Deel van de Bijbel met teksten van na de geboorte van Jezus. Dit deel bevat 4 evangeliënEén van de 4 Bijbelboeken waarin het optreden van Jezus, zijn dood en opstanding centraal staan. De 4 evangelisten zijn Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Letterlijk betekent evangelie ‘Goed Nieuws’/‘Blijde Boodschap’. Met deze term wordt de kernboodschap van deze boeken aangeduid., de Handelingen van de ApostelenEen boek uit het Nieuwe Testament dat de evangelist Lucas schreef als een vervolg op zijn evangelie. Daarin beschrijft hij de beginperiode van de jonge Kerk na de dood van Jezus met als centrale figuren Petrus en Paulus., 14 brieven van PaulusHij heette oorspronkelijk Saulus, hij was een jood met het Romeins staatsburgerschap en een christenvervolger in de periode kort na de dood van Jezus. Na zijn bekering werd hij de belangrijkste verspreider van het evangelie in wat nu Turkije en Griekenland is. Hij schreef brieven om contact te houden met de christelijke gemeenschappen die hij had gesticht en deze teksten zijn de oudste van het Nieuwe Testament. Alhoewel hij Jezus nooit heeft ontmoet, wordt hij wel “apostel” genoemd., 7 apostelbrieven en het Boek der Openbaring (of Apocalyps).