jan de Labaer (1626), geeft in meerdere fasen het verhaal van Rudolf van Habsburg die zijn paard bereidwillig afstaat aan een priester om met des te meer spoed de laatste SacramentenDeze sacramenten worden toegediend aan iemand die door ouderdom of ziekte in stervensgevaar verkeert. Het gaat in deze volgorde om: de laatste biecht, de ziekenzalving en de laatste communie. toe te dienen en de Heilige CommunieHet nuttigen van geconsacreerd brood en wijn. Meestal beperkt dit zich tot het eten van de geconsacreerde hostie. te kunnen brengen aan een stervende.
♦ (⇒ B) Mariakapel – Sinds 1664 wordt Maria tussen de schroefzuilen van dit altaar in de bloemetjes gezet door Sebastiaan van den Eynde. Eens floreerde hier de Broederschap van de Bedrukte Moeder rond het devotiebeeld De Piëta (Artus II Quellinus, 1650). Sinds de 19de eeuw prijkt O.-L.-Vrouw, Hulp der Christenen in het altaar. De beide schitterende glasramen tonen gelukkiger momenten uit haar leven: Maria Boodschap en Het bezoek aan haar nicht Elisabeth (Jan de Labaer, 1629 en 1644). Nog nooit een zwijn zien eten in een kerk? Vraag dan even naar de Verloren Zoon! Als toonbeeld van een tot inkeer gekomen zondaar staat hij de andere berouwvolle biechtelingen op te wachten bij de biechtstoel.
♦ De Sint‑Jacob is rijk aan grafmonumenten omdat zij in de 17de en 18de eeuw de parochiekerk van notabelen was. Andere monumenten zijn hier in de 19de eeuw beland.
(⇒ E) Wie voelt niet mee met Anna‑Marie van den Berg, die voor haar zoon, een kartuizer postulant, een ontroerend gedachtenismonument heeft laten beeldhouwen? De jonge, kaalgeschoren monnikEen mannelijk lid van een kloosterorde die zich in de beslotenheid van een klooster of abdij concentreert op een leven van evenwicht tussen gebed en arbeid. is vol overgave geconcentreerd ‘in de eeuwige aanbidding’.
(⇒ H) Wat te denken van de heer Cornelis Lantschot, die omwille van zijn overvloedige aalmoezen en zijn ‘geweld’‑ig gebed zelfverzekerd meende reeds rechten te kunnen laten gelden op een plaatsje in de hemel?
(⇒ I) Ooit al eens een veldheer gezien die, ofschoon wijselijk begiftigd met strategische brains en voorzien van een afschrikwekkend wapenarsenaal, voor een doodsimpele vijand door de knieën gaat? Don Francesco Marcos Del Pico markies van Velasco, eens bevelhebber van de citadel, stelt zich hier niet meer op als een meerdere, maar deelt het doodgewone lot van elke sterveling.
Enkele gefortuneerde families van de 17de eeuw bouwden een private grafkapel.
(⇒ U) De meest beroemde is die van P.P. Rubens en zijn familie in de oostelijke O.‑L.-Vrouwekapel. Ze was voltooid in 1645, 5 jaar na zijn dood. Rubens zelf heeft het schilderij O.‑L.‑Vrouw door heiligen omringd, dat om een of andere reden nooit tot bij zijn eigenlijke opdrachtgever geraakt is, voor zijn grafkapel bestemd. Portretten van familieleden, laat staan van hemzelf, moet je er dan ook niet in zoeken. N.a.v. Rubens’ heengaan getuigt een geestelijke: “Nu is hij heen naar het origineel van verschillende mooie schilderijen die hij heeft achtergelaten”.
(⇒ V) De familie Carenna van Milaan koos Sint-Carolus Borromeus van Milaan tot patroon, door Jacques (‘Jacob’) Jordaens afgebeeld als beschermheilige van de pestlijders.
♦ PreekstoelEen kerkmeubel, dat nu meestal in onbruik is geraakt en dat bestaat uit een verhoog vanwaar de predikant de kerkgangers toesprak. Meestal staat een preekstoel in het midden aan de zuidzijde van de kerk.. Vier vrouwelijke personificaties dragen de kuip van de preekstoel (Lod. Willemssens, 1675). De deugd van het Geloof wordt bijgestaan door de Waarheid en door de Theologie. Het Geloof dient doorgegeven te worden door onderricht, zoals in de predicatie. Haast verborgen onder de trap houdt de Onderrichting (‘Instructio’) ons een spiegel voor (van beroemde voorbeelden) met de tekst: “Ziet erin en je zal wijs worden”. De vraag is dan ook aan ons: ‘Aan welk voorbeeld weerspiegel ik mij?’
♦ In feite is het vanuit de onderste open verdieping van de toren dat het monumentale Anneessensorgel (1884) zijn klanken in de kerk laat weergalmen.
♦ Paus Clemens XI bedacht het kapittel in 1705 met de eretitel ‘vermaard’ waardoor men hier – begrijpelijker wijze – nog steeds prat gaat op ‘de vermaarde collegiale kerk’. Onder de indruk van al deze pracht en praal deed een Duits bezoeker einde 19de eeuw de uitspraak dat de Sint‑Jacobskerk “als rijkste kerk van de Germaanse landen… het verdient om in Venetië te staan”. Hoezeer de chauvinistische Antwerpenaren daar ook gevoelig voor zijn, zij houden hun ‘Sint‑Jacob’ toch liever bij zich.
Toerismepastoraal Antwerpen (TOPA)