Op reis in eigen stad
Een dagje ESPAÑA in Antwerpen
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
Leopold de Waelplaats 1
(tijdelijk gesloten wegens werken)
Dezelfde plek: andere tijden, andere Spanjaarden
Waar we nu de voorgevel van het museum bewonderen, was eertijds de binnenplaats van de citadel, alias ‘het Spaanse kasteel’. Wallen beschermen de stad maar een burcht dient meer dan eens om de stedelingen onder de duim te houden. Zo ook de citadel zoals de hertog van Alva, voluit Fernando Álvarez de Toledo, de beslissing van de landvoogdes uitvoerde aan de zuidflank van de stadsomwalling (waardoor de stad met 60 ha vergrootte).
In april 1566 hadden de edelen, verenigd in een Eedverbond, aan landvoogdes Margareta van Parma een smeekschrift overhandigd met verzoek zachter op te treden tegen de aanhangers van de Hervorming maar vooral minder centralistisch te besturen.
Nadat vanaf augustus de Beeldenstorm over de Lage landen woedde, in Antwerpen op 20 augustus, reageerde koning Filips II door de hertog van Alva aan te stellen als gouverneur-generaal.
In 1567 arriveerde hij met 10.500 soldaten (tercios), richtte zonder dralen een ‘Raad van Beroerten’ op en begon vanaf januari 1568 met de eerste arrestaties. De onthoofding van Lamoraal, graaf van Egmont en Filips van Montmorency, graaf van Horne op Pinksterzondag 5 juni 1568 is daarvan het trieste hoogtepunt. Beide edelen (graven) werden geëerd met een straatnaam, net zoals de Geuzen.
Een andere diepzwarte bladzijde is de Spaanse furie van 4 tot 6 november 1576 (waarover we meer vertellen rond de Grote Markt). Een jaar later bekoelde de Antwerpse bevolking haar woede door de fronten van de citadel te slopen langs de stadszijde en het standbeeld van Alva omver te trekken, wat zowel door de eigentijdse media als door de romantiek van de 19e eeuw in beeld gebracht werd.
Bij de definitieve afbraak van het Spaans kasteel in de late 19de eeuw kwam hier een nieuwe planmatige woonwijk met straten in stervorm.
Wanneer je nu zelf op de Leopold De Waelplaats staat, voor het museum, sta je inderdaad ongeveer op de binnenplaats van de citadel, waar een bronzen standbeeld van de hertog van Alva het tweekoppig monster ‘ketterij en rebellie’ vertrappelde (misschien wel het beroemdste werk van Jacob Jonghelinck, 1571). Het was gesmeed uit het brons van zes buitgemaakte kanonnen. Omdat het aanzien werd als een pompeus symbool van de bezetting sneuvelde het nauwelijks zes jaar later bij de bestorming van de citadel door de opstandige Antwerpenaren.
Vandaag kan je twee andere Spanjaarden dag zeggen en wel kunstenaars.
Kijk je naar de voorgevel van het museum, dan kan je op de eretribune met elf borstbeelden, met enige moeite, uiterst links, Diego Velázquez identificeren, de meester van de Spaanse barokke schilderkunst. Nog meer dan onze Zuid-Nederlandse barok is de Spaanse versie doordrongen van diepe religiositeit maar toont ze ook de brutale alledaagsheid van de geportretteerde hofdwergen.
Goed om weten: toen Rubens in 1628 in Madrid verbleef, moedigde hij hem aan zich in Italië te gaan vervolmaken (naar zijn eigen ervaring).
Kijk je voor je voeten, dan zie je een hedendaags kunstwerk van Cristina Iglesias: de ‘Diepe fontein’ (2006). In een cyclus van 64 minuten loopt de fontein, die er geen is, helemaal leeg en vol. Ze staat voor tijd en getijden, komen en gaan, geven en nemen. Leeg onthult het waterbekken een bodem van bronzen eucalyptusbladeren, vol reflecteert het de gevel van het museum.
Neem hier vooral je tijd (de brede zitbank van Ann Demeulemeester nodigt je uit)!