Mannelijke tegenhanger van begijn. Net als begijnenLid van een gemeenschap van ongehuwde vrouwen die een religieus leven leidden en in een begijnhof woonden. Begijnen legden slechts twee (tijdelijke) geloften af: gehoorzaamheid (aan de grootjuffrouw van het begijnhof) en zuiverheid. Vermits ze geen gelofte van armoede aflegden, mochten ze eigendom bezitten. Ze moesten ook in hun eigen onderhoud voorzien. waren ze ongehuwd en legden begaarden slechts (twee) tijdelijke geloften af: gehoorzaamheid en zuiverheid. Begaarden woonden samen in een huis in de stad en legden zich toe op onderwijs en armenzorg. Nogal wat begaarden waren ook wevers. In Antwerpen herinnert de Beggaardenstraat aan hun aanwezigheid op die plek.