Op reis in eigen stad
Een dagje FRANCE in Antwerpen
standbeeld van Koning Leopold I
Leopoldplaats
van Frans tegenstander tot Frans bondgenoot
Leopold von Saksen-Coburg (° 1790), de toekomstige eerste koning van België, was al van in zijn prille jeugd militair geschoold en was zich in 1806 in Parijs gaan bekwamen in diplomatie. Het aanbod van Napoleon om adjudant te worden, sloeg hij af. Hij nam nadien juist liever met het Russische leger deel aan de strijd tegen Napoleon en in 1814 trok hij met de generale staf van het Russische leger zegevierend Parijs binnen. In 1815 werd hij benoemd tot veldmaarschalk. In het gevolg van de tsaar nam hij deel aan het Weense Congres (1814-’15), waar besloten werd om de Oostenrijkse Nederlanden (grosso modo het latere België) onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden te brengen. Dan volgt de korte comeback van Napoleon in Waterloo. Toen hebben we de Fransen verslagen door de geallieerden erbij te halen.
Maar het kan verkeren …, in de internationale politiek nét zoals in je verstandhouding met de buren. Vandaag kom je goed overeen met de buren rechts en praat je over die van links. Iets later valt er een haar in de boter, heb je liever omgang met je linkerbuur en praat je liever over … die van rechts.
1830: Ons land vecht tegen Nederland voor zijn onafhankelijkheid. De Nederlandse troepen geven zich niet zomaar gewonnen en verschansen zich in de Antwerpse Citadel (ook wel Kasteel genoemd). Van hieruit en vanaf enkele marineschepen op de Schelde beschieten ze op 27 oktober de stad. Hun generaal, David Hendrik Chassé was in een vorig leven nog in dienst van Napoleon. Hij resideerde in de pastorie van de voormalige Sint-Joriskerk (Mechelseplein 24).
De verfranste bourgeoisie is (terecht) niet gerust in de toestand. Als de Schelde opnieuw vergrendeld wordt, dreigt een economische crisis. Leopold I mag dan al 21 juli 1831 de eed hebben afgelegd en ‘de troon bestegen’, het zwakke Belgisch leger onder zijn leiding slaagt er niet in het Hollandse garnizoen uit het Kasteel te verdrijven.
En wat gebeurt er? 17 jaar eerder, bij de slag van Waterloo, hielpen alle buurlanden om ons te bevrijden van de Franse grootmacht; nu roept het vrije België zijn machtige zuiderbuur te hulp om ons te ontdoen van ‘de Hollanders’… De Europese grootmachten geven toestemming aan de Franse troepen onder opperbevel van maarschalk Maurice Gérard deze taak tot een goed einde te brengen. Er volgt een beleg van een maand, gepaard met een ononderbroken Frans artilleriebombardement. Vanop het dak van het ‘Théâtre des Variétés’, ter hoogte van de huidige Sint-Joriskerk, kijken de Antwerpenaren (geamuseerd?) toe hoe de imposante Citadel grotendeels in puin wordt geschoten. Een boeiend schouwspel…
Op 23 december 1832 capituleert Chassé. Het hele Belgische grondgebied is nu vrij: ‘Lang leve de koning’ of – eerder in die tijd – ‘Vive le roi’.
Klein detail. In het ontzettingsleger van Maarschalk Gérard dient ook een zekere officier Mengin. Zijn vader is de hoofdingenieur van de “Bassins” (zie verder, Bonapartedok). Hij zal niet weinig fier geweest zijn over de inbreng van zijn vader in deze stad.
De 93 gesneuvelde Franse soldaten worden begraven op het kerkhof van de nieuwe Sint-Laurentiuskerk van Pierre Bourla (1824) aan de Markgravelei. De gedenkplaat hangt nu naast het orgel in de huidige kerk.
Na de ontruiming van het kerkhof van de 17de-eeuwse Sint-Laurentiuskerk werd ca. 1905 een gedeelte vrijgehouden voor een pleintje. Met het straatnaambord ‘Franse Plaats’ wilde men de herinnering aan ‘onze Franse vrijheidsstrijders’ in ere houden, al liet men zich misschien leiden door de locatie van het 17de-eeuwse en het 19de-eeuwse kerkhof te verwarren.
Veel later pas, na de ontmanteling van de stadwallen (ca. 1859-1865), wordt vanaf 1874 de verruïneerde citadel geslecht om plaats te maken voor de wijk ‘het Zuid’