Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Sint-Paulus, de Antwerpse dominicanenkerk, een openbaring.

De kapel van het Heilig Sacrament
en van de Zoete Naam Jezus

De Communiebank(-en)
(Sebastiaan de Neve, 1655-1657)

Om de hostie met meer eerbied te ontvangen voert het Concilie van Trente het nieuwe kerkmeubel in van een kniel­bank: de communie­bank.

Terwijl hij nog bezig is met de bekroning van het Maria-altaar werkt Sebastiaan de Neve in 1655-1657 eveneens aan de marmeren communiebank die dwars over de volledige breedte van de dwarsbeuk loopt. Zo krijgen de vier altaren in de dwarsbeuk één gemeenschappelijke afsluiting. Bij de afbraak van het koordoksaal in 1833 verplaatst men de middelste compartimenten zijwaarts.

Het leidmotief van de doorstoken witmarmeren reliëfs wordt gevormd door een stevige, uitwaaierende vruchten zaaiende rank, waartussen engelkindjes stoeien. De motieven daarbij zijn aangepast aan het altaar waarvoor het betreffende paneel oorspronkelijk opgesteld stond (of nog staat). Vóór het altaar van O.-L.-Vrouw van de Heilige Rozenkrans wordt de rank opgesmukt met een tros rozen; bij het Heilig-Kruisaltaar pasten lijdenswerktuigen, bij het Heilig-Sacramentsaltaar de gebruikelijke vegetale symbolen voor het sacrament van de Eucharistie: engelkindjes die druiventrossen plukken, korenhalmen die ook een keer duidelijk in verband worden gebracht met hun eindproduct, de hosties.

In de middenbeuk, vóór het toenmalige altaar van de ordestichter Dominicus, nu in de zijruimte naast de zuiddwarsbeuk, wordt de stichter verbeeld door zijn vaste attribuut: het legendarische (hier grappige) fakkelhondje met aardglobe. Het is opvallend hoe gevarieerd de engeltjes aan het bidden zijn; gaat het om enkele van de negen gebedshoudingen die aan Dominicus worden toegedicht? Aan beide uiteinden staat de Voorspraak, of de Smeekbede.

Een merkwaardige variant is de engel die de arm van zijn collega-putto ondersteunt en daarmee alludeert op Mozes want “zolang hij zijn armen opgeheven hield, waren de Israëlieten aan de winnende hand. Maar liet hij zijn armen zakken, dan won Amalek (de vijand). Toen Mozes’ armen moe werden, ondersteunden Aäron en Hur zijn armen, elk aan een kant. Zo bleven zijn armen omhooggeheven” (Ex. 17:11-12). Dit staat symbool voor het bemiddelende gebed voor de Strijdende Kerk, m.a.w. voor de christenen in hun strijd tegen hun zwakheden en vóór hun deugdzaamheid.

Het deemoedig knielende engeltje ‘staat’ voor de Aanbidding. De engel die op het rechterpaneel een lelietak draagt, personifieert de Zuiverheid, één van de drie religieuze geloften.

De wetenschappelijke verantwoording voor de gegevens in verband met De Sacramentskapel van de Sint-Pauluskerk te Antwerpen staat HIER.