Sleutel tot de Sint-Jacobskerk te Antwerpen.
Een parochiekerk voor de katholieke gemeenschap
Een parochiekerk behoeft een eigen infrastructuur. Bij de oprichting van de parochie in 1477 was de dienstdoende kapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
met altaarHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn. er reeds. Daar worden aldra door wijding in jan. 1478 een doopvontDe stenen of metalen kuip met wijwater, gebruikt voor het toedienen van het doopsel. Vaak staat/stond de doopvont in een speciaal hiervoor ontworpen doopkapel, meestal dicht bij de ingang van de kerk. en een kerkhof aan toegevoegd. Er komt ook een eerste preekstoeltje, terwijl biechtstoelenEen meubel dat speciaal werd ontworpen om het sacrament van de biecht te vergemakkelijken, m.n. door te vermijden dat biechtvader en biechteling oog in oog met elkaar zouden staan. Links en rechts zijn knielbanken voor biechtelingen; in het midden is een hokje waarin de biechtvader zit. Beiden zijn van elkaar gescheiden door een wand waarin een rasterwerk is aangebracht zodat de biechtvader de biechteling wel kan horen, maar niet zien. en communiebankenEen lage afsluiting van het koor of een kapel, in de vorm van een lange knielbank. Vóór het Tweede Vaticaans Concilie gold het gebruik dat men de communie geknield op deze bank ontving. als kerkmeubel pas hun intrede doen einde 16de eeuw, de kruiswegVeertien afbeeldingen van de lijdensweg van Jezus, als spirituele inspiratiebron. De bedoeling is om bij elke afbeelding [of statie] biddend en bezinnend halt houdt. in de 19de eeuw.
De preekstoel
Dit meubel is een kunstwerk met voortreffelijk houtsnijwerk van Lodewijk Willemssens (1678).
De verkondiging van Jezus’ evangelieEén van de 4 Bijbelboeken waarin het optreden van Jezus, zijn dood en opstanding centraal staan. De 4 evangelisten zijn Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Letterlijk betekent evangelie ‘Goed Nieuws’/‘Blijde Boodschap’. Met deze term wordt de kernboodschap van deze boeken aangeduid. is een van de drie hoofdtaken van de Kerk. Een van de belangrijke kanalen bij deze verkondiging – zeker in een tijd dat er nog geen pers of media bestonden – is de preek tijdens de zondagse eucharistieviering. Vandaar de aansporing van het publiek boven op het klankbord: “AUDITE // VERBUM // DEI” (Aanhoort het Woord van God), geflankeerd door 2 bazuinblazende engelen.
Met het ‘Woord van God’ wordt specifiek Christus bedoeld, wiens leven en boodschap hier centraal staan in de verkondiging en die dan ook afgebeeld wordt op het centrale medaillon van de kuip. Vier belangrijke facetten of ‘mysteries’ van Jezus’ leven worden elk door een engel op een banderol aan de toeschouwer ter lezing voorgehouden. In juiste volgorde:
“de incarnatione Christi” (over de menswording van Christus)
“de oblatione sanguinis Christi” (over het bloedige offer van Christus)
“de resurrexione Christi” (over de verrijzenisDit is de kern van het christelijk geloof, nl. dat Jezus op de derde dag na zijn kruisdood uit het graf is opgestaan en verder leeft. Dit wordt gevierd met Pasen. van Christus)
“de ascensione Christi” (over de hemelvaart van Christus)
Deze 4 mysteries tonen aan dat Christus méér is dan een moreel voorbeeld, een sociale werker, een profeet: Hij is in wezen de Zoon van God. Zijn liefdeoffer tot stervens toe wordt voor de toehoorders in beeld gebracht door het kruisbeeld en wordt aan de predikantEen priester, diaken of leek die in de misviering toelichting geeft bij de Bijbellezingen. Soms treedt een predikant ook buiten de misvieringen op (en in het verleden deed hij dat geregeld) om bepaalde geloofspunten te verduidelijken en de kerkgangers aan te sporen tot een meer christelijke levenswijze. nog eens extra voorgehouden door de zweetdoek van Veronica op het rugbeschot.
Jezus’ persoon en boodschap zijn gekend door het schriftelijk getuigenis van de 4 evangelisten. Hun symbolische voorstellingen schragen de kuip op de hoeken: de engel (Matteüs), het rund (Lucas), de leeuw (Marcus) en de arend (Johannes).
De predicatie van op de kuip wordt ‘gedragen’ door vier personificaties die verband houden met ‘predicatie’. De vraag is evenwel of de doorsnee parochiaan veel boodschap had/heeft aan dergelijke intellectualistische voorstellingen. “FIDES” (het Geloof) (1) krijgt als een der drie goddelijke deugden, de ereplaats vooraan. Zij wordt zijdelings bijgestaan door de Waarheid (“VERITAS”) (2) en door de Godgeleerdheid (“THEOLOGIA”) (3). Het uiteindelijk doel van te preken in geloof en waarheid is iets te bewerkstelligen in de opvattingen en de leefwijzen van de toehoorders; vandaar Onderricht of “INSTRUCTIO” (4).
- De helm die het hoofd van het Geloof bedekt, alludeert weliswaar in het algemeen op de geestelijke wapenuitrusting waar Sint-PaulusHij heette oorspronkelijk Saulus, hij was een jood met het Romeins staatsburgerschap en een christenvervolger in de periode kort na de dood van Jezus. Na zijn bekering werd hij de belangrijkste verspreider van het evangelie in wat nu Turkije en Griekenland is. Hij schreef brieven om contact te houden met de christelijke gemeenschappen die hij had gesticht en deze teksten zijn de oudste van het Nieuwe Testament. Alhoewel hij Jezus nooit heeft ontmoet, wordt hij wel “apostel” genoemd. het nogal eens over heeft. Meer specifiek staat die voor ‘de helm van het heil’ van Ef. 6:16, wat in samenhang met de vergulde kelkVergulde metalen beker, meestal op een voet, die de priester tijdens de eucharistie gebruikt voor de wijn. en hostieEen schijfje brood van ongezuurd tarwemeel dat volgens het Rooms-Katholieke geloof tijdens de eucharistie het lichaam van Christus wordt. moet opgevat worden als het heil zoals dat aan bod komt in de sacramentenIn het christendom is dit een gewijde handeling waarin God tot de mens komt. Zij markeren belangrijke momenten in het mensenleven. In de katholieke Kerk onderscheidt men zeven sacramenten: doopsel, biecht, eucharistie, vormsel, ziekenzalving, huwelijk en priesterwijding.: ‘de heilsmiddelen van de Kerk’. Het Bijbelvers 1 Joh. 5:4b-5: “En het wapen waarmee wij de wereld overwinnen is geen ander dan ons geloof. Niemand kan de wereld overwinnen dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is” verklaart de aanwezigheid van de lauwerkrans rond de helm.
- Er bestaat slechts één Waarheid: geen twee of meer zgn. ‘waarheden’. Zoals ook maar één en dezelfde zon straalt voor iedereen, zo kan er maar één waarheid bestaan die voor iedereen opgaat. De waarheid wordt gevonden door de wijsheid, opgetekend in boeken zoals in dat van De Apocalyps, met 7 zegels gesloten. En dat ‘de waarheid (toch) eens zal zegevieren’, wordt ons voorgehouden door de lauwerkrans, speels benut als bovenarmband.
- De Theologie onderzoekt het mysterie van God zoals dat voor het eerst aan de joden is geopenbaard; vandaar het Hebreeuwse vierletterwoord of tetragram voor God/Heer/Adonaï/Jehova. In christelijke zin werd het geplaatst binnen een gevleugelde driehoek, symbool van de intense onderlinge betrokkenheid van de drie persoonsvormen van de ene (‘drievoudige’) God: God de Vader, de Schepper; de historisch unieke Christus en de permanente inspiratiekracht van de Heilige GeestDe werkzame kracht van God in mensen. Deze inspireert mensen om God aanwezig te brengen in de wereld. Jezus was “vervuld van Heilige Geest” en toonde zo in zijn spreken en handelen hoe God is. Mensen die de werking van de Heilige Geest in zich toelaten, spreken en handelen op die momenten ook zoals God en Jezus. Zie hiervoor ook ‘Pinksteren’..
- Het Onderricht, sierlijk gekleed, een diadeem op het hoofd, houdt een spiegel in de hand met als tekst op de lijst: “Inspice, cautus eris” (“siet erin, en ghy sult wijs werden”) – getrouw aan de iconograaf van de barok, Cesare Ripa. Inderdaad, bij het onderricht krijgt men een spiegel voorgehouden, o.m. van bekende figuren die op een bepaald gebied een uitmuntend voor-beeld zijn: zoals op spiritueel vlak profeten, heiligen en niet in het minst Jezus zelf, ‘het Woord van God’. Maar “iemand die het Woord van God hoort en er niet naar handelt, lijkt op iemand die zich ooit vluchtig in de spiegel heeft aanschouwd, maar dat beeld al snel vergeet”, aldus Jacobus ‘de Mindere’ in zijn brief (1:23-24).
De hamvraag luidt dan ook: ‘aan wie spiegelen wij ons gemakkelijk (on-)bewust?’ of nog directer: ‘van wie ben ik het levende spiegelbeeld? Volg ik een topmodel, een popmodel of een Godsmodel na?’.
Zijdelings van de kuip zijn er 2 heiligen in een medaillon:
- aan de oostzijde de patroonheilige van de kerk, Sint-Jacob
- aan de westzijde Sint-Rochus, vermits de gelijknamige broederschap van de nabij gelegen zijkapel mee de preekstoelEen kerkmeubel, dat nu meestal in onbruik is geraakt en dat bestaat uit een verhoog vanwaar de predikant de kerkgangers toesprak. Meestal staat een preekstoel in het midden aan de zuidzijde van de kerk. gefinancierd heeft.
De doopkapel
Sinds de Beeldenstorm bevond de doopkapel zich in de laatste zuidelijke zijkapel (de voormalige Sint-Joriskapel. Bij de herbouw van het grootse doksaalEen (meestal versierde) wand die het koor of hoogkoor afscheidt van het dwarsschip en het schip. Hierdoor wordt het hoogkoor a.h.w. een afgesloten kapel binnen de kerk. Op het doksaal bevindt zich meestal het triomfkruis en soms ook een orgel. In Antwerpen heeft de Sint-Jacobskerk nog een dergelijk doksaal en wat verderaf, in Lier, de Sint-Gummaruskerk. Ook het brede balkon boven de ingang van een kerk, waarop meestal het orgel staat, noemen we doksaal of oksaal. boven het hoofdportaal wordt ze in 1804 verschoven naar de aanpalende traveeDe ruimte tussen twee steunpunten (muur of pijlers) in de lengterichting van het schip, het dwarsschip, het koor of een beuk. van de zuidbeuk die aanleunt tegen de toren. Daar creëert Jan Kaulman een ronde classicistisch-barokke ruimte met een koepelvormige overdekking en met wanden beschilderd in imitatiemarmer. Let op hoe de stralenkrans van de neerdalende zinnebeeldige duif van Gods Geest de takel van het doopvontdeksel camoufleert.
Armenzorg en jeugdzorg
De zorg om de evenmens in nood vraagt altijd opnieuw aandacht, goede wil, initiatief en geldelijke steun. Dat was wat het schilderij tegen de eerste noordelijke zuil van de middenbeukDe ruimte tussen de twee middelste reeksen pijlers van het schip. in de verf wilde zetten: “Doet om Godts wil u caritaten // voor de schamel huysarmen. // 1708”. Geef toe, onze hedendaagse affiches, hoe kleurrijk ook, kunnen niet op tegen de stijlvolle inkleding van dit ‘reclamepaneel’. Het plakkaat is in zijn vorm volledig aangepast aan de ronde zuil, en op een voor ons wat vreemde allegorische wijze appelleert het aan de vrijgevigheid van de kerkgangers. Onder de inspiratie van Gods HeiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. Geest is Vrouwe Mildheid in volle doening te midden van begerige geüniformeerde kinderen. De 2 jongens rechts van haar kijken begerig naar haar op, terwijl de beide meisjes links van haar, de muntstukken opvangen, in de hand of – bij zoveel mildheid – zelfs in de schoot.
Dat deze ‘arme kinderen’ zo mooi uitgedost zijn in een verzorgd uniform, kan begrepen worden vanuit het vooruitstrevend privé-initiatief van kanunnikIemand die samen met andere kanunniken verbonden is aan een kathedraal of collegiale kerk en als voornaamste taak heeft, in te staan voor het koorgebed. Henricus Le Merchier. Sinds ca. 1713 bood hij gedurende meer dan 20 jaar in het riante ‘Apostelenhuis’ in de Rodestraat op zon- en feestdagen aan de volkskinderen die de catechismuslessen van Sint-Jacobsparochie volgden, recreatieve namiddagactiviteiten aan, die besloten werden met een onderricht in de kapel. “Alle ‘t welke sal dienen tot een middel om de jonckheyt uyt de herbergen te houden ende veel quaed te beletten”. Vanuit ‘moderne’ didactische methodiek vond hij dat het godsdienstig onderricht “meer historiek als morael moest wesen om hun aen te lokken”, ondersteund door het uitdelen van figuratieve gebedsprentjes (de zgn. suffragiën). Voor de arme kinderen van de catecheselessen werden prijzen voorzien, gaande van nuttige kledingsstukken (voor de jongens hoeden, kousen, soort mouwen; voor de meisjes schorten, kousen, neusdoeken) tot boeken en religieus kartonnen speelgoed. Heel uitzonderlijk wordt deze sociale actie in beeld gebracht door een serie paneeltjes van kunstschilder Alexander Casteels in zijn typische naïef aandoende stijl (bewaarplaats: RUG). De jongens en de meisjes zijn exact gekleed als te zien is op het plakkaat in de kerk.
De tronk hieronder appelleert nog steeds elke bezoeker tot effectieve mededeelzaamheid: “voor de armen // pour les pauvres // für die Armen / for the poor”.
De biechtstoelen
‘Vergeving van de zonden’ behoort tot de bevrijdende kracht van Jezus’ evangelie. Oorspronkelijk werd er biechtHet sacrament van de verzoening. De gelovige [of biechteling] belijdt zijn tekortkomingen aan een priester [de biechtvader] en spreekt zijn/haar spijt uit. Namens God schenkt deze vergiffenis [d.i. de absolutie] en legt ook een vorm van boetedoening op [de penitentie]. Deze kan o.a. bestaan uit een aantal gebeden, de opdracht om zich met een tegenpartij te verzoenen of in het verleden soms ook een bedevaart. gehoord en het sacrament van de verzoening toegediend zonder specifiek kerkmeubel. De biechtstoel wordt pas ingevoerd door het ConcilieEen grote vergadering van kerkelijke ambtsdragers, voornamelijk bisschoppen, onder leiding van de paus, om beslissingen te nemen betreffende het geloof, de kerkelijke gebruiken, enz. Een concilie wordt meestal vernoemd naar de plaats waar het werd gehouden. Voorbeelden: het Concilie van Trente [1635-1653] en het Tweede Vaticaans Concilie [1962-1965], wat voorlopig ook het laatste concilie is. van Trente. Van de oudste en eenvoudigste meubels hier geen spoor; enkel de hoogbarokke exemplaren zijn tot ons gekomen. Vier staan er in de kooromgangWandelgang rond het hoogkoor, waarop eventueel koorkapellen en kranskapellen uitgeven., terwijl in elk van de belangrijkste devotiekapellen, van Maria en van het H. Sacrament, er eveneens één staat.
De kruisweg
Voor deze laatste was het in 1858 niet eenvoudig om in een reeds overvolle Sint-Jacobskerk nog een geschikt plekje te vinden en dus hangen de 14 gebeeldhouwde witstenen statiesEén van de veertien etappes van de kruisweg: • Jezus wordt ter dood veroordeeld;
• Jezus neemt het kruis op;
• Jezus valt de eerste keer;
• Jezus ontmoet Zijn Moeder;
• Simon van Cyrene helpt Jezus’ kruis te dragen;
• Veronica droogt het gelaat van Jezus;
• Jezus valt de tweede keer;
• Jezus troost de wenende vrouwen;
• Jezus valt de derde keer;
• Jezus wordt ontkleed;
• Jezus wordt aan het kruis genageld;
• Jezus sterft;
• Jezus wordt van het kruis afgenomen;
• Jezus wordt in een graf gelegd.
van de Kruisweg van P.J. de Cuyper en Jozef Geefs gelijk verspreid over 3 kapellen van de noordelijke en 3 kapellen van de zuidelijke zijbeukDe ruimte tussen een reeks pijlers van de middenbeuk en een reeks pijlers links of rechts ervan, of de ruimte tussen een reeks pijlers en de buitenmuur..
Het orgel
Een kerkgemeenschap waar het geloof zingend kan beleefd worden, heeft er des te meer deugd aan. Zang en muziek worden ondersteund door het kerkinstrument bij uitstek: het orgel. In de 16de – 17de eeuw is er sprake van niet minder dan 5 opeenvolgende orgels, het koororgel van J.-B. Forceville niet meegerekend. In de 19de eeuw was dat orgel boven het koordoksaal nog het enige, terwijl achteraan in de kerk het orkest met het koorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar. plaatsnam, met boven hen een grote houten klankkoepel. In 1884 wordt het nieuwe orgel van bouwer Charles Anneessens uit Geraardsbergen ingehuldigd; een geschenk van één parochiane, de oudere Mejuffrouw Victoria Van Pelt, die er zelf een jaar later een (orgel)punt achter zet.
- Sint-Jacobskerk
- Geschiedenis & Beschrijving
- Inleiding
- Sint-Jacob de Meerdere
- Op weg naar Compostella
- Historische context
- Een bouwwerf van eeuwen
- De Toren
- De architectuur
- Het grondplan
- Een parochiekerk
- De Mariakapel
- De Venerabelkapel
- De trouwkapel
- Een koor voor de kanunniken
- Kapellen van broederschappen en ambachten
- Een rustplaats voor de doden
- De grafkapellen
- Relicten van verdwenen kloosters
- De schatkamer
- Bibliografie