Antwerpen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

Sleutel tot de Sint-Jacobskerk te Antwerpen.

Kapellen van broederschappen en ambachten

De Sint-Rochuspanelen in de voormalige doopkapel (K)

Zeker sinds de Beeldenstorm en tot de bouw van de huidige doopkapel was de laatste zijkapel van de zuidbeuk in dienst als doopkapel. Door de inrichting van de huidige doopkapel werd deze ruimte onnuttig voor het grote publiek. Een ideale plek, zo blijkt, voor de reconstructie van het vroegere Sint-Rochusretabel. Na de restauratie door KIKIRPA (2008-2010) werden de panelen in deze oude doopkapel spijtig genoeg niet opgesteld als altaartafel, maar werden ze gesplitst. Van de wondermooie grisailles wordt niets getoond.

Rochus wordt gevierd op de 16de augustus. Geboorte- en sterfdatum zijn onbekend.

Wie kennis wil maken met het levensverhaal van deze bedevaarder Sint-Rochus, kan terecht bij de reeks van de 12 Sint-Rochus­panelen (gedateerd 1517), waarvan het auteurschap zeer betwist is. Meer en meer denkt men aan het atelier van Hendrik van Wueluwe, die door sommigen geïdentificeerd werd met de Meester van Frankfurt.

Van het heiligenleven van Rochus bestaan verschillende versies. Naar het verhaal dat de schilder gebruikte, verliep zijn levenswandel als volgt:

De hiernavolgende foto’s zijn allen © KIK-IRPA, Brussel (België)

1) Rochus van Montpellier werd geboren met het teken van het kruis op zijn linker schoudertje. Hij was de zoon van ridder Jan en Liberia. Op het paneel zijn de vrouwen drukdoende moeder en kind te verzorgen. Op de zuil staat een jaartal geschreven: 1517.
2) Nadat zijn ouders gestorven zijn geeft Rochus zijn vermogen aan de armen en vertrekt op pelgrimage naar Rome.
3) Onderweg doet hij Aquapendente aan. In de stad woedt de plaag van de builenpest en dadelijk gaat hij in het ziekenhuis de mensen bijstaan. Het hoofd van het ziekenhuis wil dit verhinderen. Rochus dringt aan en door zijn zegenend gebaar genezen velen.
4) In Rome geneest Rochus een zieke kardinaal door een kruisje op zijn voorhoofd te tekenen, dat niet meer verdwijnt. In een zijlokaaltje zijn dokters drukdoende met het onderzoeken van de lichaamsvochten.
5) Uit dankbaarheid brengt deze kardinaal de heilige man naar het pauselijk paleis (het Vaticaan). Hij doet zijn verhaal aan de Paus, die een zegenend gebaar maakt.
6) Na drie jaar vertrekt Rochus weer naar huis. Onderweg geneest hij zieken of zegent hij de stervenden.
7) In Piacenza aangekomen, kondigt een engel hem aan dat ook hij de ziekte zal krijgen. Dadelijk wordt Rochus buiten geschopt en verlaat hij op krukken de stad.
8) Rochus trekt zich terug in het woud van Piacenza om God te loven en om te bidden en maakt er een hut van takken. Links zit een rijk man, Goddaert Pastrelli, aan tafel met een vriend en zijn vrouw. Een witte hond steelt een broodje van de tafel en brengt het naar Rochus. Goddaert volgt zijn hond en is stomverbaasd als hij dit merkt.
9) De vermoeide en uitgeputte Rochus zegent zelfs de zieke dieren die hem omringen, terwijl mensen hem gadeslaan. Op de achtergrond deelt ook Goddaert zijn bezit uit aan de armen om Rochus te volgen, die hem onderricht geeft.
10) In de verte verzorgt Rochus zijn wonde, omgeven door dieren. Op een dag verschijnt de engel opnieuw en zegt aan Rochus dat hij genezen is en naar huis moet vertrekken.
11) Wanneer Rochus op stap gaat, komt hij in de stad Angleria, Lombardije, in moeilijkheden. Er heerst oorlog en men aanziet hem voor een spion. In de verte komen ridders te paard met vervaarlijke lansen aangereden. Er staat een huis in brand. Twee mannen voeren Rochus naar de gevangenis. Achter de tralies wordt hij door zijn vriend geholpen.
12) Vijf jaar lang verblijft Rochus in de gevangenis. Boven op het balkon brengt de engel hem een bezoek. De heilige doet een laatste wens: ”Moge alle Christenen die in naam van Jezus bevrijding vragen van de pest, dit ook bekomen”. Wanneer zijn uur nadert spreekt hij zijn biecht bij een priester. Achteraan, in het volle hemelse licht, dragen twee engelen zijn ziel naar de hemel. Volgens de legende blijft er een tafeltje achter met de woorden: “Eris in peste patronus” (In een pestplaag zal jij de beschermer).

Waar de begrafenisstoet de stad nadert rijst een statige toren op: een dubbelganger van  de O.-L.- Vrouwetoren, weliswaar met 8 pinakels i.p.v. 4, rondom de achthoekige trommel. Een toekomstbeeld van hoe de toren van Sint-Jacob er moest gaan uitzien?

Weer staat er op een zuil de datum “1517”.

Op de achterzijde van de 6 buitenste luiken schilderde de kunstenaar zes heiligen die buiten Jacobus alle in verband staan met de pest of ziekten: O.-L.-Vrouw, Rochus, Hiëronymus, Genoveva en Adrianus. Jacobus is de pelgrimsheilige bij uitstek en patroonheilige van de kerk.

Sint-Rochus in Sint-Jacob te Antwerpen
Bovenstaande link geeft toegang tot een werkstuk over deze panelen in 2011 opgesteld door Mimi Van der Velden, TOPA-gids.

Kapellen in de noordbeuk
Een koor voor collegiale kanunniken