Op reis in eigen stad
Een dagje NEDERLAND in Antwerpen
Sint-Pauluskerk
Veemarkt 14 of Sint-Paulusstraat 20-22
Nederlandse bisschoppen hoog gerespecteerd,
een Nederlandse dienstmeid diep vereerd
Deze kerk maakte oorspronkelijk deel uit van het dominicanenklooster en het gebouw dat we nu zien, is de tweede kerk op deze plek. Ze werd in 1571 ingewijd door Godfried van Mierlo, zelf dominicaan en vijf dagen voordien tot bisschopPriester die de leiding heeft van een bisdom. Zie ook aartsbisschop. van Haarlem gewijd in de Antwerpse kathedraalDe hoofdkerk van een bisdom, waar de zetel van de bisschop staat.. Zelf was hij – zoals zijn naam aangeeft – afkomstig uit Mierlo (bij Eindhoven) en hij trad in bij de dominicanen in ’s-Hertogenbosch. Toen de calvinisten Haarlem veroverden, kon hij in vermomming de stad ontvluchten. Hij werd uiteindelijk bisschop van Deventer.
Een andere belangrijke dominicaan was Michaël Ophovius (1570-1637). Hij werd geboren in ’s-Hertogenbosch en trad in bij de dominicanen in Antwerpen. In 1611 werd hij provinciale overste van de orde en in 1626 bisschop van ’s-Hertogenbosch. Nog voor zijn dood liet hij een praalgraf maken dat u links vooraan in het koorIn een kerk met kruisvormig grondplan dat deel van de kerk dat t.o.v. het dwarsschip aan de andere zijde van het schip ligt. In het koor bevindt zich het hoofdaltaar. kunt bewonderen. Het beeld van de geknielde Ophovius wordt toegeschreven aan Hans Van Mildert. Wanneer u de schatkamer binnenstapt, wordt u door de vriendelijke dominicaan begroet, zoals hij door P.P. Rubens werd afgebeeld. Dit is een atelierkopie; voor het origineel moet u naar het Mauritshuis in Den Haag.
Alhoewel tienduizenden inwoners Antwerpen verlieten in de laatste decennia van de 16de eeuw en naar het Noorden trokken, was er ook een tegenovergestelde beweging. Toen hij twaalf was, in 1596, verhuisden de ouders van Cornelis De Vos vanuit Hulst naar Antwerpen. In 1608 werd hij als vrijmeester opgenomen in de Sint-Lucasgilde en in 1619 werd hij dekenPriester – meestal zelf ook pastoor – die de werking van verschillende aan elkaar grenzende parochies [een dekenaat] coördineert. van de gilde. In diezelfde periode kreeg hij twee opdrachten voor deze kerk.
Het rozenkransgebed werd door de dominicanen sterk aanbevolen als vorm van innerlijke meditatie. Daartoe zijn de afbeeldingen van de zgn ‘mysteries’ van Maria een handig hulpmiddel, vijftien taferelen uit het leven van Maria, opgedeeld in drie cycli van vijf: de Blijde, de Droeve en de Glorievolle Mysteries. Vóór 1617 wordt voor deze kerk een schilderijenreeks besteld die deze vijftien mysteries afbeelden. Hiervoor wordt een beroep gedaan op elf verschillende kunstenaars, waardoor deze meditatiereeks ook een mooie staalkaart is van de Antwerpse Schilderschool van rond 1620, waarin uiteraard de ‘grote drie’ (Rubens, Van Dyck en Jordaens) niet ontbreken. Het feit dat Cornelis De Vos twee schilderijen mocht leveren, toont aan dat ook hij tot de top werd gerekend.
Het vierde mysterie stelt ‘De Opdracht in de Tempel’ voor. De oude Simeon draagt het kind Jezus en erkent Hem als de Messias. De joodse hogepriester op de voorgrond kijkt ook naar boven en krijgt ondanks zijn bril dit inzicht niet. Bemerk ook de twee offertortels die zich van geen gevaar bewust, mooi op de traptrede blijven zitten.
Het derde mysterie, ‘De Aanbidding door de Herders’, mag terecht ‘blij’ genoemd worden. De vreugde van Maria, de herders en de engeltjes spat van het paneel. Wel is het duidelijk dat De Vos goed naar het schilderij met hetzelfde onderwerp heeft gekeken, dat Rubens een tiental jaar voordien voor deze kerk schilderde.
Vóór u de kerk verlaat, kunt nog even naar het beeld van de HeiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. zuster Maria Adolphine kijken in de inkomhal. Zij werd in 1866 in Ossendrecht geboren als Kaatje Dierckx, werd vroeg wees en kwam als jong meisje naar Antwerpen om er dienstmeid te worden. In 1893 trad ze in bij de Franciscanessen, nam daar haar kloosternaam aan, en al vlug werd ze uitgekozen om met zes andere zusters als missionaris naar China te gaan. Daar brak enkele jaren later de zgn. Bokseropstand uit, die zich keerde tegen de westerse invloed in China en waarbij o.m. ook christenen het zwaar te verduren kregen. In 1900 stierf zuster Maria Adolphine de marteldood. Op de zondag na 9 juli, haar feestdag, is er in Ossendrecht jaarlijks een processie.