Gebouwencomplex waarin leden van een religieuze ordeOrganisatie van ongehuwde vrouwen of mannen die in gemeenschap willen leven om zich te wijden aan religieus leven. Zij volgen hierbij de regel van hun stichter: o.a. Augustinus, Benedictus, Norbertus, Franciscus, Dominicus, Ignatius, … Bij het toetreden tot de orde leggen de leden drie geloften af: gehoorzaamheid (aan de overste), armoede (geen persoonlijk bezit) en zuiverheid (geen lichamelijke relatie). samenleven. Zij volgen daarbij de regel van hun stichter. De oudste kloosterordes zijn de kartuizers, dominicanen, franciscanen, augustijnen en hun vrouwelijke tegenhanger.
Let wel: benedictijnen, norbertijnenEen lid van een religieuze orde die in 1220 werd gesticht door de Heilige Norbertus in Prémontré (Noord-Frankrijk). Vandaar dat de officiële benaming voor norbertijn is: reguliere kanunnik van de Orde van Prémontré. In Antwerpen was de Sint-Michielsabdij een norbertijnenabdij., cisterciënzersLeden van een religieuze orde gesticht door Robert van Molesme in het Bourgondische dorpje Citeaux in 1168 om de kloosterregel van Benedictus strikter na te leven. In de 17 eeuw ontstond binnen de cisterciënzers een nog striktere beleving van de Benedictijnse kloosterregel in de abdij Notre Dame de la Grande Trappe. Cisterciënzers die deze regel volgen, worden gemeenzaam trappisten genoemd. De Pieter Potsabdij en de Sint-Bernardusabdij van Hemiksem waren cisterciënzerabdijen., trappisten en hun vrouwelijke tegenhangers wonen in een abdijEen geheel van gebouwen dat gebruikt wordt door monniken of monialen. Enkel cisterciënzers, benedictijnen, norbertijnen en trappisten, alsook hun vrouwelijke tegenhangers, hebben abdijen. Een abdij streeft ernaar om zelfvoorzienend te zijn.; jezuïeten in een huis.