Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.
De Mariakapel
en
Onze-Lieve-Vrouw van de HeiligeDit is een titel die de Kerk aan een overledene toekent die bijzonder rechtschapen en gelovig heeft geleefd. In de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk mogen heiligen worden vereerd (niet aanbeden). Een aantal heiligen zijn ook martelaren. Rozenkrans
Het Maria-altaar
Vanaf 1650 voert Sebastiaan de Neve het ontwerp en de aanzet voor dit grootse barokke portiekaltaar van zijn leermeester (Huybrecht Van den Eynde?) verder uit. Maar omdat hij bij de bekroning betrapt wordt op het aanwenden van minderwaardige materialen, wordt De Neve wandelen gestuurd. Pas tachtig jaar later, in 1728, vervolledigt Jan-Pieter I van Baurscheit de bekroning van het Maria-altaar.
Eigentijdse motieven zijn de (getorste) salomonszuilen, de hoorn van overvloed, de reuzenvoluten van de bovenbouw met daarop de in aanbidding knielende engelenfiguren. Innoverend is de opstelling: omdat de flankerende paren (getorste) zuilen concaaf geplaatst zijn, leggen ze meer de nadruk op het altaarschilderij. Nieuw en eleganter is de monumentale bovenbouw waarvan het strakke architecturale lijnenspel vervangen wordt door twee reusachtige golvende voluten met bovenaan een scherpe knik, die levensgrote figuren dragen. Een rubensiaans motief op de marmeren getorste zuilen is de toevoeging van tientallen dartele putti en engeltjes op de opklimmende ranken met vegetale, mariale symbolen.
de linkerkant als quasi spiegelbeeld voor de rechterkant
zuil A | zuil B | zuil C | zuil D | ||
6 | slapende putto | luierende putto | rustende putto | ||
5 | buitelende engel | ||||
4 | slapende putto | ||||
3 | krans van rozen | krans van rozen | |||
2 | krans van rozen met kruis van rozen | fluit en schalmei | triangel en trom | Krans van rozen met kruis van rozen | |
1 | reidans | reidans |
Het barokke meubilair, zoals het altaarHet altaar is het centrale meubel in de Eucharistie. In oorsprong is een altaar een offertafel. Dit past in de theologische visie dat Jezus zichzelf geofferd heeft, door zijn kruisdood, om de mensheid te verlossen, zoals dit symbolisch wordt uitgebeeld op het schilderij “Het Lam Gods” van de gebroeders Van Eyck. In de huidige tijd wordt het altaar dikwijls omschreven als “de tafel van de Heer”. Hierbij verwijst het altaar naar de tafel waaraan Jezus en zijn leerlingen zich bevonden bij de instelling van de Eucharistie tijdens het Laatste Avondmaal. Net zoals Jezus en zijn leerlingen toen, verzamelen de priester en de gelovigen zich rond deze tafel met brood en wijn. met zijn vier salomonszuilen, alsook de communiebankEen lage afsluiting van het koor of een kapel, in de vorm van een lange knielbank. Vóór het Tweede Vaticaans Concilie gold het gebruik dat men de communie geknield op deze bank ontving., het gestoelte en de lambriseringen in de noordbeuk, is overvloedig opgesmukt met florale mariale motieven, groeiend aan stengels en struiken, verwerkt in guirlandes of als trofeeën in de handen van engelen of putti. Sommige oudtestamentische vergelijkingen met planten en bloemen werden door de litanieën voorgoed geassocieerd met deugden van Maria. De roos is de aangename bloem bij uitstek door haar schoonheid en haar indringende geur (aldus Jezus Sirach, alias Ecclesiasticus, 24:14). Geen toeval dus dat de krans van gebeden tot Maria met een rozenkrans vergeleken wordt. De indringende geur van de roos, ‘Maria’, brengt de putti die bloemen vergaren haast in een roes. De witte lelie symboliseert de zuiverheid. Maria is immers onder de meisjes als een “lelie onder de doornen” (Hooglied 2:2). Takken van rozelaars en druivelaars lopen door elkaar. Op een altaar staat de druiventros zeker voor de EucharistieDit is het ritueel dat de kern vormt van de mis en herinnert aan wat Jezus deed de dag vóór zijn kruisdood. De avond van die dag vierde Jezus het joodse Paasfeest met zijn leerlingen. Na de maaltijd nam hij brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen en zei: “Neem en eet. Dit is mijn lichaam.” Daarna nam hij de beker met wijn, reikte hem rond en zei: “Drink hiervan. Dit is mijn bloed.” Daarna zei Jezus: “Doe dit om mij te gedenken”. Tijdens de Eucharistie herhaalt de priester deze woorden terwijl hij brood [in de vorm van een hostie] breekt en de kelk met wijn ophoudt. Door het verband tussen het gebroken brood en de “gebroken” Jezus op het kruis, wordt Jezus tastbaar aanwezig. Tegelijk herinnert dit gebeuren aan de opdracht voor elke christen: “gebroken brood” zijn waarvan anderen kunnen leven., maar in een mariale context ook voor “de gezegende vrucht van Maria’s schoot: Jezus”.
Het laatbarokke beeldhouwwerk van de bovenbouw verbeeldt nogmaals het thema van O.-L.-Vrouw van de Rozenkrans, waarbij Sint-Dominicus het gebedssnoer uit de hand van Maria in ontvangst neemt. In afwachting dat ook Sint-Catharina van Siena een rozenkrans toebedeeld krijgt, wil het Jezuskind het verlangend gebaar van haar uitgestoken hand affectief beantwoorden. Het christelijk wapen van Jeruzalem, onder Maria, verwijst naar het genootschap van de Jeruzalemvaarders, dat ca. 1629 in de schoot van de Rozenkransbroederschap ontstaan is. Het geheel wordt bekroond door een reusachtig Mariamonogram.
- Sint-Pauluskerk
- Geschiedenis & Beschrijving
- Inleiding
- Geschiedkundige context
- De bouwgeschiedenis
- Sint-Dominicus
- Sint-Paulus
- De toren
- De architectuur
- Grondplan en legende
- Het hoogkoor
- De Sacramentskapel
- De Mariakapel
- De Rozenkransmysteries
- Predicatie, biecht, muziek
- De wandschilderijen
- De schatkamer
- De calvarietuin
- De “Veemarkt”-poort
- Dominicanenpastoraal
- Dominicanenklooster
- De schilderijen in de pandgang
- De Heilig Kruiskapel
- De weekkapel
- Bibliografie