Sint-Michiel- en Petruskerk
Ter kennismaking
Geschiedenis
Het eerste kerkje van Antwerpen dat door Sint-Amandus in de 7de eeuw was opgericht, werd toegewijd aan de heiligen Petrus en Paulus. Na de inval van de Noormannen wordt het vervangen door een nieuwe parochiekerk, met als patroonheilige de aartsengel Michaël. In 1124 verbindt Sint-Norbertus aan deze kerk een abdijgemeenschap. De Franse Revolutie schaft deze norbertijnenabdij af (1794) en het statige gebouwencomplex wordt geleidelijk aan volledig van de kaart geveegd.
Om aan de geweldige bevolkingsaanwas van de 19de eeuw te voldoen worden ca. 1864 de Spaanse vestingen gesloopt. De afbraak van het Zuidkasteel duurt tot 1881. Een geheel nieuwe wijk wordt voorzien: ‘het Zuid’. Om de komst van nieuwe bewoners te bevorderen beslist de bouwmaatschappij een kerk te bouwen. In 1883 komt er een noodkapel en 3 jaar later volgt bij Koninklijk Besluit de oprichting van de nieuwe parochie. Als patroonheilige kiest men vanuit een historisch bewustzijn – terug – voor St.-Michiel terwijl de heiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. Petrus wordt toegevoegd. PastoorEen priester die verantwoordelijk is voor een parochie. Hendrik Kinschots en schepen Arthur Van den Nest willen er een uniek monument van maken; dus geen gebruikelijke neogotische kerk, maar een basilica-type. Na een studiereis naar Aken en doorheen Italië in 1890 opteren pastoor en architect Frans Van Dijk voor een combinatie van een neo-romaanse en een Byzantijnse stijl. Van Dyck is ook goed gedocumenteerd over de Franse architect Paul Abadie (+ 1884) die o.m. Romaanse kerken in de Dordogne restaureerde en de Sacré-Coeur van Montmartre ontwierp. Al deze invloeden samen zijn terug te vinden in een geslaagde – unieke – eclectische stijlkeuze.
Omwille van financiële problemen kon de bouw eerst in 1893 aangevat worden. Naast de bijdragen van de parochianen zijn er de subsidies van de overheid: Staat, Provincie en – na lang aarzelen – ook de Stad. De grootste financiële bijdrage wordt evenwel geleverd door de broer van de pastoor. Het is vlak bij de bouwwerf van de Sint-Michielskerk dat de wereldtentoonstelling van 1894 geopend wordt.
Reeds op 4 mei 1897 wordt de kerk ingewijd door kardinaalIn de Rooms-Katholieke Kerk is een kardinaal lid van de raad van de paus en heeft dus een belangrijke adviserende rol. Tot de leeftijdsgrens van tachtig jaar verkiezen de kardinalen ook de nieuwe paus. De meeste kardinalen zijn ook bisschop, maar dit is geen vereiste. Goossens, aartsbisschopDe bisschop die de leiding heeft van het aartsbisdom. In de praktijk betekent dit ook dat hij aan het hoofd staat van de kerkprovincie. van Mechelen.
De verdere versiering en binneninrichting zouden nog tientallen jaren duren, doch steeds getrouw aan het oorspronkelijke opzet. De vergulding van de kerkzoldering en de marmerbekleding van het hoogkoorIn een groot koor met verschillende onderdelen, is het hoogkoor dat deel van het koor waar zich het hoofdaltaar bevindt. kwamen echter nooit tot stand wegens hun hoge kostprijs.
In 1921 wijdt kardinaal Mercier de nieuwe parochielokalen van de Cuylitsstraat in: de kindertuin, het Kinderheil, de zondagsschool, een meisjespatronaat en allerlei sociale werken van de parochie vinden er een onderkomen.
Bij Besluit van de Vlaamse Executieve van 7 december 1983 wordt de kerk als monument beschermd om reden van haar historische waarde als voorbeeld van neo-architectuur.
In 1984 werd het 100-jarig bestaan van de parochie uitgebreid gevierd, o.a. met een jubileumboek.
Beschrijving
Buitenarchitectuur
De westelijke gevel, de voorgevel, is overwegend geornamenteerd met romaanse stijlelementen. Vooral de typisch romaanse ronde boogvorm komt veelvuldig voor. Het timpaan, rijk versierd met reliëfwerk, toont de tronende Christus met in de linkerhand het Boek des Levens, en omringd door de zinnebeeldige figuren van de vier evangelisten.
De achtergevel wordt gedomineerd door het hoogkoor met apsisHalfronde of veelhoekige uitbouw waar zich het hoofdaltaar bevindt in een kerk. en de vier flankerende kleinere apsidiolen aan de dwarsbeukHet dwarsschip vormt a.h.w. de dwarsbalk van het kruisvormige grondplan. Het dwarsschip bestaat uit twee kruisbeuken of dwarsbeuken, die elk links en rechts een uitsprong vormen t.o.v. het schip. Synoniem Transept..
De vierkante klokkentoren, 70 meter hoog, is grotendeels in rode baksteen opgetrokken en is voorzien van romaanse boogvensters. Vanaf de vijfde bouwlaag krijgt de toren een sierlijker uitzicht. De met zuiltjes omgeven klokkengalerij, in witte steen, met de afbeelding van een evangelistenfiguur op elke hoek, doet aan de Venetiaanse campaniles denken. De ronde zuilengalerij erboven wordt bekroond door een grote geschubde pijnappel.
Binnenarchitectuur
Zoals bij de oude basilieken zijn het centraal schipHet achterste gedeelte van de kerk voorbehouden voor de kerkgangers. Het schip loopt tot aan het dwarsschip. en de dwarsbeuk hoog uitgebouwd, terwijl de zijbeukenDe ruimte tussen een reeks pijlers van de middenbeuk en een reeks pijlers links of rechts ervan, of de ruimte tussen een reeks pijlers en de buitenmuur., door een zuilenreeks van de middenbeukDe ruimte tussen de twee middelste reeksen pijlers van het schip. gescheiden, op ongeveer de halve hoogte van het middenschip gehouden werden.
In de dwarsbeuk, even hoog als de middenbeuk, werd de vieringHet centrale punt van een kerk met kruisvormig grondplan. De viering is het kruispunt tussen de lengteas [gevormd door koor en schip] en de breedteas [gevormd door het dwarsschip]. hoger uitgebouwd. Hierdoor werd het mogelijk 12 bijkomende ramen aan te brengen.
Niet alleen de overvloedige toevoer van het daglicht, maar ook de speling ervan op de gouden mozaïeken, zeker boven het hoofdaltaar, dragen bij tot een heldere sfeer. Symbolisch verwijst dit naar de tekst in het Boek des Levens van Christus in de apsis: ‘Ego sum Lux mundi’ (Ik ben het licht van de wereld).
Mozaïeken
De mozaïeken van deze kerk zijn geïnspireerd door de 11de- en de 12deeeuwse byzantijnse voorbeelden in de kerken van Rome, Sicilië en Venetië. Zij zijn hier te vinden op architecturale onderdelen zoals de apsissen, de koepelgewelven, de boogvelden en de lange doorlopende friezen, en kerkmeubilair zoals: hoofdaltaar, communiebankEen lage afsluiting van het koor of een kapel, in de vorm van een lange knielbank. Vóór het Tweede Vaticaans Concilie gold het gebruik dat men de communie geknield op deze bank ontving. met ambo’s, koorgestoelteGeheel van koorbanken., preekstoelEen kerkmeubel, dat nu meestal in onbruik is geraakt en dat bestaat uit een verhoog vanwaar de predikant de kerkgangers toesprak. Meestal staat een preekstoel in het midden aan de zuidzijde van de kerk. en biechtstoelenEen meubel dat speciaal werd ontworpen om het sacrament van de biecht te vergemakkelijken, m.n. door te vermijden dat biechtvader en biechteling oog in oog met elkaar zouden staan. Links en rechts zijn knielbanken voor biechtelingen; in het midden is een hokje waarin de biechtvader zit. Beiden zijn van elkaar gescheiden door een wand waarin een rasterwerk is aangebracht zodat de biechtvader de biechteling wel kan horen, maar niet zien.. Cosmatenwerk, een techniek afkomstig van de Italiaanse kunstenaarsfamilie Cosma, bestaat in het inleggen van uitgesneden gekleurde stukken marmer die volgens een bepaald geometrisch patroon werden bijeengevoegd. Deze werd toegepast op de vloer van de middenbeuk en van het hoogkoor.
Kerkmeubilair
Het hoofdaltaar vormt door zijn opbouw en veelkleurige decoratie het aandachtspunt van de kerk. Vijf treden in geaderd Carrara-marmer leiden tot het altaarHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn., dat door een ciborium uit wit Carraramarmer overkoepeld wordt. Deze draaghemel steunt op vier zuilen in geaderd groen marmer. De tabernakeldeur met centraal het Lam Gods werd door de Antwerpse goudsmid J. Junes rijkelijk met juwelen en bergkristal versierd. Hij vervaardigde eveneens het Byzantijnse kruis boven het altaar met de in email uitgewerkte symbolen van de evangelisten.
De preekstoel (1905) is hoofdzakelijk in wit marmer uitgevoerd, en bevat een grote variëteit aan kostelijke marmers en mozaïeksteentjes. De twee rechtstaande leeuwtjes, vooraan, zijn in turkoois blauw marmer en de zuiltjes daarop in groen marmer.
De zes biechtstoelen uit wit marmer zijn in de muur ingebouwd. Ze worden afgesloten door bronzen deurtjes en geflankeerd door twee granieten zuiltjes, waarvan de kleuren verschillen. Boven de biechtstoelen wordt een figuur in verband met de biechtHet sacrament van de verzoening. De gelovige [of biechteling] belijdt zijn tekortkomingen aan een priester [de biechtvader] en spreekt zijn/haar spijt uit. Namens God schenkt deze vergiffenis [d.i. de absolutie] en legt ook een vorm van boetedoening op [de penitentie]. Deze kan o.a. bestaan uit een aantal gebeden, de opdracht om zich met een tegenpartij te verzoenen of in het verleden soms ook een bedevaart., in een decor van bloemen voorgesteld: de Ark van Noë en de Goede Herder staan voor redding, de wenende Petrus voor berouw en de feniks voor herleven.
De veertien koperen statiesEén van de veertien etappes van de kruisweg: • Jezus wordt ter dood veroordeeld;
• Jezus neemt het kruis op;
• Jezus valt de eerste keer;
• Jezus ontmoet Zijn Moeder;
• Simon van Cyrene helpt Jezus’ kruis te dragen;
• Veronica droogt het gelaat van Jezus;
• Jezus valt de tweede keer;
• Jezus troost de wenende vrouwen;
• Jezus valt de derde keer;
• Jezus wordt ontkleed;
• Jezus wordt aan het kruis genageld;
• Jezus sterft;
• Jezus wordt van het kruis afgenomen;
• Jezus wordt in een graf gelegd.
van de kruiswegVeertien afbeeldingen van de lijdensweg van Jezus, als spirituele inspiratiebron. De bedoeling is om bij elke afbeelding [of statie] biddend en bezinnend halt houdt. (1903) zijn het werk van graveur Mauquoy naar de kartons van de Antwerpenaar Hendrik Redig.