Op reis in eigen stad
Een dagje ESPAÑA in Antwerpen
Instituut voor Tropische Geneeskunde
Nationalestraat 155 en Kronenburgstraat 43
Spaans benauwd in 1914 – Spaanse griep in 1918
In van Dale staat een hele kolom bij het adjectief ‘Spaans’. Naast veel lekkere verwijzingen, pikante zoals Spaanse peper en Spaanse vlieg, enkele naargeestige zoals ‘Spaanse laarzen’ (beenijzers), ‘Spaans benauwd’ en ‘Spaanse griep’. Wie het zeker benauwd had, d.i. ‘veel pijn lijden’, was de Antwerpse bevolking die bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gedurende 36 uur een Duits bombardement te verduren kreeg op 8 en 9 oktober 1914 (met 4 à 5 inslagen per minuut). Als vertegenwoordiger van een neutraal land, was het de Spaanse consul Sebra y Saiz, die een delegatie van het Antwerpse stadsbestuur, burgemeester Jan de Vos, schepen Louis Franck, senator Ryckmans, drie burgers, begeleidde bij de Duitse generaal von Beseler, een militair, om de overgave te onderhandelen (de conventie van Kontich).
In de volgende jaren, na de oorlogsintrede van de Verenigde Staten, waren de Antwerpenaren benauwd voor een andere pijn door de dreigende hongersnood. Spanje met Nederland zorgde met voedingsmiddelen voor de bevoorrading van onze noodlijdende bevolking.
Nog voor het einde van het wereldconflict in 1918 duikt het adjectief nogmaals op: de ‘Spaanse’ griep. De eerste gevallen van deze beruchte pandemie van het griepvirus zijn gedocumenteerd in de Verenigde Staten in 1918 en de ziekte kwam allicht met soldaten naar het Europese front. Het agressieve H1N1-virus trof een door oorlogsjaren en ontbering verzwakte bevolking en koste het leven aan tenminste 20 miljoen, mogelijk nog meer miljoenen burgers en militairen het leven tot in 1919.
De benaming is misleidend want het was niet de ziekte zelf die uit Spanje kwam, wel het nieuwsbericht daarover. In de maanden na de Wapenstilstand heerste er nog lang geen vrede en de overheden bleven een strikte perscensuur handhaven. Nu was Spanje in de wereldoorlog een neutraal land gebleven waardoor het toezicht op de media er veel toleranter was en de kranten vrijuit konden berichten over deze wereldwijde gezondheidscrisis. Spanje zelf bleef niet gespaard van deze pandemie en verloor ongeveer 1% van zijn bevolking of 200 duizend sterfgevallen.
Het kwaad komt altijd uit een ‘ander’ land; in Duitsland heette de ziekte o.a. ‘Flandern-Fieber’, in Groot-Brittannië ‘Flemish flu’ (Vlaamse koorts of griep) !
Waarom vertellen we dit hier? De studie van infectieziekten en het bestrijden van epidemieën is het terrein van het Instituut voor Tropische geneeskunde. Het ITG zelf betrekt een gebouw uit 1928-‘33, in een sobere Art-Déco stijl. Het initiatief voor deze gezondheidscampus kwam van provinciegouverneur baron Holvoet; tijdens de werken kwam de beslissing de École de médecine tropicale (in het Dudenpark, Vorst), naar de havenstad Antwerpen te verplaatsen. Zo bevindt de Spaanse tegenhanger zich ook in havenstad Barcelona.
De uitbreiding van activiteiten van het ITG noopte ertoe in 2001-2006 het aanpalende kloosterGebouwencomplex waarin leden van een religieuze orde samenleven. Zij volgen daarbij de regel van hun stichter. De oudste kloosterordes zijn de kartuizers, dominicanen, franciscanen, augustijnen en hun vrouwelijke tegenhanger. Let wel: benedictijnen, norbertijnen, cisterciënzers, trappisten en hun vrouwelijke tegenhangers wonen in een abdij; jezuïeten in een huis. in de Sint-Rochusstraat te integreren als Campus Rochus. De gevel van de kapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
, gedateerd 1673, verwijst naar de vestiging als kartuis (tot 1783); na een woelig intermezzo van industrieel gebruik, betrokken van 1830 tot 2001 de zusters kapucinessen het complex.