Op reis in eigen stad
Een dagje ITALIA in Antwerpen
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
Muziek doet leven
Op het toppunt van Antwerpens Gouden Eeuw, looft Guicciardini in zijn ‘Beschryvinghe van alle de Nederlanden’ (1612, maar reeds in het Italiaans in 1567) de zang en het orgelspel bij het dagelijkse Maria-Lof in de Mariakapel.
Beroemde kapelmeesters.
- Mabrianus de Orto (ca.1460-1529). Van 1483-1499 als zanger verbonden aan de pauselijke kapelEen kleine kerk die geen parochiekerk is. Zij kan deel uitmaken van een groter geheel zoals een ziekenhuis, school of godshuis of op zichzelf staan.
Een afgesloten deel van een kerk met een eigen altaar.
in Rome, nadien kapelzanger bij Philips de Schone en bij keizer Karel. In 1510 wordt hij kanunnikIemand die samen met andere kanunniken verbonden is aan een kathedraal of collegiale kerk en als voornaamste taak heeft, in te staan voor het koorgebed. van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. ⇒ Wikipedia (EN)
- Jacob Obrecht (ca.1458-1505). Erasmus zou van hem nog muziekles gekregen hebben. In 1492 wordt hij hier zangmeester en ter gelegenheid daarvan wordt hij meteen bedacht met een nieuwe damasten wambuis. Nadien is hij werkzaam te Ferrara, waar hij in 1505 sterft aan de pest. ⇒ Wikipedia
- Johannes Pullois (? -1478). Vanaf 1444 staat hij mee in voor de zang in de hoofdkerk. Van 1447 tot 1468 is hij lid van de pauselijke zangkapel in Rome. In 1463 wordt hij kanunnik in Antwerpen, waar hij komt resideren vanaf 1468 tot aan zijn dood. ⇒ Wikipedia
- Joseph-Hector Fiocco (1703-1741). Deze zoon van de Italiaan Pierre-Antoine, operadirecteur en hofkapelmeester te Brussel, is van 1731 tot 1737 kapelmeester in de kathedraalDe hoofdkerk van een bisdom, waar de zetel van de bisschop staat.. Telkenjare op het feest van Sint-Cecilia krijgt hij van het kapittelAlle kanunniken die verbonden zijn aan een kathedraal of een andere belangrijke kerk, die men dan kapittelkerk of collegiale kerk noemt. In een klooster of abdij is dit ook de vergadering van de religieuzen, in een kapittelzaal, ‘met stem in het kapittel’. een vergoeding voor een nieuwe compositie. ⇒ Wikipedia
Het grote orgel van Gilis Brebos (1557), vernield bij de Beeldenstorm van 1566, is qua dispositie bekend dankzij het (weliswaar niet uitgevoerde) ontwerp ca.1566 van Brebos voor het orgel in de Santa Maria presso San Celso te Milaan “zoals hij dat gemaakt heeft in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen”.