De Antwerpse jezuïetenkerk, een openbaring.
Het hoofdaltaar
Meer dan een tafel
Het eerste wat opvalt wanneer je een barokke jezuïetenkerk betreedt is het reusachtige hoofdaltaar. De altaartafel wordt in de barok een klein onderdeel van een immens gevaarte. Het mini-stripverhaal van het gotische triptiek retabelGeschilderde en/of gebeeldhouwde achterwand van een altaar dat tegen een wand of pijler is geplaatst. Onder het retabel is er soms een predella. is immers uitgegroeid tot een portiekaltaar met één reusachtig beeldscherm ten aanschouwen van álle aanwezigen, ook die – bij manier van spreken – op de laatste rij (in de 17de en 18de eeuw stonden er geen banken of stoelen in het middenschip). Het enorme altaarstuk of altaarschilderij hier meet 5,35 meter (te vergelijken met twee verdiepingen van een huis) op 4 meter. Didactiek begint met goed lesmateriaal.
Om het hoofdaltaar als blikvanger optimaal te laten blijven fungeren, heeft men de mogelijkheid voorzien om het schilderij te vervangen. De jezuïeten beseften toen al dat als je steeds naar dezelfde afbeelding moet kijken, je er op de duur nauwelijks nog aandacht aan schenkt. Nu zijn wij eraan gewoon om, al gaat het om de mooiste foto van je leven, snel te veranderen; vandaar de omkeerbare transparante kubus met foto’s aan zes zijden of denk aan de reclame op de voetbalvelden: hoe snel wordt die niet gewisseld! Voor die gewenste afwisseling bedachten de Antwerpse jezuïeten al in het begin van de 17de eeuw een uniek systeem. Achter het altaarHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn. is een grote reservebak geconstrueerd, waarin vier diepe sleuven plaats bieden aan evenveel schilderijen op doek. Hoe diep denk je dat die schilderijen de grond ingaan of met andere woorden hoe groot schat je de hoogte van die schilderijen? De doeken worden door middel van een vast katrol systeem beurtelings ten tonele gevoerd naargelang hun thematiek overeenkomt met het tijdeigen van het liturgisch jaar. Zo wordt de misDe liturgische viering waarin de eucharistie centraal staat. Ze bestaat uit twee grote delen: de woorddienst en de tafeldienst. De woorddienst omvat gebeden om ontferming, de Bijbellezingen en de homilie. De tafeldienst begint met de offerande, waarbij brood en wijn op het altaar worden geplaatst. Dan volgt het grote dankgebed, waarin de lof van God wordt gezongen en waarin de consecratie plaatsvindt. Vaste onderdelen zijn ook het bidden van het Onzevader en een vredeswens en zo kan men op een symbolische manier aan tafel gaan met Jezus tijdens de communie. De mis eindigt met een wegzending (het Latijnse missa, waarvan ‘mis’ is afgeleid): de opdracht om in dezelfde geest de wereld in te stappen. thematisch in de verf gezet!
Vanwaar die extra aandacht van de jezuïeten voor de beeldvoorstelling? In de meditatiemethode van Ignatius’ Geestelijke Oefeningen vormt de zintuiglijke inleving in een bijbels tafereel de aanzet tot verdere reflectie. Vooral via de visuele voorstelling kan je je hechter betrokken voelen bij de situatie waarin Christus of de heiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. verkeert. Bij de Ignatiaanse bezinning kom je via een voorstelling tot emoties, via de emoties tot nadenken waarbij ‘het onderscheid des geesten’ van cruciaal belang is. Zo kom je hopelijk tot juiste keuzes in het leven. En het is door goede keuzes te maken dat je bijdraagt ‘tot meerdere eer van God’ en zo dichter tot Hem komt.
Vandaar dat het zien, het aanschouwen, een sleutelpositie inneemt in het begrijpen van een barokke kerk, zeker bij de jezuïeten. De voorstellingen zijn niet zomaar bedoeld als decor om naar te kijken. Je moet ermee meeleven, je er vragen bij stellen. Om de meditatie bij het brede, ongeletterde publiek kwalitatief te ondersteunen worden de grootmeesters van penseel en beitel aangesproken en betaald. Hun artistieke verbeeldingskracht in schilder- en beeldhouwkunst heeft als doel de toeschouwer te bewegen tot emoties, die gevoelens moeten leiden tot bezinning, goede keuzes en zo tot God.
Twee van de vier oorspronkelijke schilderijen: Sint-Ignatius en Sint-Franciscus Xaverius, zijn van de hand van Rubens (ca.1617–1618), kostprijs: 3.000 florijnen samen. Waren Rubens’ meesterwerken De Kruisoprichting voor de voormalige Sint-Walburgiskerk en De Kruisafneming voor de kolveniers in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, zeven jaar eerder nog geconcipieerd voor het oudere model van triptiekaltaar, dan worden beide composities hier volgens de vroegbarokke trend aangepast aan het nieuwe type van rechthoekig portiekaltaar. Beide heiligen zijn als wonderdoener weergegeven; een populaire voorstellingswijze in de Contrareformatie waar het wonder geldt als het teken van heiligheid bij uitstek. ‘Duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, tegen gif bestand zijn, en zieken genezen’ zijn bovendien tekenen die Jezus aan zijn apostelenDit is de naam die men geeft aan de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus, die door Hem gezonden werden om het evangelie te verkondigen. Bij uitbreiding wordt de term ook gebruikt voor andere verkondigers, zoals Paulus en Pater Damiaan (“De apostel der melaatsen”). toegezegd had (Mc. 16:17). En vermits Ignatius zijn ‘Gezelschap van Jezus’ spiegelt aan de zending van de apostelen, typeren de jezuïeten hun grote figuren graag door dergelijke apostolische tekenen.
Bij de opheffing van de jezuïetenorde worden haast alle schilderijen in het bezit van de jezuïeten onder de (veiling-)hamer gebracht. Doch Jozef II, mede-regent van de keizerin, wil er enkele aanschaffen voor de keizerlijke galerij te Wenen, nu het Kunsthistorisches Museum. Jozef de Rosa, directeur van de galerij, komt hier een keuze maken vooraleer de openbare verkoop catalogus samen te stellen. Een dertigtal stukken, vooral meesterwerken van Rubens, Van Dijck, Brueghel en de Craeyer, worden naar Wenen gevoerd, incluis de beide schilderijen van het hoofdaltaar met hun respectieve olieverfschets. Daar zouden zij ‘te allen tijde getuigenis moeten afleggen van de roem van de Vlaamse schilderschool’. Samen met twee schilderijen van Van Dijck die Maria Theresia eerder had opgevraagd leveren zij 60.620 gulden (wisselkoers) op, op een totale opbrengst voor alle schilderijen van 98.100 gulden (vrije marktkoers)! De verkoop van alle andere schilderstukken uit de jezuïetenresidenties van Antwerpen en Lier op 20 mei 1777 in het college in de Prinsstraat brengt immers slechts 5.505 gulden (vrije marktkoers) op. Deze lage opbrengst voor de 853 schilderijen, 152 tekeningen en acht beeldhouwwerken is te verklaren doordat ‘partijen’ uit sympathie voor de jezuïeten bewust de schilderijen depreciëren. De werken waarvoor een te lage prijs werd geboden, moesten uit de verkoop worden teruggetrokken.
De twee overige schilderijen van het hoofaltaar zijn nog beurtelings ter plekke te bewonderen:
- De kroning van Maria (Cornelis Schut) die steeds ter plaatse gebleven is.
- De Kruisoprichting (Gerard Zegers), die men in 1839 kon terugkopen.
Deze, getoond in de vasten- en passietijd, roept een gebed van Sint-Ignatius op:
Dialoog met Christus:
Heer Jezus Christus, ik zie U vlak vóór mij aan het kruis genageld.
Hoe bent U ertoe gekomen
om van Schepper mens te worden,
om over te gaan van eeuwig leven naar de dood in de tijd,
om zó te sterven voor mijn zonden?
Ik kijk naar mezelf en vraag me af: Wat heb ik voor U gedaan?
Wat doe ik voor U?
Wat moet ik voor U doen?
- In de huidige beurtrol van altaarstukken doet Onze-Lieve-Vrouw van de Karmel mee. Het werk van Gustaaf Wappers kwam er in 1840 in opdracht van de aartsbroederschap die in samenhang met het gelijknamige Mariabeeld uit het voormalige karmelietenklooster op de Meir naar hier was overgebracht. Het beeld zelf staat nu aan de ingang van de Mariakapel. Enkele titelsymbolen van Maria omringen haar: morgenster, spiegel, verbondsark, gouden huis, ivoren toren.
- En wie heeft er een goed voorstel voor een nieuw vierde (hedendaags) schilderij?
De vier levensgrote beelden van jezuïetenheiligen in wit Carraramarmer (1657) in de nissen van het koorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar. bemiddelen tussen de Godsontmoeting aan het hoofdaltaar en de gelovigen in de kerk. Onderaan zijn Ignatius (noord) en Franciscus (zuid) het werk van Artus I Quellinus, bovenaan Franciscus Borgia (noord) en Aloysius van Gonzaga waarschijnlijk van Hubert Van den Eynde. Ignatius, wiens fysionomie bepaald is door zijn dodenmasker, toont het constitutieboek van zijn orde. De grote missionaris Franciscus Xaverius heft het missiekruis op en draagt een stolaEen lange strook stof die door de priester om de hals wordt gedragen en waarvan de twee uiteinden vooraan even lang zijn. De stool wordt gedragen tijdens de mis en het toedienen van de andere sacramenten. om het doopselDoor dit sacrament wordt een mens lid van de kerkelijke geloofsgemeenschap. De kern van het gebeuren is een rituele wassing, die zich meestal beperkt tot besprenkeling van het hoofd met water. Het doopsel wordt in principe toegediend door een priester, maar nu dikwijls ook door een diaken. toe te dienen. De jong gestorven Aloysius van Gonzaga wordt getypeerd door een devotioneel kruisbeeld, Franciscus Borgia door het doodshoofd aan zijn voeten, ten teken van zijn verzaking aan het mondaine leven. De bundel losvallende plooien bij Borgia en Aloysius alsook de beweeglijkheid van de rochetEen halflang wit gewaad met lange mouwen dat over een soutane wordt gedragen. Rochet [als ‘roket’ uitgesproken] is een synoniem. met lange mouwen van Xaverius vormen een sterk staaltje van natuurgetrouwe weergave in marmer.
- Sint-Carolus Borromeuskerk
- Geschiedenis & Beschrijving
- Inleiding
- De historische context
- Voorplein en Residentie
- Voorgeschiedenis
- Het college
- Ruimtewerking
- Straatnamen
- Professenhuis
- Sodaliteitsgebouw
- Voorgevel
- Toren
- Interieur
- Hoofdaltaar
- Preekstoel
- Biechtstoelen
- Plafondcycli
- Mariakapel
- Sint-Ignatiuskapel
- Sint-Franciscus Xaveriuskapel
- Galerijen
- Orgel
- Sacristie
- Bij het buitengaan
- Nawoord
- Bibliografie
De “Kroning van Maria” kan u via deze link tot in het kleinste detail bestuderen.