Op reis in eigen stad
Een dagje NEDERLAND in Antwerpen
Grote Markt – Brabofontein
Asjemenou! ‘Antwerpse handjes’
van een Hollandse Hakker (bakker)
In het midden van de Grote Markt staat de Brabofontein. Die verwijst naar een sage die de naam van onze stad zou verklaren. Zo’n tweeduizend jaar geleden werd deze streek getiranniseerd door de reus Antigoon, die een Scheldetol eiste. Van wie niet betaalde, hakte hij een hand af en wierp die in de Schelde. Dan kwam de held, die de reus een koekje van eigen deeg gaf: de Romeinse soldaat Brabo hakte de hand van de reus af, wierp die weg en zei: “Waar deze hand neerkomt, sticht ik een stad!” En hij bedacht de voor de hand liggende naam: (H)antwerpen.
Sagen hebben altijd enige grond van waarheid. De vraag is: wat voor tol moest er worden betaald? In de oudste versies moest men betalen om de Schelde te mogen oversteken, wat verwijst naar de Schelde als grens tussen het graafschap Vlaanderen (de Franse koning) en het hertogdom Brabant (de Duitse keizer). Sinds de zestiende eeuw gaat het verhaal anders: schippers die de Schelde op of af wilden varen, moesten tol betalen. Dit verwijst naar de zgn. sluiting van de Schelde door de Zeeuwen (en de Noordelijke provincies). Zoals in alle oorlogen speelde economie ook in de Tachtigjarige Oorlog een belangrijke rol. Toen na 1585 bleek dat de aanhangers van Willem van Oranje Antwerpen, het economisch centrum van de Lage Landen, niet in handen zouden krijgen, werden schepen stroomopwaarts tegengehouden en gedwongen om hun lasten over te laden op Zeeuwse schepen. Meteen brak een bloeitijd aan voor havens in Zeeland (Middelburg, Veere, Vlissingen,…) en Holland (vnl. Amsterdam) ten koste van Antwerpen. Tussen 1795 en 1830 was er opnieuw vrije vaart op de Schelde, maar toen Antwerpen niet langer deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gold er een Scheldetol voor de vaart op Nederlands grondgebied. Die werd pas afgekocht in 1863. Brabo kan dus worden gezien als een vrijheidsheld en zo wordt hij ook voorgesteld in het beeldhouwwerk van Jef Lambeaux. Onderaan zien we allerhande zeemonsters. Daaruit rijzen de sirenen van de Schelde op met daarop een burcht waarop de triomferende held staat. Dit is het vrijheidsbeeld van de Antwerpenaren! Was Antigoon in hun ogen ook een “Hollander”?
Zo werd de hand het symbool van Antwerpen.
In 1934 was men in Antwerpen op zoek naar een culinaire specialiteit, waarvoor toeristen hun portemonnee wilden bovenhalen. Er werd een wedstrijd uitgeschreven onder Antwerpse bakkers en zo ontstond het Antwerps Handje: een koekje in de vorm van een hand van zanddeeg met veel boter bereid en met een manchet van amandelschilfers. Bijzonder lekker: u kunt het in heel wat confiseries hier in de buurt kopen. De bedenker van deze delicatesse was echter geen geboren en getogen Antwerpenaar, maar wel een joodse banketbakker afkomstig uit Amsterdam, die een voor dit onderwerp wel heel toepasselijke naam had: Jos Hakker!