BEZINNING
Aan Zee – Op Zee – In Zee
“Ik zet mezelf hier neer in ’t zand, en luister naar de wind.
Hier bij de zee die eeuwig ruist, ben ik een beetje kind.
Hier ga ik op in het heelal, in ’t zingen van de zee.
Hier ben ik even net iets meer, dan de dingen die ik deed…”
Dank om de zee
die nooit moe wordt te golven.
Dank om de wind
die wolken en zorgen kan verdrijven.
Dank om de wisseling van het weer
waarover men nog altijd praten kan als niets meer tot spreken noopt.
Dank om al die dingen
die ons uit onszelf en uit onze kleinheid bevrijden.
uit Leve de vakantie
Ik sta aan het mooie strand
en zie de grote wijde zee.
Wieg met de golven mee.
Mijn voeten zakken in het zand.
Ik geniet van het golven spel
dat steeds weer anders wordt:
soms hoog en breed, soms kort,
soms langzaam, soms ook snel.
Het blijft mij maar boeien
en vraag me af hoe het kan.
Ik krijg er nooit genoeg van.
Het water blijft aldoor stoeien.
Prachtig deze grote blauwe zee.
Uren kan ik er naar staren:
naar die woelige baren.
In gedachten dobber ik steeds mee.
Stil word ik van de grootheid
van al dat bruisende water,
van het bulderende geklater.
En ik denk aan Gods majesteit.
God die dit alles gemaakt heeft:
zee, land, lucht en winden.
In de natuur is ook Hij te vinden.
God is het die ons dit alles geeft.
God zij geprezen dag aan dag
om Zijn onmetelijke macht,
om Zijn heerlijkheid en pracht.
Dat een ieder dit ervaren mag.
In vrije tijd verwennen we graag onze zintuigen.
Daaruit putten we energie om nadien, met vernieuwde kracht,
de dagelijkse taken weer op te nemen.
De zomervakantie biedt tal van mogelijkheden.
Idyllische stranden en baaien,
azuurblauwe zeeën, imposante bergketens,
eindeloze vergezichten, betoverende zonsondergangen …
verwonderen de ogen.
Kabbelende bergbeekjes, de ruisende branding,
het gefluister van de wind in de bomen, de stilte ver weg van alle drukte …
animeren het oor.
Een frisse duik in het water,
de streling van een zeebries, de gloed van de zon,
ochtenddauw op je blote voeten …
kietelen de tastzin.
…
De zomer smaakt lekker, schenkt zalig genot.
Het gebiedt tot dankbaarheid!
Niet iedereen wordt evengoed bedeeld.
Gedeelde vreugde is dubbele vreugde!
De vakantie geeft ons ook tijd
om samen de zintuigen te verwennen,
om meer aandacht te hebben voor mensen in onze nabijheid,
om ons belangeloos in te zetten voor anderen,
om meer zorg te dragen voor elkaar.
Ook dat laadt de batterijen weer op.
Geniet ervan!
(Don Bosco Vlaanderen, jg. 117, juli-augustus 2013, p. 24. top)
Het was in een zomer in Ierland, in een klein en lieflijk huis aan de rand van een lange en meestal verlaten kust langsheen een zeearm. Ik gaf er een retraite.
We hadden erover nagedacht hoe we dingen konden laten vallen, kwijtraken. Ik suggereerde de retraitanten om, als ze ergens echt vanaf wilden – bijvoorbeeld angst, woede of een verborgen wrok –, bij laag tij naar het strand te gaan en daar een of ander symbool van hun probleem in het zand te stoppen, en om dan de volgende morgen naar het strand terug te keren en te zien hoe, terwijl zij sliepen, de wisselende getijden hun symbool hadden doen verdwijnen.
Ik vond het maar gepast die oefening ook zelf te doen. Zo maakte ik die avond in het zand een tekening van een situatie waarover ik mij veel zorgen maakte. Terwijl ik mijn symbool uittekende, werd ik mij ervan bewust dat dit mij hielp om helder te maken waarover ik zo boos en waarvoor ik zo bevreesd was. Dat tekenen in het zand, die nacht, had hetzelfde effect als het toevertrouwen van mijn zorgen aan een wijze vriend. Het was ook een weg om van vrees tot gebed te komen.
nikolaassintobin.blogspot.be/2015/05/
Om te weten wat vreugde is, moet je eerst weten wat verdriet is.
Je hebt zo van die dagen dat alles je tegenzit,
dat je niets dan pech hebt, dagen met hoofdpijn, ongeluksdagen.
Je geeft dan de schuld aan het weer, of de tijd van het jaar.
Je hebt last met anderen of met jezelf.
En dan plots is er de zon van de vreugde, ze geeft glans aan je leven.
Ze is als een lopend vuur, als de kleuren van een regenboog, als het zingen van vogels, als muziek.
Maar vreugde is ook vergankelijk, ze komt en ze gaat, als golven van de zee, maar ze bestaat.
Vreugde geeft ons leven vleugels.
Hopelijk beleef je dit jaar vreugde aan een klas vol toffe vrienden.
Ik droomde eens dat ik wandelde langs het strand van de zee. Het was eb en de golven kabbelden zacht. Naast mij – zij aan zij – wandelde de Heer. Zo liepen we daar als volgden we mijn eigen levensweg. En onze voetstappen vormden achter ons een spoor in het zand. Van tijd tot tijd keek ik om en zag de sporen van mijn levensloop neergedrukt langs het strand. De dagen van geluk en voorspoed, maar ook die van pijn en smart. Maar toen ik naar het spoor van mijn moeilijkste dagen zocht vond ik er slechts één paar voetstappen in het zand.
“Waarom, Heer, was Jij er niet,” vroeg ik aan mijn metgezel, “waarom liet je mijn alleen op het zwaarste stuk van mijn levensweg?”
Toen keek Hij mij liefdevol aan en zei: ”Ik was er wel, mijn vriend, want toen heb Ik jou gedragen.”
Ja, midden de storm van het leven is er Iemand die over het water naar ons toekomt en zegt:” Wees niet bang! Ik ben het!” (Mt. 8:23-27; Mc. 4:35-41; Lucas 8:22-25)
Maak ons onrustig Heer,
wanneer we al te zeer tevreden zijn met onszelf.
Wanner we denken dat onze dromen waarheid zijn geworden,
terwijl ze te klein en te eng en bekrompen waren.
Wanneer we denken dat we reeds in een veilige haven zijn,
het doel bereikt hebben,
terwijl we veel te dicht langs de oever gezeild hebben.
Maak ons onrustig Heer,
wanneer we door de veelheid van wat we bezitten,
de dorst naar levend water hebben verloren.
Wanneer we verliefd in deze aardse tijd,
opgehouden hebben te dromen van de eeuwigheid.
Wanneer we door de inspanningen
die we aan de opbouw van een nieuwe aarde geven,
onze visie op de nieuwe hemel laten verbleken.
Por ons aan Heer,
opdat we moediger worden,
en ons wagen op de grote zee,
waar de stormen ons uw almacht openbaren,
waar we de oever uit het oog verliezen
en sterren zien oplichten.
Wij vragen U dit in naam van Hem,
die de horizonten van onze hoop
ver vooruitgeschoven heeft,
en die ons ertoe opgeroepen heeft Hem te volgen.
Bienvenido Tudtud, bisschopPriester die de leiding heeft van een bisdom. Zie ook aartsbisschop. van Marawi – Filippijnen
Ginds wil ik wonen
aan de horizon,
waar zee en hemel
elkaar de hand reiken.
Water,
onstuimige bron van leven
en de helblauwe hemel,
transcendente onenigheid van rust.
Met mijn bootje stak ik van wal,
op weg naar mijn nieuwe woonst.
Hoe verder ik roeide,
hoe verder ik verwijderd raakte
van land én horizon.
Ik donderde daar nu
in niemandsland.
Maar de golven van de zee
wierpen me terug op het strand.
Het ritmisch aanrollende water
had me geleerd
dat mijn weg niet lag
daar ver in de zee
maar op ’t land.
’t Was alsof de hemel
me dit doorseinde
via het bruisen van de zee.
En toen schreef ik in het zand:
“LOVE GOD !”
Maar de mensen liepen erover heen.
Hun voeten zakten diep weg in het zand.
En ik ging terug naar de zee
en vroeg haar
of ik me dan toch niet vergist had.
Maar ze bleven hetzelfde vertellen.
En ik,
ik blijf verder schrijven in ’t zand,
hopend dat ooit iemand
samen met me zou gaan schrijven,
hopend…
www.levensbos.be/bezinningsteksten/Boodschap%20van%20de%20zee.html
Moge mijn hart groot en diep zijn als de zee,
ontvankelijk als het hart van Maria,
moeder van alle gelovigen.
Moge mijn mededogen zacht en vriendelijk zijn,
als de zon in het voorjaar.
Moge het schaduw geven en beschutting
als een plataan in de zomer.
Moge het sterk en standvastig zijn in de herfst
als de wind het blad laat vallen.
Moge het in de barre winter
branden als een barmhartig vuur.
Moge mijn liefde,
zachtaardig en vriendelijk zijn,
zoals de liefde van Maria,
troosteres van de bedroefden.
Amen.
www.kerknet.be/dekenaat-stekene-en-sint-gillis-waas/artikel/gebeden
O Maria, ‘Sterre der Zee’, zie mij hier neergeknield voor Uw genadetroon, waar reeds ontelbare minnaren van Uw moederhart de grootste gunsten door U hebben ontvangen; waar Gij voor de bedroefden troost, voor de noodlijdenden hulp, voor de zieken genezing, voor de zondaars vergiffenis verkrijgt.
O liefste Moeder, ik kom thans tot U met het grootste vertrouwen. De menigvuldige wonderen die hier op Uw voorspraak geschied zijn, vervullen mij, ellendige zondaar, met de zoetste hoop, dat Gij, Moeder van barmhartigheid, ook mijn bede zult verhoren.
Ja, ik smeek en bid U, o zoetste Moeder, o genaderijke ‘Sterre der Zee’, laat mij van hier niet weggaan zonder verhoord te zijn. Gij kunt mij helpen, gij zijt immers de machtigste na God. Gij wilt mij helpen, omdat Gij zo vol liefde zijt voor al Uw kinderen.
Herinner U, o goedertierenste Maagd, dat het nooit gehoord is, dat iemand die vertrouwvol tot U zijn toevlucht nam, door U verlaten is; zou ik dan de eerste ongelukkige zijn, die Gij onverhoord van U liet heengaan? Neen, neen, o goede Moeder, op deze heiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. plaats zult Gij, door uw alvermogende voorspraak, mij hulp in mijn nood en troost in mijn lijden verwerven.