De Onze-Lieve-Vrouwetoren van Antwerpen
Geschiedenis: - ca. 1420 – 1518:
een eeuw bouwdrift
tot 1480: de Onze-Lieve-Vrouwetoren van de romaanse Onze-Lieve-Vrouwekerk
Meer dan 200 jaar kunnen de Antwerpenaren voor hun godsdienstpraktijk terecht in de romaanse Onze-Lieve-Vrouwekerk, gebouwd iets na 1124. Een van de romaanse torens daaraan verbonden – ter hoogte van de beide transeptarmen – waren waarschijnlijk voorzien van een gotische torenspits. Een van hen, de noordelijke deed ook dienst als belfort.
1351: een eerste concept van de nieuwe gotische torens
Het startschot voor de bouw van een nieuwe gotische kerk komt er ca. 1351 en omwille van het getijdengebedHet dagelijkse officiële publieke gebed in de Rooms-Katholieke Kerk. Op 5 [vóór het Tweede Vaticaans Concilie 8] momenten gespreid over de dag [en de nacht] wordt in abdijen, kloosters en kapittelkerken samengekomen om deze gebeden te bidden en te zingen. van de kanunnikenIemand die samen met andere kanunniken verbonden is aan een kathedraal of collegiale kerk en als voornaamste taak heeft, in te staan voor het koorgebed. vangt men aan met de oostpartij: het koorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar., de bijhorende kooromgangWandelgang rond het hoogkoor, waarop eventueel koorkapellen en kranskapellen uitgeven. en een dozijn aanpalende kapellenEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
voor de meest florerende broederschappen en gilden. Ondertussen staat het schipHet achterste gedeelte van de kerk voorbehouden voor de kerkgangers. Het schip loopt tot aan het dwarsschip. van de oude romaanse kerk nog overeind opdat ieder onverstoord zijn godsdienst kan blijven praktiseren. Uit de verdere bouwgeschiedenis mag blijken dat minstens de locatie van de torens al bij aanvang bepaald was, mogelijk ook al een voorlopig concept, maar daarom nog niet de huidige vormgeving en hoogte.
1420-‘22: de fundamenten van de noordertoren
Enkele jaren na de voltooiing van dit oostelijk gedeelte, haast 70 jaar na de aanvang van die bouw, legt men ca. 1420 met de fundamenten van de noordertoren de definitieve lengte vast van de nieuwe gotische kerk. In die tijd was er waar nu de toren staat waarschijnlijk enkel kerkhofgrond.
Het is bouwmeester Appelmans die de eer krijgt om die funderingswerken te leiden. Op dat moment is de kathedraalDe hoofdkerk van een bisdom, waar de zetel van de bisschop staat. verre van af. Hoe diep de funderingen reiken van de toren weet men vooralsnog niet: maar ongetwijfeld zal Appelmans opdracht hebben gegeven tot een ferme bouwput, gezien het te dragen gewicht. Het is een periode die ook het bijzonder gevaar met zich meebrengt van de rampzalige overstromingen van de Schelde, die de kerk en omliggende doen overstromen. Er zal dus rond de bouwput een stevige dijk of een muur zijn aangelegd om het water tegen te houden, terwijl ook het bouwterrein van kerk en torens werd opgehoogd. Om een beeld te geven: door de St. Elizabethvloed van 1421 komt zoveel zeewater de poldergebieden instromen dat de Westerschelde – tot dan de Honte genoemd – plots de belangrijkste vaargeul van de Schelde wordt, die dus vanaf Antwerpen in 1421 van richting wijzigt.
Dat de fundamenten stevig dienen te zijn, spreekt voor zich – het bekende verhaal van de lederen dierenhuiden als isolatiemiddel om het grondwater in de bouwput te neutraliseren is bouwtechnisch een feit, alleen is de legende die ermee gepaard gaat, heel wat minder historisch. Hoe dan ook, onder leiding van Appelmans start men dapper aan de bouw.
1422-ca. 1480: de vierkante basis
Van 1422 tot 1480 wordt er met man en macht gewerkt aan de vierkante basis. Het is misschien wel het minst opvallende, of zeker het minst spectaculaire deel van de toren, maar wel het cruciaalste onderdeel waaraan dus ook het merendeel van de totale tijd is gewerkt, namelijk 48 jaar ononderbroken. Het is massief opgetrokken, maar toch slagen de bouwers er al in om het bouwwerk door de lange lijnen een bepaalde lichtheid mee te geven. Was er toen al een volledig ontwerp van hoe de toren er moest uitzien? We weten het niet zeker, want er is niets bewaard van plannen. Wat we wel weten, is dat op het einde van dit vierkant deel, aan de tweede gaanderij, vier punten uitsteken, die vermoedelijk moesten dienen om een bijkomend vierkant deel te plaatsen, in plaats van de huidige achthoek. Hierdoor zou de toren er dan toch helemaal anders en veel minder licht hebben uitgezien dan hoe ze uiteindelijk werd.
Ondertussen was ook Pieter Appelmans, de eerste bouwmeester, gestorven in 1434. In dat jaar komt de noordertoren net nog boven de eerste gaanderij uit. Appelmans heeft in 1430 nog de aanzet van de bouw van de zuidertoren meegemaakt. die er helaas maar tot aan de eerste gaanderij is gekomen. De noordertoren komt er daardoor ranker uit!
Het is een zekere Jan Tac die de plicht van bouwmeester op zich neemt tussen 1434 en 1439. En dat is toch niet licht te nemen, ook al is het letterlijk verder bouwen op de fundamenten van de voorganger: de toren van de Sint-Jacobskerk vlakbij heeft men voorgoed moeten stilleggen wegens een constructiefout tijdens het bouwen tussen de eerste en de tweede gaanderij (?).
Vanaf 1439 -tot 1473 neemt Everaert van Veeweyden het bouwmeesterschap over. Onder zijn leiding komen de ‘gallemgaten’ er, die uiteraard dienen om de klanken van de klokken naar beneden te leiden. Daar wordt in 1455 aan gestart, en eindelijk, twintig jaar later, is de volledige 4de geleding af. De toren troont daardoor reeds als hoogste toren van de kathedraal er bovenuit.
Van 1473 tot 1502 neemt Herman de Waghemakere het werk op zich. Met zijn arbeiders geraakt hij in 1480 tot net boven de 2de gaanderij, waar nu de uurwijzers staan, ongeveer op 65 meter hoogte. En dan wordt de bouw van de toren stilgelegd.
1501-1508: de achthoek
Het lijkt erop dat men op dat moment niet zo goed wist hoe verder te gaan. Getuige de vier punten die nu nog te zien zijn, en die aanduiden dat men aanvankelijk verder wilde bouwen in dezelfde stijl. Waarom dat niet is gebeurd, weten we niet. Wel dat het pas in 1501 is, na 20 jaar, dat men het werk hervat, nog steeds onder leiding van Herman de Waghemakere. Er is nu voor een achthoekige koker gekozen, die op het terras van de tweede gaanderij wordt gebouwd. Vanuit esthetisch oogpunt geniaal, want ze verleent de toren haar karakteristieke lichtheid, waarop de 6de geleding en de spits op zal verder bouwen. Ondertussen is het voor de arbeiders een enge hoogte geworden om op te werken; ze krijgen dan ook een extra vergoeding daarvoor, wij zouden dat nu ‘bibbergeld’ noemen. In 1507 geraakt deze achthoekige trommel af.
1508-1518: de bekroning met de top
Ondertussen had de zoon van Herman de Waghemakere, Domien, in 1502 de leiding overgenomen. Op 12 juli 1507 vaardigt paus Julius II (1503-1513) een aflaatbul uit om de bouw van de torenspits te bekostigen. Het duurt dan nog eens bijna exact elf jaar voor de laatste steen gelegd is. Op 1 september 1518 plant men onder het zicht van duizenden toeschouwers, het gewijde kruis op de top van de toren die dan, na honderd jaar en vijf generaties eindelijk af is. We begrijpen dan ook dat hun vreugde niet op kon en dat die “daarboven op de stellagie” in een dans vorm kreeg.
Overzicht van de bouwgeschiedenis van de 3 torens van de O.-L.-Vrouwekathedraal
De noordertoren
1419/1423: de fundering
1425-1518: opbouw: * ca. 1422-1480: vierkante basis
1501-1507: achtkant
1508-1521: vierkant en bekroning
19de-20ste eeuw en verder: restauraties
Zuidertoren:
1430-1431: fundering
1431-1475: bouw
1475 een (‘tijdelijke’) bekroning/bedaking.
1533: grote brand
1536: nieuwe torenspits.
3) Vieringtoren:
1514: aanzet bezig boven koor en middenbeukDe ruimte tussen de twee middelste reeksen pijlers van het schip.
1534: meiboom gestoken bij de renaissance-vieringkoepel
- OLVT Kerktoren en belfort tegelijk
- OLVT Geschiedenis: – ca. 1420 – 1518: een eeuw bouwdrift
- OLVT Geschiedenis: 1518 – heden: eeuwen restauratieplicht
- OLVT De architectuur en haar structuur
- OLVT Een tweelingtoren
- OLVT Een toren met stijl
- OLVT Bijhorigheden ten top
- OLVT Galmende klokken en uitnodigende kerkklokken
- OLVT Hoe laat is het? Het uurwerk
- OLVT Alarm!
- OLVT Vrolijke deuntjes: beiaardmuziek
- OLVT Illustere bezoekers
- OLVT De beklimming: verdiep per verdiep
- OLVT Panoramische uitzichten op de stad en de wijde omgeving
- OLVT Zicht op de toren: stil oriëntatiepunt en schalkse blikvanger
- OLVT De toren in beeld: torenzichten in de plastische kunsten
- OLVT De toren verbeeld in Antwerpse monumenten
- OLVT De toren verbeeld in literatuur en muziek
- OLVT De Onze-Lieve-Vrouwetoren als symbool van …