Kerstwandeling in Antwerpen
Lange Ridderstraat 71
De Ster wordt een ‘Dwaallicht’ en Maria heet ‘van Dam’
Op deze plek (nu nr. 69) eindigt een verhaal dat als volgt begon: “Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt.” In 1946 publiceerde Willem Elsschot ‘Het Dwaallicht’, het relaas van een avondlijke tocht van Laarmans, zijn alter ego, die drie ‘Afghaanse’ matrozen op sleeptouw neemt (of zij hem?), op zoek naar een zakkennaaister, Maria Van Dam, een aardig meisje.
Door critici is dit boek tot in de kleinste vezels geanalyseerd, waarvan we onthouden “Het is ook een profaan, paradoxaal kerstverhaal: drie mannen uit het Oosten gaan in de twintigste eeuw op zoek naar Maria maar vinden haar niet terug” (Erik Rinckhout in 2010).
Elsschot bracht in deze kleine novelle vele thema’s samen: de zoekende mens van elke stand, ras of kleur, het geloof of het materialisme, de liefde of de erotiek, de politiek, het egoïsme en de hulpvaardigheid.
De laatste zin besluit: “Ja, broedersEen kloosterling die geen priester is., dat het u goed mag gaan in de wereld. Dat Allah uw pad moge effenen en u behoeden op zee, om u terug te voeren naar uw bergen als de tijd gekomen zal zijn. En wat Maria en Fathma betreft, laten wij niet wanhopen, want de wil des Heren is immers ondoorgrondelijk.”
Vrijdenker Elsschot stak niet weg dat de Bijbel (vooral boeken Job en Prediker) tot zijn geliefde ‘auteurs’ behoorden.
Na dit dwaallicht, zie je de echte ster opnieuw om je op weg te helpen: die op de toren van Sint-Andries torent boven de huizen uit en geeft je de richting naar de stal.